‘Sponsorcontracten moeten meer op maat’

Garantiemaanden per contract vastleggen, de TU die als hoofdsponsor eisen kan stellen aan andere sponsoren van cultuur- en sportverenigingen. De studentenraad en het vorig jaar opgerichte Delftsch Studenten Sport Overleg (DSSO) liepen het afgelopen collegejaar te hoop tegen onderdelen van de nieuwe sponsorcontracten.

Zonder dat op deze punten veel concessies zijn gedaan, hebben 34 verenigingen vorige week toch hun handtekening gezet. Met enige vertraging, dat wel. Negentig procent heeft daarmee getekend, meldt hoofd sport en cultuur Raymond Browne. “Met de anderen zijn we nog in onderhandeling.” Of iedereen uiteindelijk akkoord gaat, kan hij nog niet zeggen. “Het is geen verplichting. Als een vereniging bijvoorbeeld een andere sponsor vindt, is dat ook prima. Maar de consequentie is dan wel dat ze geen gebruik kunnen maken van onze faciliteiten.”
Zijn de verenigingen die nu hebben getekend blij met hun sponsorcontracten? Bart Sigger, initiatiefnemer van het DSSO, denkt dat het voor alle verenigingen wenselijk is om een goede relatie te hebben met het sport- en cultuurcentrum. Met het principe van een sponsorcontract is volgens hem niets mis. “Maar veel algemene ledenvergaderingen hebben ingestemd met tekenen, met de eis dat er later aanpassingen volgen.”
Het grootste manco van het huidige sponsorcontract is volgens Sigger de vaagheid. “Het is een heel algemeen contract, voor iedereen hetzelfde. Terwijl verenigingen onderling best veel verschillen. Volgens mij moeten de contracten meer op maat worden gemaakt, veel punten zijn nu te breed interpreteerbaar.”

Browne meldt dat hij de contracten met de studentenraad jaarlijks zal evalueren. “Dit is de eerste versie. Er kan nog wel eens wat veranderen. We kennen bijvoorbeeld met een te simplistisch systeem accommodaties en trainingen toe. Dat moeten we beter regelen.”