Aan de TU hield Bart Lindner gemengde gevoelens over. Slavenwerk, noemt hij de vele berekeningen die hij bij maritieme techniek in de jaren zestig moest maken.
Maar dat zorgde er wel voor dat hij nu zijn mannetje staat voor de klas. Al 37 jaar doceert de maritiem ingenieur natuurkunde op het Sint Stanislas College Delft.
De eerste keer voor de klas staat nog op zijn netvlies gegrift. Hij was nog niet eens afgestudeerd aan de TU, had net zijn scriptie ingeleverd. En hij had nog nooit voor een klas gestaan, laat staan didactische vaardigheden geleerd. “Toch ging die eerste les heel redelijk”, zegt Lindnder. “Het was een 5-atheneumklas. Ze waren vrij rustig, maar de zenuwen gierden door mijn keel. Daarna kwam een 3-atheneumklas. Andere leraren hadden me verteld dat ze op pagina zus en zo waren gebleven, dus dat had ik netjes voorbereid. Toen ik die stof wilde behandelen vertelden de leerlingen me doodleuk dat ze dat al lang hadden gehad. Plots moest ik ze andere lesstof bijbrengen, zonder dat ik dat had voorbereid. Ik stond met mijn mond vol tanden.”
Het schrok Lindner niet af. Integendeel. Al snel kreeg de maritiem ingenieur de smaak van het lesgeven te pakken. Hij heeft net zijn 37ste jaar als leraar afgesloten. En alle smoezen heeft hij al wel eens gehoord. Met de opmerking dat je hond je huiswerk heeft opgegeten of dat de brug open stond, kom je tegenwoordig op de middelbare school nergens meer. “Een meisje kwam een keer buiten adem de klas ingestormd. Ze was te laat. Ze vertelde dat er koeien uit het weiland waren gebroken en dat ze had meegeholpen om ze weer in de wei te krijgen. Dat is de beste smoes die ik ooit gehoord heb. Of het waar is, weet ik niet. Maar dat is altijd moeilijk te achterhalen.”
Slavenwerk
Lindner vindt zichzelf geen strenge leraar. “Ik ben vreselijk soepel. Als iemand de boel wil flessen kan dat altijd wel. Ik kan wel als een terriër elke les het huiswerk van mijn leerlingen inzien, maar dan creëer ik een overschrijfcultuur. Daar heeft niemand wat aan. Ik stel daarom vaak de vraag hoe ze de som hebben gemaakt. Dan weet je of iemand serieus bezig is geweest. Uiteindelijk wil je de leerlingen wat leren. Het mooiste vind ik nog steeds dat je ze in 4-havo of 4-vwo voor het eerst ziet en dat ze twee of drie jaar later de school verlaten en veel wijzer zijn geworden.”
En natuurlijk strelen de leerlingen die natuurkunde zijn gaan studeren zijn het ego.“Een paar oud-leerlingen van me hebben gezegd dat ze mijn lessen zo leuk vonden, dat ze natuurkunde zijn gaan studeren. Dat vind ik echt leuk om te horen. Er is zelfs een oud-scholier van me nu hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Maar er zijn ook een heleboel scholieren die geen natuurkunde zijn gaan studeren, hoor. We hebben op onze school wel een heel hoog percentage dat voor een bètapakket kiest. In onze gloriejaren koos zeventig procent een bètapakket. Nu ligt dat vaak rond zestig procent, dat is heel hoog. Docenten van andere scholen vragen hoe we dat doen. Misschien komt het doordat we in Delft zitten en veel kinderen van TU’ers op deze school zitten?”
Het leek er lang niet op dat Lindner leraar zou worden. Hij had er nooit over nagedacht. Bij toeval hoorde hij via via van een vacature bij het Stanislascollege. “Ik ging maritieme techniek studeren, omdat ik gefascineerd was door het bouwen van dingen. Dat je van niets iets kan maken, vond ik geweldig. Maar tijdens mijn studie kwam ik erachter dat ik helemaal niet zo handig was. Al snel kreeg ik daarom geen constructieopdrachten meer. Ik richtte me steeds meer op de theorie. Lesgeven, kennis overdragen, leek me tijdens mijn studie daarom al erg leuk.”
Maritieme techniek studeren was zeker geen sinecure midden jaren zestig, toen computers nog exotisch waren. Alles moest uit het hoofd met een kladblok vol berekeningen worden uitgepuzzeld. “Dat was slavenwerk”, zegt Lindner terugblikkend. “Het ontwerp van een schip uitrekenen kostte bijna een jaar. De gemiddelde studietijd voor maritieme techniek was niet voor niets negen jaar. Veranderde je iets in het ontwerp, dan moest je de hele waterverplaatsing en stabiliteitsberekeningen aanpassen. Dat was stomvervelend werk.”
Eind jaren zestig kwam de computer als een reddende engel voor de zwoegende studenten. “Maar toen was ik al bijna afgestudeerd. Voortaan kon je al die berekeningen op de computer maken, terwijl ik had geleerd het allemaal uit het blote hoofd te doen. Ik had overbodige kennis opgedaan, dacht ik toen. Nu heb ik er veel aan, ik heb er heel goed door leren rekenen en dat helpt je als je voor de klas staat.”
