Onderwijs

Snelle afwikkeling MOD heeft keerzijde

Snelheid heeft een prijs, meent ir. H. van Iperen: ,,Op verzoek van de bonden versnellen we de MOD, alleen kunnen de plannen dan niet tot de gewenste breedte worden uitgewerkt. ”

Reorganisatie

Hans van Iperen is projectleider van de modernisering ondersteunende diensten (MOD). De MOD valt onder verantwoordelijkheid van de projectgroep Tetra. Deze club heeft ook de invoering van een nieuwe bestuursstructuur (MUB) en het project Informatisering en Automatisering (dat een uniforme informatieverwerking binnen de TU beoogt) onder zijn hoede. De Tetra-groep, met prof. Dalmijn als voorzitter, moet de drie projecten stroomlijnen waardoor de totale reorganisatie van de TU wordt gerealiseerd.

De naam Tetra is geen afkorting, maar afgeleid van een term uit de wiskunde, legt Van Iperen uit. ,,Sommigen denken dat het de naam van een oplosmiddel is. De woordgrapjes liggen voor de hand – ‘Tetra lost de MOD op’. Tetraëder is een viervlak. Een toepasselijk beeld voor de vier invalshoeken van de reorganisatie.”


1 Illustratie: Gripp
Versnelling

Als bewaker van de MOD-voortgang moet Van Iperen een evenwicht vinden tussen twee visies die leven over het tempo waarin de MOD moet worden doorgevoerd. Het college van bestuur en de bonden zijn voorstanders van een snelle afwikkeling. Daar tegenover staan de faculteiten; die pleiten voor een andere – in hun ogen meer logische – volgorde in de reorganisatie. De meesten willen eerst de bestuurlijke reorganisatie (MUB) en de clustering afronden. Daarna willen ze de ondersteunende diensten daarop aanpassen. Dit kost meer tijd, maar een versnelling vinden zij niet nuttig.

Van Iperen: ,,Op zich reëel, alleen is de MOD door het college van bestuur niet ingezet als onderdeel van de MUB. Het staat daar los van. Bijna drie jaar geleden is de MOD van start gegaan en zowel het cvb als de bonden vinden dat er een afronding moet komen. Medewerkers verkeren al te lang in onzekerheid en daaraan moet een einde komen.”

Ondanks zijn begrip voor de visie van de faculteiten werkt Van Iperen daarom aan de versnelling van de MOD. Op 1 mei 1998 moeten de zeven onderdelen gevormd zijn, die voortkomen uit het voormalige Bureau van de universiteit (staf van het college; servicecentra voor bedrijven, studenten en de universiteit; communicatie- en marketinggroep; de ondersteuning van deze onderdelen; Vastgoed).

De organisatieplannen van de facultaire clusterbureaus en de centrale diensten, zoals de facilitaire dienst, moeten op 1 augustus gereed zijn. ,,Er ligt een akkoord met de bonden waarin wij toezeggen op korte termijn uitkomst te geven over de reorganisatie.”

De consequentie van deze versnelling is dat niet alle plannen voldoende breed kunnen worden uitgewerkt, meent Van Iperen.,,Dit heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de verdeling van taken. Er moet nog menige discussie gevoerd worden of zekere taken centraal dan wel decentraal worden georganiseerd. Bijvoorbeeld: moet ieder hoofd personeelszaken uitgebreide juridische kennis hebben op het terrein van arbeidsrecht? Of geeft de TU de voorkeur aan een centrale rechtspositionele expert in de staf, die alle faculteiten in arbeidsrechtelijke kwesties terzijde staat?”

In de periode na 1 mei zal de organisatie op deze vragen een antwoord geven.

Als projectleider neemt Van Iperen op zijn eigen manier deel aan deze discussies. ,,Ik bewaak in de eerste plaats de processen en voel me minder verantwoordelijk voor de inhoud. Ik vind het belangrijk dat de overlegpartners dezelfde informatie hebben en dat eventuele verborgen agenda’s boven tafel komen. Mijn ervaring is dat mensen soms onnodig lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Persoonlijke sympathieën en antipathieën spelen daarbij eveneens een rol. Emoties kunnen een discussie vertroebelen. Ik probeer de invloed van deze gevoelens te neutraliseren. Dat komt de inhoudelijke discussie veelal ten goede.”

