Onderwijs

Sleutelen aan prestigieus gevechtsvliegtuig

Zes studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek werkten mee aan Lockheed Martins Joint Strike Fighter in Texas. Ze zagen het toestel stapje voor stapje ontstaan, beleefden de competitieve Amerikaanse werkgeest en ontkwamen ternauwernood aan orkaan Katrina tijdens een weekendje New Orleans.

Vorige maand kwamen ze terug van hun Amerikaanse ‘droomstage’.

“De JSF is misschien wel het allerlaatste type bemand gevechtsvliegtuig dat gebouwd wordt. Ongelooflijk dat wij daar als stagiairs aan mee hebben mogen werken”, zegt Joost van Tooren (26). Samen met medestudenten Sjoerd Lincklaen Arriëns (25) en Jasper Brouwers (24) van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek vertelt hij hoe zij en drie andere studenten L&R meewerkten aan het eerste JSF-toestel. Zes maanden lang liepen ze rond in de assembly hall van Lockheed Martin, een anderhalf kilometer lange hangar in de stad Forth Worth in Texas, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de B-24 bommenwerpers gebouwd werden. Ze bogen zich over de aërodynamica, het ontwerp van de huidpanelen, de bekabeling en de algehele logistieke operatie van het megaproject. “De bovenkant van de vleugel zat er nog niet op”, zegt Van Tooren. “Je kon dus alles wat in het vliegtuig gebeurde goed volgen.” “De motor zal er nu wel in zitten”, zegt Lincklaen Arriëns met een beetje weemoed.

Het is de derde maal dat studenten uit Delft stage lopen bij Lockheed Martin, en een volgende lichting vertrekt in juli. Voor de stagiairs is het dé kans om te laten zien wat ze op de werkvloer waard zijn. Van Tooren en kompanen ontvingen voor hun werkzaamheden de prijs ‘voortreffelijke prestaties’ in het Lockheed Martin F-35 Joint Strike Fighter-programma van de vliegtuigfabrikant. “Blijkbaar hebben we tijdens onze studie de juiste kennis meegekregen om mee te draaien in een internationaal team”, aldus Lincklaen Arriëns, die tijdens zijn verblijf onder meer een cursus voor ingenieurs schreef. “Tweeduizend ingenieurs gaan die handleiding gebruiken om op te zoeken welke stappen ze moeten doorlopen als ze onverhoeds een deel van het ontwerp van het vliegtuig dienen te veranderen. Dit om te voorkomen dat het hele logistieke proces in de war loopt.”

Hoewel het toestel voornamelijk van Amerikaanse makelij is, werken er nog acht andere landen aan mee. Naast Texas worden onderdelen gemaakt door Stork Fokker in Papendrecht, en fabrikanten in onder meer Napels, Melbourne en Londen. “Moet je je voorstellen, drieduizend ingenieurs die wereldwijd samenwerken. Het toestel is hierdoor net als een organisme dat continu verandert”, zegt Van Tooren, die de aërodynamica van het toestel onder de loep nam en de werking van de stuurvlakken onderzocht aan de hand van computersimulaties. “Telkens als een onderdeel aangepast moet worden, worden alle afdelingen geraadpleegd. Door de tijdsverschillen gaat het project non-stop door.”

Voordat de studenten naar de VS gingen, kenden ze elkaar nauwelijks. Van Tooren: “We ontmoetten elkaar én de andere drie studenten, Joris Grotenhuis, Florian van Rijn van Alkemade en Rudy van Steen, slechts af en toe om onze reis te bespreken. In de VS leerden we elkaar echt goed kennen. We deelden twee appartementen vlakbij de vliegtuigfabriek, gingen samen naar het werk en naar feestjes in een oude pick-uptruck.”

Met hun wagen trokken de studenten in de weekends het land in. Het was vrijdag 26 augustus toen het groepje nietsvermoedend naar New Orleans reed. De studenten wisten dat er op dat moment een orkaan over Florida heen ging, maar niet veel meer dan dat. Brouwers: “We maakten lange dagen en hadden geen televisie. Daardoor waren we niet goed op de hoogte van wat er stond te gebeuren.”

