Naam: Ir. Martijn Jonker (32)Nationaliteit: NederlandseOnderwerp: Modernisering elektriciteitnetwerkPromotors: Prof.d
r. John Groenewegen en dr. Rolf Kúnneke (Techniek, Bestuur en Management)
Tussenstand: Halverwege
“Ik onderzoek elektriciteitsnetwerken. Veel onderdelen, zoals transformators en kabels, zijn in de jaren zestig en zeventig in het netwerk gelegd. Over tien tot twintig jaar zijn die aan vervanging toe. Hoe kunnen we die het beste vervangen? Tegelijkertijd verandert het gebruik van het netwerk. Vroeger was er een centrale plek waar energie werd opgewekt. Nog altijd wordt deze energie vanuit transmissienetwerken getransporteerd en na transformatie tot een lager voltage naar distributienetwerken gestuurd. Na nog een transformatiestap komt het bij de mensen thuis. Ik denk dat we in de toekomst naar een netwerk gaan waarbij veel elektriciteit dichter bij de mensen thuis of door bedrijven zelf wordt opgewekt. Bijvoorbeeld door zonnepanelen of windenergie.
Een ander goed voorbeeld is microwarmtekrachtkoppeling. Die zou bijvoorbeeld de huidige cv-ketel kunnen vervangen. De warmte die vrij komt bij het opwekken van energie gaat vaak verloren. De microwarmtekrachtkoppeling gebruikt die warmte om bijvoorbeeld het water te verwarmen. Dat zorgt ervoor dat het netwerk niet meer alleen gevoed wordt vanuit een centraal punt, maar veelzijdiger wordt.
Een andere belangrijke innovatie is de intelligente meter. Nu hebben mensen thuis een meter die weergeeft hoeveel kilowattuur er gebruikt wordt. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de werkelijke prijs van elektriciteit. De prijs varieert namelijk, afhankelijk van de vraag. Rond zeven en acht uur ’s ochtends, wanneer de meeste mensen opstaan, is er veel vraag en is de elektriciteit dus duur. Maar ’s nachts wordt bijna niets verbruikt.
Een slimme meter zou weergeven hoeveel de elektriciteit op dat moment kost. Bovendien zou je ze zo kunnen instellen dat ze de vaatwasser en wasmachine zelf aanzetten op het moment dat de elektriciteit goedkoop is. Dat scheelt in de portemonnee van de klant en zorgt ervoor dat het netwerk veel efficiënter gebruikt wordt.
Het zou economisch ook veel op kunnen leveren. Er bestaan generatoren voor een hoge piekbelasting. Die worden maar heel weinig ingezet en zijn duur. Als het netwerk beter wordt benut en het elektriciteitsverbruik wordt verspreid over de dag en nacht, zou je die generatoren niet meer nodig hebben.
De grote stroomstoringen in Italië en New York geven volgens mij aan dat er iets moet gebeuren in het netwerk. Ook de huidige discussie over energieverbruik maakt mijn onderzoek interessant. De kranten staan vol met milieuproblematiek en duurzaamheid. Dat mijn onderzoek maatschappelijk relevant is, geeft het een meerwaarde. Elektriciteit staat hoog op de politieke agenda en daardoor veranderen de ideeën over het gebruik van het netwerk ook voortdurend. Gebruik van windenergie en zonne-energie zorgen bijvoorbeeld voor heel andere eisen aan het netwerk. En dat neem ik mee in mijn onderzoek.” (RV)
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Naam: Ir. Martijn Jonker (32)
Nationaliteit: Nederlandse
Onderwerp: Modernisering elektriciteitnetwerk
Promotors: Prof.dr. John Groenewegen en dr. Rolf Kúnneke (Techniek, Bestuur en Management)
Tussenstand: Halverwege
“Ik onderzoek elektriciteitsnetwerken. Veel onderdelen, zoals transformators en kabels, zijn in de jaren zestig en zeventig in het netwerk gelegd. Over tien tot twintig jaar zijn die aan vervanging toe. Hoe kunnen we die het beste vervangen? Tegelijkertijd verandert het gebruik van het netwerk. Vroeger was er een centrale plek waar energie werd opgewekt. Nog altijd wordt deze energie vanuit transmissienetwerken getransporteerd en na transformatie tot een lager voltage naar distributienetwerken gestuurd. Na nog een transformatiestap komt het bij de mensen thuis. Ik denk dat we in de toekomst naar een netwerk gaan waarbij veel elektriciteit dichter bij de mensen thuis of door bedrijven zelf wordt opgewekt. Bijvoorbeeld door zonnepanelen of windenergie.
Een ander goed voorbeeld is microwarmtekrachtkoppeling. Die zou bijvoorbeeld de huidige cv-ketel kunnen vervangen. De warmte die vrij komt bij het opwekken van energie gaat vaak verloren. De microwarmtekrachtkoppeling gebruikt die warmte om bijvoorbeeld het water te verwarmen. Dat zorgt ervoor dat het netwerk niet meer alleen gevoed wordt vanuit een centraal punt, maar veelzijdiger wordt.
Een andere belangrijke innovatie is de intelligente meter. Nu hebben mensen thuis een meter die weergeeft hoeveel kilowattuur er gebruikt wordt. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de werkelijke prijs van elektriciteit. De prijs varieert namelijk, afhankelijk van de vraag. Rond zeven en acht uur ’s ochtends, wanneer de meeste mensen opstaan, is er veel vraag en is de elektriciteit dus duur. Maar ’s nachts wordt bijna niets verbruikt.
Een slimme meter zou weergeven hoeveel de elektriciteit op dat moment kost. Bovendien zou je ze zo kunnen instellen dat ze de vaatwasser en wasmachine zelf aanzetten op het moment dat de elektriciteit goedkoop is. Dat scheelt in de portemonnee van de klant en zorgt ervoor dat het netwerk veel efficiënter gebruikt wordt.
Het zou economisch ook veel op kunnen leveren. Er bestaan generatoren voor een hoge piekbelasting. Die worden maar heel weinig ingezet en zijn duur. Als het netwerk beter wordt benut en het elektriciteitsverbruik wordt verspreid over de dag en nacht, zou je die generatoren niet meer nodig hebben.
De grote stroomstoringen in Italië en New York geven volgens mij aan dat er iets moet gebeuren in het netwerk. Ook de huidige discussie over energieverbruik maakt mijn onderzoek interessant. De kranten staan vol met milieuproblematiek en duurzaamheid. Dat mijn onderzoek maatschappelijk relevant is, geeft het een meerwaarde. Elektriciteit staat hoog op de politieke agenda en daardoor veranderen de ideeën over het gebruik van het netwerk ook voortdurend. Gebruik van windenergie en zonne-energie zorgen bijvoorbeeld voor heel andere eisen aan het netwerk. En dat neem ik mee in mijn onderzoek.” (RV)
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.