Reorganisatie

Hans van Iperen is projectleider van de modernisering ondersteunende diensten (MOD). De MOD valt onder verantwoordelijkheid van de projectgroep Tetra. Deze club heeft ook de invoering van een nieuwe bestuursstructuur (MUB) en het project Informatisering en Automatisering (dat een uniforme informatieverwerking binnen de TU beoogt) onder zijn hoede. De Tetra-groep, met prof. Dalmijn als voorzitter, moet de drie projecten stroomlijnen waardoor de totale reorganisatie van de TU wordt gerealiseerd.

De naam Tetra is geen afkorting, maar afgeleid van een term uit de wiskunde, legt Van Iperen uit. ,,Sommigen denken dat het de naam van een oplosmiddel is. De woordgrapjes liggen voor de hand – ‘Tetra lost de MOD op’. Tetraëder is een viervlak. Een toepasselijk beeld voor de vier invalshoeken van de reorganisatie.”


1 Illustratie: Gripp
Versnelling

Als bewaker van de MOD-voortgang moet Van Iperen een evenwicht vinden tussen twee visies die leven over het tempo waarin de MOD moet worden doorgevoerd. Het college van bestuur en de bonden zijn voorstanders van een snelle afwikkeling. Daar tegenover staan de faculteiten; die pleiten voor een andere – in hun ogen meer logische – volgorde in de reorganisatie. De meesten willen eerst de bestuurlijke reorganisatie (MUB) en de clustering afronden. Daarna willen ze de ondersteunende diensten daarop aanpassen. Dit kost meer tijd, maar een versnelling vinden zij niet nuttig.

Van Iperen: ,,Op zich reëel, alleen is de MOD door het college van bestuur niet ingezet als onderdeel van de MUB. Het staat daar los van. Bijna drie jaar geleden is de MOD van start gegaan en zowel het cvb als de bonden vinden dat er een afronding moet komen. Medewerkers verkeren al te lang in onzekerheid en daaraan moet een einde komen.”

Ondanks zijn begrip voor de visie van de faculteiten werkt Van Iperen daarom aan de versnelling van de MOD. Op 1 mei 1998 moeten de zeven onderdelen gevormd zijn, die voortkomen uit het voormalige Bureau van de universiteit (staf van het college; servicecentra voor bedrijven, studenten en de universiteit; communicatie- en marketinggroep; de ondersteuning van deze onderdelen; Vastgoed).

De organisatieplannen van de facultaire clusterbureaus en de centrale diensten, zoals de facilitaire dienst, moeten op 1 augustus gereed zijn. ,,Er ligt een akkoord met de bonden waarin wij toezeggen op korte termijn uitkomst te geven over de reorganisatie.”

De consequentie van deze versnelling is dat niet alle plannen voldoende breed kunnen worden uitgewerkt, meent Van Iperen.,,Dit heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de verdeling van taken. Er moet nog menige discussie gevoerd worden of zekere taken centraal dan wel decentraal worden georganiseerd. Bijvoorbeeld: moet ieder hoofd personeelszaken uitgebreide juridische kennis hebben op het terrein van arbeidsrecht? Of geeft de TU de voorkeur aan een centrale rechtspositionele expert in de staf, die alle faculteiten in arbeidsrechtelijke kwesties terzijde staat?”

In de periode na 1 mei zal de organisatie op deze vragen een antwoord geven.

Als projectleider neemt Van Iperen op zijn eigen manier deel aan deze discussies. ,,Ik bewaak in de eerste plaats de processen en voel me minder verantwoordelijk voor de inhoud. Ik vind het belangrijk dat de overlegpartners dezelfde informatie hebben en dat eventuele verborgen agenda’s boven tafel komen. Mijn ervaring is dat mensen soms onnodig lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Persoonlijke sympathieën en antipathieën spelen daarbij eveneens een rol. Emoties kunnen een discussie vertroebelen. Ik probeer de invloed van deze gevoelens te neutraliseren. Dat komt de inhoudelijke discussie veelal ten goede.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.