De TU Delft moet snel het Engels van haar docenten op peil brengen en voor dictaten en tentamens een vertaalbureau oprichten.
Een aantal jaren geleden zijn de eerste Engelstalige masters ingevoerd aan de TU Delft, en dat is niet geheel vlekkeloos verlopen: het Engels van zowel studenten als docenten laat te wensen over. Om te voorkomen dat dit resulteert in slecht onderwijs en het wegblijven van buitenlandse studenten, is het noodzakelijk om nu maatregelen te nemen.
Niet voor alle docenten is de omschakeling van het Nederlands naar het Engels even gemakkelijk. Dat kan het best worden geïllustreerd met een voorbeeld uit eigen praktijk: een docent krijgt het voor elkaar een vraag te formuleren die vervolgens bijna goed wordt beantwoord door een buitenlandse student. Als de docent dan reageert met: “You are in the neighbourhood”, zakt mij de broek op de enkels.
Veel studenten zullen zich nog wel de Worst Teacher Award van de Vssd herinneren, waarin meesterlijke uitspraken zijn gedaan als: “You have to screw up the number“, of “The results are in battle with the theory“. Het lijken misschien uitzonderingen en een foutje moet kunnen, maar helaas wijst de praktijk uit dat dit geen uitzonderingen zijn.
Het Engels wordt nog door een te groot deel van het docentencorps onvoldoende beheerst. Het formuleren van zinnen in het Engels is voor sommige docenten al een enorm probleem, over de uitspraak heb ik het dan nog niet eens gehad. Sommige docenten spreken de taal zo slecht uit, dat het voor niet-Nederlanders onmogelijk is te verstaan wat hij zegt.
Helaas is niet alleen het gesproken Engels voor bepaalde docenten een probleem. Tentamenvragen formuleren en het schrijven van een dictaat blijken schier onmogelijke opgaven. Dat tentamenvragen letterlijk vanuit het Nederlands zijn vertaald is nog niet het ergste. Waar het vooral aan schort, is een gebrek aan vermogen om zich uit te drukken in het Engels. Na lang gepuzzel weet de student wat de docent bedoelt, maar dit kan voor buitenlandse studenten extra problemen opleveren. De TU Delft is zo’n groot en rijk instituut, dat het van de zotte is dat er docenten rondlopen die het Engels totaal niet machtig zijn. Deze problemen zouden absoluut niet voor mogen komen.
De plotselinge overstap naar het Engels is mede schuldig aan de problemen. Studenten krijgen in de bachelorfase niet of nauwelijks te maken met Engelstalig onderwijs, en worden opeens in de masterfase geacht het Engels volledig te beheersen. De enige oplossing voor het probleem is oefenen, of in termen van de TU te spreken: learning by doing.
Het is een taak van de TU om studenten al gedurende de bachelorfase kennis met het Engels te laten maken. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van presentaties en het schrijven van rapporten in het Engels.
De TU neemt tegenover docenten momenteel een te lakse houding in. Een docent kan door de decaan worden aangeraden een cursus Engels te volgen. Is de docent vervolgens niet bereid deze cursus te doen, dan is er niets aan de hand en blijft de situatie bij het oude. Dit is op z’n zachtst gezegd geen goede aanpak. Elke docent zou een door een internationaal instituut ontwikkelde test moeten afleggen en minstens een 7,5 moeten scoren. Haalt de docent dit niet, dan moet hij verplicht een cursus Engels volgen, totdat hij wel het gewenste niveau heeft bereikt.
Verder dienen de dictaten en tentamens te worden gecontroleerd op het Engels. Dit houdt in dat alle dictaten en tentamens zorgvuldig doorgelezen en gecorrigeerd moeten worden door een op te richten TU-vertaalbureau. Zo zijn studenten verzekerd van duidelijke dictaten en dat is al een grote stap in de goede richting.
Het Engels aan de TU moet door alle docenten voldoende worden beheerst, anders zal de TU minder aantrekkelijk worden voor zowel Nederlandse als buitenlandse studenten. Deze studenten verlangen toponderwijs aan een topinstituut en dan moet de kwaliteit van het Engels ook top zijn.