Zaterdag kregen ze een telefoontje van collega’s uit Texas die hen waarschuwden. Van Tooren: “Het was stralend weer, maar voor de zekerheid besloten we die avond toch maar terug te gaan.” Lincklaen Arriëns: “Iedereen daar dacht: dit is de zoveelste orkaan, die overleven we ook wel weer. Op spaanplaten die voor huizen lagen, stonden de namen geschreven van de orkanen die ze al doorstaan hadden. Ze timmeren die borden wel twee â drie keer per jaar tegen hun huizen.”

Terug op de werkvloer in het zonovergoten Texas op maandagochtend, schaarde men zich om beeldschermen met CNN om de verwoestende werking van Katrina te zien. Lincklaen Arriëns: “We hadden collega’s uit heel Amerika, dus er waren ook mensen uit New Orleans, of mensen die daar kennissen en familie hadden. Ze lieten ons foto’s zien van gebouwen die helemaal kapot waren, gebouwen waar we kort daarvoor gestaan hadden.”

De gemoedelijke sfeer in Forth Worth trok de studenten erg aan. Ook buiten werktijden maakten ze veel kennissen. Zo werden ze met Thanksgiving allemaal uitgenodigd door een buurmeisje om bij haar familie in Chicago kalkoen te eten. “Op die speciale dag laten Amerikanen niemand de avond alleen doorbrengen. We zouden ook bij elke stagebegeleider welkom zijn geweest”, vertelt Brouwers.

Om vaart achter de bouw te zetten hielden de afdelingen onderling wedstrijdjes wie als eerste zijn werk af had. Brouwers: “Hoewel er al ontzettend hard gewerkt werd . sommige mensen maakten wel dagen van twaalf uur – motiveerde dit soort wedstrijdjes de werknemers extra. Elke week werd iemand op de werkvloer uitgeroepen tot medewerker van de week.”

De Delftenaren hebben geen uitgesproken mening op de vraag of de in Nederland omstreden JSF, wel of geen goede investering is. “Vanuit een ingenieurs point of view is het een fantastisch project”, zegt Van Tooren. “Het was een droomstage.”

De studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek die afgelopen jaar stage liepen bij Lockheed Martin in Forth Worth Texas, voor het gebouw van de vliegtuigfabrikant. Vlak achter hen staan modellen van de F16 en de Joint Strike Fighter. Van linksboven naar rechtsonder: Jasper Brouwers, Sjoerd Lincklaen Arriëns, Florian van Rijn van Alkemade, Joost van Tooren, Joris Grotenhuis en Rudy van Steen. (Foto: Lockheed Martin Aeronautic)

“De JSF is misschien wel het allerlaatste type bemand gevechtsvliegtuig dat gebouwd wordt. Ongelooflijk dat wij daar als stagiairs aan mee hebben mogen werken”, zegt Joost van Tooren (26). Samen met medestudenten Sjoerd Lincklaen Arriëns (25) en Jasper Brouwers (24) van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek vertelt hij hoe zij en drie andere studenten L&R meewerkten aan het eerste JSF-toestel. Zes maanden lang liepen ze rond in de assembly hall van Lockheed Martin, een anderhalf kilometer lange hangar in de stad Forth Worth in Texas, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de B-24 bommenwerpers gebouwd werden. Ze bogen zich over de aërodynamica, het ontwerp van de huidpanelen, de bekabeling en de algehele logistieke operatie van het megaproject. “De bovenkant van de vleugel zat er nog niet op”, zegt Van Tooren. “Je kon dus alles wat in het vliegtuig gebeurde goed volgen.” “De motor zal er nu wel in zitten”, zegt Lincklaen Arriëns met een beetje weemoed.

Het is de derde maal dat studenten uit Delft stage lopen bij Lockheed Martin, en een volgende lichting vertrekt in juli. Voor de stagiairs is het dé kans om te laten zien wat ze op de werkvloer waard zijn. Van Tooren en kompanen ontvingen voor hun werkzaamheden de prijs ‘voortreffelijke prestaties’ in het Lockheed Martin F-35 Joint Strike Fighter-programma van de vliegtuigfabrikant. “Blijkbaar hebben we tijdens onze studie de juiste kennis meegekregen om mee te draaien in een internationaal team”, aldus Lincklaen Arriëns, die tijdens zijn verblijf onder meer een cursus voor ingenieurs schreef. “Tweeduizend ingenieurs gaan die handleiding gebruiken om op te zoeken welke stappen ze moeten doorlopen als ze onverhoeds een deel van het ontwerp van het vliegtuig dienen te veranderen. Dit om te voorkomen dat het hele logistieke proces in de war loopt.”

