Campus

Spectaculaire spooksteden

Het Nederlands Architectuur Instituut toont in ‘Spectaculaire stad’ indrukwekkende foto’s van moderne metropolen. De bewoners zijn de grote afwezigen.

Twee half vervallen gebouwen, waar plantjes uit de ramen groeien. De kozijnen zijn verzakt, dikke pijpen steken uit de muur en de verf is afgebladderd. Tussen deze twee gebouwen rijst in smetteloos wit een splinternieuwe wolkenkrabber op. “Een groter contrast is nauwelijks denkbaar. Op een straathoek zie je zowel de oude stad als de nieuwe stad in één beeld gevangen”, zegt curator Emiliano Gandolfi.

Het is dit soort foto’s, benadrukt Gandolfi, dat moderne steden tegenwoordig het beste weergeeft. “Vroeger werden foto’s van steden op straatniveau gemaakt, want een stad gaf je weer door de bewoners te fotograferen. Zij bepaalden het straatbeeld, zoals op de foto’s van Robert Frank. Op stemmig zwart-wit werden de markante koppen van inwoners neergezet. Maar dat is verleden tijd. Want, wie vandaag de dag het karakter van een stad wil vangen, fotografeert de gebouwen.”

Markante koppen zijn in het NAi dan ook niet te zien. Af en toe staan mensen op de foto’s, maar dan vaak zo klein als mieren. Het is alsof de stad op de foto’s zelf een beest is, dat ademt en beweegt. Het ontbreken van mensen maakt de foto’s onpersoonlijk, maar opvallend genoeg niet minder kunstzinnig.

Juist doordat fotografen zich alleen op de stad concentreren ontstaat een strak gecomponeerd, welhaast abstract schilderij. Bijvoorbeeld bij de indrukwekkende foto’s van Parijs van Balthasar Burkhard. Hij fotografeerde de Franse hoofdstad vanuit het Bois de Boulogne. Duidelijk is te zien wanneer welk deel van de stad gebouwd is. De wolkenkrabbers onderaan de foto, aan de periferie van Parijs, zijn de laatste tientallen jaren gebouwd. De gebouwen daarvoor, een paar verdiepingen hoog, dateren van begin twintigste eeuw. Helemaal achterin is nog de Eiffeltoren te zien en de eeuwenoude Arc de Triomf. Het stratenpatroon, met grote boulevards en aangrenzende kleine steegjes, geeft de foto een schitterende compositie.

Fotografen en architecten gaan, volgens Gandolfi, die ook architect is, in veel gevallen op dezelfde manier te werk. “De fotograaf en architect werken beiden met afbeeldingen. Een architect maakt bijvoorbeeld voor toekomstige bewoners of politici een afbeelding van wat hij gaat bouwen.”

Een van de meest interessante voorbeelden daarvan is een foto van Las Vegas van de Italiaanse topfotograaf Olivo Barbieri. “Las Vegas is bijna een fictieve stad. Barbieri stelde scherp op de bergen op de achtergrond. New York, dat in Las Vegas is nagebouwd, heeft hij wazig gehouden. Daardoor lijkt het net een maquette van een architect. De stad lijkt nep en dat zegt natuurlijk weer alles over de interpretatie van Barbieri van Las Vegas.”

Want een foto, betoogt Gandolfi, is nooit een kopie van de werkelijkheid. “De interpretatie van de fotograaf is altijd zichtbaar. Fotografen manipuleren.”

Van de toonaangevende fotograaf Andreas Gursky hangt bijvoorbeeld een enorme foto in het NAi, van allemaal metrostations onder elkaar. Het is een van de weinig foto’s met herkenbare mensen erop. Het lijkt alsof ze in een groot warenhuis staan, maar het geeft een beklemmend beeld. Er is amper zonlicht en iedereen staat boven op elkaar. “Gursky laat het massale van de moderne stad zien. Iedereen staat te wachten, met de handen in de zakken of mensen lezen een boek. Het resultaat is weergaloos.”

De meest vergaande en verontrustende interpretatie komt van de Duitse fotograaf Thomas Ruff. Net na de eerste golfoorlog fotografeerde hij ’s nachts Dusseldorf, met dezelfde onheilspellende groene zweem over het beeld als tijdens de bombardementen in Irak. Dusseldorf lijkt een angstaanjagend oorlogsgebied.

Baghdad en Dusseldorf lijken even één. De honderden foto’s van de tentoonstelling geven het effect van de inwisselbaarheid van steden haarscherp weer. Gandolfi: “Wie door tentoonstelling loopt, bladert als het ware door een atlas als stripverhaal. En ziet een grote geglobaliseerde stad, die er steeds net even anders uitziet.”

‘Spectaculaire stad’ in het Nederlands Architectuur Instituut, tot en met zeven januari 2007.