De auteur is lid van de studentenraad namens de AAG.
Een aantal jaren geleden zijn de eerste Engelstalige masters ingevoerd aan de TU Delft, en dat is niet geheel vlekkeloos verlopen: het Engels van zowel studenten als docenten laat te wensen over. Om te voorkomen dat dit resulteert in slecht onderwijs en het wegblijven van buitenlandse studenten, is het noodzakelijk om nu maatregelen te nemen.
Niet voor alle docenten is de omschakeling van het Nederlands naar het Engels even gemakkelijk. Dat kan het best worden geïllustreerd met een voorbeeld uit eigen praktijk: een docent krijgt het voor elkaar een vraag te formuleren die vervolgens bijna goed wordt beantwoord door een buitenlandse student. Als de docent dan reageert met: “You are in the neighbourhood”, zakt mij de broek op de enkels.
Veel studenten zullen zich nog wel de Worst Teacher Award van de Vssd herinneren, waarin meesterlijke uitspraken zijn gedaan als: “You have to screw up the number“, of “The results are in battle with the theory“. Het lijken misschien uitzonderingen en een foutje moet kunnen, maar helaas wijst de praktijk uit dat dit geen uitzonderingen zijn.
Het Engels wordt nog door een te groot deel van het docentencorps onvoldoende beheerst. Het formuleren van zinnen in het Engels is voor sommige docenten al een enorm probleem, over de uitspraak heb ik het dan nog niet eens gehad. Sommige docenten spreken de taal zo slecht uit, dat het voor niet-Nederlanders onmogelijk is te verstaan wat hij zegt.
Helaas is niet alleen het gesproken Engels voor bepaalde docenten een probleem. Tentamenvragen formuleren en het schrijven van een dictaat blijken schier onmogelijke opgaven. Dat tentamenvragen letterlijk vanuit het Nederlands zijn vertaald is nog niet het ergste. Waar het vooral aan schort, is een gebrek aan vermogen om zich uit te drukken in het Engels. Na lang gepuzzel weet de student wat de docent bedoelt, maar dit kan voor buitenlandse studenten extra problemen opleveren. De TU Delft is zo’n groot en rijk instituut, dat het van de zotte is dat er docenten rondlopen die het Engels totaal niet machtig zijn. Deze problemen zouden absoluut niet voor mogen komen.
De plotselinge overstap naar het Engels is mede schuldig aan de problemen. Studenten krijgen in de bachelorfase niet of nauwelijks te maken met Engelstalig onderwijs, en worden opeens in de masterfase geacht het Engels volledig te beheersen. De enige oplossing voor het probleem is oefenen, of in termen van de TU te spreken: learning by doing.
Het is een taak van de TU om studenten al gedurende de bachelorfase kennis met het Engels te laten maken. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van presentaties en het schrijven van rapporten in het Engels.
De TU neemt tegenover docenten momenteel een te lakse houding in. Een docent kan door de decaan worden aangeraden een cursus Engels te volgen. Is de docent vervolgens niet bereid deze cursus te doen, dan is er niets aan de hand en blijft de situatie bij het oude. Dit is op z’n zachtst gezegd geen goede aanpak. Elke docent zou een door een internationaal instituut ontwikkelde test moeten afleggen en minstens een 7,5 moeten scoren. Haalt de docent dit niet, dan moet hij verplicht een cursus Engels volgen, totdat hij wel het gewenste niveau heeft bereikt.
Verder dienen de dictaten en tentamens te worden gecontroleerd op het Engels. Dit houdt in dat alle dictaten en tentamens zorgvuldig doorgelezen en gecorrigeerd moeten worden door een op te richten TU-vertaalbureau. Zo zijn studenten verzekerd van duidelijke dictaten en dat is al een grote stap in de goede richting.
Het Engels aan de TU moet door alle docenten voldoende worden beheerst, anders zal de TU minder aantrekkelijk worden voor zowel Nederlandse als buitenlandse studenten. Deze studenten verlangen toponderwijs aan een topinstituut en dan moet de kwaliteit van het Engels ook top zijn.
De auteur is lid van de studentenraad namens de AAG.
Comments are closed.