Hoewel het toestel voornamelijk van Amerikaanse makelij is, werken er nog acht andere landen aan mee. Naast Texas worden onderdelen gemaakt door Stork Fokker in Papendrecht, en fabrikanten in onder meer Napels, Melbourne en Londen. “Moet je je voorstellen, drieduizend ingenieurs die wereldwijd samenwerken. Het toestel is hierdoor net als een organisme dat continu verandert”, zegt Van Tooren, die de aërodynamica van het toestel onder de loep nam en de werking van de stuurvlakken onderzocht aan de hand van computersimulaties. “Telkens als een onderdeel aangepast moet worden, worden alle afdelingen geraadpleegd. Door de tijdsverschillen gaat het project non-stop door.”

Voordat de studenten naar de VS gingen, kenden ze elkaar nauwelijks. Van Tooren: “We ontmoetten elkaar én de andere drie studenten, Joris Grotenhuis, Florian van Rijn van Alkemade en Rudy van Steen, slechts af en toe om onze reis te bespreken. In de VS leerden we elkaar echt goed kennen. We deelden twee appartementen vlakbij de vliegtuigfabriek, gingen samen naar het werk en naar feestjes in een oude pick-uptruck.”

Met hun wagen trokken de studenten in de weekends het land in. Het was vrijdag 26 augustus toen het groepje nietsvermoedend naar New Orleans reed. De studenten wisten dat er op dat moment een orkaan over Florida heen ging, maar niet veel meer dan dat. Brouwers: “We maakten lange dagen en hadden geen televisie. Daardoor waren we niet goed op de hoogte van wat er stond te gebeuren.”

Zaterdag kregen ze een telefoontje van collega’s uit Texas die hen waarschuwden. Van Tooren: “Het was stralend weer, maar voor de zekerheid besloten we die avond toch maar terug te gaan.” Lincklaen Arriëns: “Iedereen daar dacht: dit is de zoveelste orkaan, die overleven we ook wel weer. Op spaanplaten die voor huizen lagen, stonden de namen geschreven van de orkanen die ze al doorstaan hadden. Ze timmeren die borden wel twee â drie keer per jaar tegen hun huizen.”

Terug op de werkvloer in het zonovergoten Texas op maandagochtend, schaarde men zich om beeldschermen met CNN om de verwoestende werking van Katrina te zien. Lincklaen Arriëns: “We hadden collega’s uit heel Amerika, dus er waren ook mensen uit New Orleans, of mensen die daar kennissen en familie hadden. Ze lieten ons foto’s zien van gebouwen die helemaal kapot waren, gebouwen waar we kort daarvoor gestaan hadden.”

De gemoedelijke sfeer in Forth Worth trok de studenten erg aan. Ook buiten werktijden maakten ze veel kennissen. Zo werden ze met Thanksgiving allemaal uitgenodigd door een buurmeisje om bij haar familie in Chicago kalkoen te eten. “Op die speciale dag laten Amerikanen niemand de avond alleen doorbrengen. We zouden ook bij elke stagebegeleider welkom zijn geweest”, vertelt Brouwers.

Om vaart achter de bouw te zetten hielden de afdelingen onderling wedstrijdjes wie als eerste zijn werk af had. Brouwers: “Hoewel er al ontzettend hard gewerkt werd . sommige mensen maakten wel dagen van twaalf uur – motiveerde dit soort wedstrijdjes de werknemers extra. Elke week werd iemand op de werkvloer uitgeroepen tot medewerker van de week.”

De Delftenaren hebben geen uitgesproken mening op de vraag of de in Nederland omstreden JSF, wel of geen goede investering is. “Vanuit een ingenieurs point of view is het een fantastisch project”, zegt Van Tooren. “Het was een droomstage.”

De studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek die afgelopen jaar stage liepen bij Lockheed Martin in Forth Worth Texas, voor het gebouw van de vliegtuigfabrikant. Vlak achter hen staan modellen van de F16 en de Joint Strike Fighter. Van linksboven naar rechtsonder: Jasper Brouwers, Sjoerd Lincklaen Arriëns, Florian van Rijn van Alkemade, Joost van Tooren, Joris Grotenhuis en Rudy van Steen. (Foto: Lockheed Martin Aeronautic)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.