Onderwijs

Slimme rekenmethode herkent dijkverzakkingen

Dijkwachters inspecteren de waterkeringen nu nog met het blote oog en landmeters. Aan dit monnikenwerk komt wellicht een eind dankzij onderzoek van zes Delftse studenten.

Tijdens het vak geomatics, van de luchtvaart- en ruimtevaarttechniekvakgroep aardobservaties, ontwikkelden zes masterstudenten van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Technische Bestuurskunde en Civiele Techniek en Geowetenschappen, een ingenieuze rekenmethode die satellietbeelden analyseert. De vakgroep kan hiermee dijkdeformaties op de millimeter nauwkeurig monitoren.

Al meer dan tien jaar gebruiken de Delftse aardobservatoren radarbeelden van twee satellieten van de Europese ruimtevaartorganisaties ESA, om wereldwijd aardbevingen en grote grondverzakkingen in kaart te brengen. Het meten van kleine veranderingen aan het aardoppervlak vormde al jaren een grotere uitdaging.

Toch legt de vakgroep momenteel de laatste hand aan een onderzoek naar kleine grondverzakkingen door gaswinning in Groningen. Tijdens dit werk ontdekten de Delftenaren dat minuscule verzakkingen alleen gemeten kunnen worden door beelden van ‘vaste infrastructuur’, zoals huizen en wegen, gedurende een lange tijd met elkaar te vergelijken. “Akkers worden omgeploegd en vegetatie verandert”, licht radaronderzoeker dr.ir. Ramon Hanssen (L&R) toe. “Hierdoor kunnen we aan het meeste land geen bruikbare metingen verrichten.”

Ook dijken bleken geschikte pijlers voor de aardobservatie, omdat ze relatief weinig veranderen. Maar de kleine bewegingen die er wel in zaten, wilden de onderzoekers toch graag in kaart brengen. Helaas hadden ze daar geen goede rekenmethode voor. Hanssen: “Je moet miljoenen pixels op de foto’s met elkaar vergelijken om meetfouten uit de berekening te filteren. Zo wordt de kwaliteit van de foto’s mede bepaald door de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer. Als de lucht vochtig is worden de radarsignalen namelijk een beetje vertraagd.”

Hanssen liet de studenten met dit probleem worstelen. Zij maakten uiteindelijk een model dat patronen herkent in de foto’s. Zoals standaard seizoensfluctuaties in de metingen, veroorzaakt door de luchtvochtigheid. Aan de hand van de patronen bepaalt het model voor elke afzonderlijke pixel of het iets zegt over de vervorming van de dijk.

Uit het project blijkt dat de dijken rondom Marken tussen 1992 en 2001 met tien centimeter zijn verzakt. Andere dijken rond het IJsselmeer blijken stabiel. Ook de dijk bij Harlingen is over een lengte van minstens tien kilometer wat verzakt. “Waarschijnlijk door de lokale zoutwinning”, denkt Hanssen.

Woensdag 8 november presenteerden de studenten hun werk aan ambtenaren van Rijkswaterstaat, diverse waterschappen en onderzoekers van TNO. “We hopen dat waterschappen dit meetsysteem gaan gebruiken”, zegt Hanssen. Dijkwachters kunnen nu alleen effectieve metingen doen als al bekend is dat ergens met een dijk iets aan de hand is. Ze kunnen niet door over de dijken te lopen alles nauwkeurig monitoren.” (TvD)

Tijdens het vak geomatics, van de luchtvaart- en ruimtevaarttechniekvakgroep aardobservaties, ontwikkelden zes masterstudenten van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Technische Bestuurskunde en Civiele Techniek en Geowetenschappen, een ingenieuze rekenmethode die satellietbeelden analyseert. De vakgroep kan hiermee dijkdeformaties op de millimeter nauwkeurig monitoren.

Al meer dan tien jaar gebruiken de Delftse aardobservatoren radarbeelden van twee satellieten van de Europese ruimtevaartorganisaties ESA, om wereldwijd aardbevingen en grote grondverzakkingen in kaart te brengen. Het meten van kleine veranderingen aan het aardoppervlak vormde al jaren een grotere uitdaging.

Toch legt de vakgroep momenteel de laatste hand aan een onderzoek naar kleine grondverzakkingen door gaswinning in Groningen. Tijdens dit werk ontdekten de Delftenaren dat minuscule verzakkingen alleen gemeten kunnen worden door beelden van ‘vaste infrastructuur’, zoals huizen en wegen, gedurende een lange tijd met elkaar te vergelijken. “Akkers worden omgeploegd en vegetatie verandert”, licht radaronderzoeker dr.ir. Ramon Hanssen (L&R) toe. “Hierdoor kunnen we aan het meeste land geen bruikbare metingen verrichten.”

Ook dijken bleken geschikte pijlers voor de aardobservatie, omdat ze relatief weinig veranderen. Maar de kleine bewegingen die er wel in zaten, wilden de onderzoekers toch graag in kaart brengen. Helaas hadden ze daar geen goede rekenmethode voor. Hanssen: “Je moet miljoenen pixels op de foto’s met elkaar vergelijken om meetfouten uit de berekening te filteren. Zo wordt de kwaliteit van de foto’s mede bepaald door de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer. Als de lucht vochtig is worden de radarsignalen namelijk een beetje vertraagd.”

Hanssen liet de studenten met dit probleem worstelen. Zij maakten uiteindelijk een model dat patronen herkent in de foto’s. Zoals standaard seizoensfluctuaties in de metingen, veroorzaakt door de luchtvochtigheid. Aan de hand van de patronen bepaalt het model voor elke afzonderlijke pixel of het iets zegt over de vervorming van de dijk.

Uit het project blijkt dat de dijken rondom Marken tussen 1992 en 2001 met tien centimeter zijn verzakt. Andere dijken rond het IJsselmeer blijken stabiel. Ook de dijk bij Harlingen is over een lengte van minstens tien kilometer wat verzakt. “Waarschijnlijk door de lokale zoutwinning”, denkt Hanssen.

Woensdag 8 november presenteerden de studenten hun werk aan ambtenaren van Rijkswaterstaat, diverse waterschappen en onderzoekers van TNO. “We hopen dat waterschappen dit meetsysteem gaan gebruiken”, zegt Hanssen. Dijkwachters kunnen nu alleen effectieve metingen doen als al bekend is dat ergens met een dijk iets aan de hand is. Ze kunnen niet door over de dijken te lopen alles nauwkeurig monitoren.” (TvD)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.