‘Las Vegas’, van Olivo Barbieri, oogt bijna fictief. Barbieri stelde scherp op de bergen op de achtergrond. New York, dat in Las Vegas is nagebouwd, heeft hij wazig gehouden. Daardoor lijkt het een maquette van een architect. (Foto: NAi)

Twee half vervallen gebouwen, waar plantjes uit de ramen groeien. De kozijnen zijn verzakt, dikke pijpen steken uit de muur en de verf is afgebladderd. Tussen deze twee gebouwen rijst in smetteloos wit een splinternieuwe wolkenkrabber op. “Een groter contrast is nauwelijks denkbaar. Op een straathoek zie je zowel de oude stad als de nieuwe stad in één beeld gevangen”, zegt curator Emiliano Gandolfi.

Het is dit soort foto’s, benadrukt Gandolfi, dat moderne steden tegenwoordig het beste weergeeft. “Vroeger werden foto’s van steden op straatniveau gemaakt, want een stad gaf je weer door de bewoners te fotograferen. Zij bepaalden het straatbeeld, zoals op de foto’s van Robert Frank. Op stemmig zwart-wit werden de markante koppen van inwoners neergezet. Maar dat is verleden tijd. Want, wie vandaag de dag het karakter van een stad wil vangen, fotografeert de gebouwen.”

Markante koppen zijn in het NAi dan ook niet te zien. Af en toe staan mensen op de foto’s, maar dan vaak zo klein als mieren. Het is alsof de stad op de foto’s zelf een beest is, dat ademt en beweegt. Het ontbreken van mensen maakt de foto’s onpersoonlijk, maar opvallend genoeg niet minder kunstzinnig.

Juist doordat fotografen zich alleen op de stad concentreren ontstaat een strak gecomponeerd, welhaast abstract schilderij. Bijvoorbeeld bij de indrukwekkende foto’s van Parijs van Balthasar Burkhard. Hij fotografeerde de Franse hoofdstad vanuit het Bois de Boulogne. Duidelijk is te zien wanneer welk deel van de stad gebouwd is. De wolkenkrabbers onderaan de foto, aan de periferie van Parijs, zijn de laatste tientallen jaren gebouwd. De gebouwen daarvoor, een paar verdiepingen hoog, dateren van begin twintigste eeuw. Helemaal achterin is nog de Eiffeltoren te zien en de eeuwenoude Arc de Triomf. Het stratenpatroon, met grote boulevards en aangrenzende kleine steegjes, geeft de foto een schitterende compositie.

Fotografen en architecten gaan, volgens Gandolfi, die ook architect is, in veel gevallen op dezelfde manier te werk. “De fotograaf en architect werken beiden met afbeeldingen. Een architect maakt bijvoorbeeld voor toekomstige bewoners of politici een afbeelding van wat hij gaat bouwen.”

Een van de meest interessante voorbeelden daarvan is een foto van Las Vegas van de Italiaanse topfotograaf Olivo Barbieri. “Las Vegas is bijna een fictieve stad. Barbieri stelde scherp op de bergen op de achtergrond. New York, dat in Las Vegas is nagebouwd, heeft hij wazig gehouden. Daardoor lijkt het net een maquette van een architect. De stad lijkt nep en dat zegt natuurlijk weer alles over de interpretatie van Barbieri van Las Vegas.”

Want een foto, betoogt Gandolfi, is nooit een kopie van de werkelijkheid. “De interpretatie van de fotograaf is altijd zichtbaar. Fotografen manipuleren.”

Van de toonaangevende fotograaf Andreas Gursky hangt bijvoorbeeld een enorme foto in het NAi, van allemaal metrostations onder elkaar. Het is een van de weinig foto’s met herkenbare mensen erop. Het lijkt alsof ze in een groot warenhuis staan, maar het geeft een beklemmend beeld. Er is amper zonlicht en iedereen staat boven op elkaar. “Gursky laat het massale van de moderne stad zien. Iedereen staat te wachten, met de handen in de zakken of mensen lezen een boek. Het resultaat is weergaloos.”

De meest vergaande en verontrustende interpretatie komt van de Duitse fotograaf Thomas Ruff. Net na de eerste golfoorlog fotografeerde hij ’s nachts Dusseldorf, met dezelfde onheilspellende groene zweem over het beeld als tijdens de bombardementen in Irak. Dusseldorf lijkt een angstaanjagend oorlogsgebied.

Baghdad en Dusseldorf lijken even één. De honderden foto’s van de tentoonstelling geven het effect van de inwisselbaarheid van steden haarscherp weer. Gandolfi: “Wie door tentoonstelling loopt, bladert als het ware door een atlas als stripverhaal. En ziet een grote geglobaliseerde stad, die er steeds net even anders uitziet.”

‘Spectaculaire stad’ in het Nederlands Architectuur Instituut, tot en met zeven januari 2007.

‘Las Vegas’, van Olivo Barbieri, oogt bijna fictief. Barbieri stelde scherp op de bergen op de achtergrond. New York, dat in Las Vegas is nagebouwd, heeft hij wazig gehouden. Daardoor lijkt het een maquette van een architect. (Foto: NAi)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.