Zwartboek
Lindner was een actieve student in Delft, die zich vol overgave stortte in de rode golf die over de Nederlandse universiteiten trok. “Ik werd als eerstejaars lid van Virgiel. Toen had je nog een heftige ontgroening, waarbij ik werd kaalgeschoren. Maar al snel liet ik de vereniging links liggen. Ik maakte deel uit van een actiegroep bij maritieme techniek.”
De actiegroep streed voor meer democratie binnen de universiteit. “We wilden meer inspraak en we ergerden ons dood aan het irritante rekenwerk en we waren tegen de ontgroeningen bij studentenverenigingen. Er waren heel autoritaire hoogleraren, die geen tegenspraak duldden. Ik heb toen een zwartboek gemaakt van de afdeling, waarin ik met een sarcastische ondertoon aankaartte wat mis was. Ik nam voortdurend hoogleraren op de hak. Dat vonden ze helemaal niet leuk, maar ze reageerden heel netjes. Veel van de hoogleraren die niet wilden veranderen, zijn toen met pensioen gegaan.”
In de bijna veertig jaar dat Lindner les heeft gegeven, heeft hij ontelbare veranderingen de revue zien passeren. “Ik ben er boos over dat leraren tegenwoordig schandalig slecht worden betaald.”
Over het studiehuis en de tweede fase is de docent gematigder. “Dat studenten nu werkstukken moeten maken vind ik heel goed. Ze leren zelf dingen onderzoeken. De parate kennis van leerlingen is nu minder, maar daar staat tegenover dat ze meer geoefend zijn in het oplossen van praktische problemen.”
Lindner vindt het vooral heel frustrerend dat er veel minder natuurkundelessen worden gegeven. “Vroeger kreeg de bovenbouw vier uur natuurkunde in de week, nu is dat gehalveerd. Daarom weten veel scholieren tegenwoordig veel minder. Ik vind niet dat de leerlingen veel zijn veranderd. Hun houding en instelling zijn vrijwel hetzelfde gebleven. Het grote verschil is dat jongeren nu zoveel afleiding hebben. Ze hebben een bijbaantje, sporten en hebben een computer op hun kamer. Doordat ze het zo druk hebben, speelt de studie een minder belangrijke rol.”
Schoolkoor
Voor Lindner was het afgelopen jaar bijzonder. Vanaf september gaat hij vervroegd met pensioen. “Ik had geen zin meer om weer een nieuw examenprogramma helemaal te doorlopen. En het nakijkwerk zal ik ook zeker niet missen. De eerste vijf blaadjes zijn heel spannend, omdat je wilt weten of je leerlingen het goed hebben begrepen. Maar bij het twintigste proefwerk is het behoorlijk saai. Ik neem niet definitief afscheid. Ik blijf zingen in het schoolkoor, dus ik zal hier nog regelmatig over de vloer komen. En ik heb al een paar leerlingen aangeboden om ze bijles te geven bij mij thuis. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan.”
Naam: Ir. Bart Lindner (62)
Woonplaats: Delft
Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd, drie kinderen
Studie: Maritieme techniek
Afstudeerrichting: Scheepshydrodynamica
Afgestudeerd: 1970
Loopbaan: Na zijn afstuderen ging Bart Lindner aan de slag bij het Sint Stanislas College in Delft. Hij geeft voornamelijk les aan de bovenbouw van havo en vwo. Sinds 2004 schrijft Lindner regelmatig voor www.natuurkunde.nl.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
De eerste keer voor de klas staat nog op zijn netvlies gegrift. Hij was nog niet eens afgestudeerd aan de TU, had net zijn scriptie ingeleverd. En hij had nog nooit voor een klas gestaan, laat staan didactische vaardigheden geleerd. “Toch ging die eerste les heel redelijk”, zegt Lindnder. “Het was een 5-atheneumklas. Ze waren vrij rustig, maar de zenuwen gierden door mijn keel. Daarna kwam een 3-atheneumklas. Andere leraren hadden me verteld dat ze op pagina zus en zo waren gebleven, dus dat had ik netjes voorbereid. Toen ik die stof wilde behandelen vertelden de leerlingen me doodleuk dat ze dat al lang hadden gehad. Plots moest ik ze andere lesstof bijbrengen, zonder dat ik dat had voorbereid. Ik stond met mijn mond vol tanden.”
Het schrok Lindner niet af. Integendeel. Al snel kreeg de maritiem ingenieur de smaak van het lesgeven te pakken. Hij heeft net zijn 37ste jaar als leraar afgesloten. En alle smoezen heeft hij al wel eens gehoord. Met de opmerking dat je hond je huiswerk heeft opgegeten of dat de brug open stond, kom je tegenwoordig op de middelbare school nergens meer. “Een meisje kwam een keer buiten adem de klas ingestormd. Ze was te laat. Ze vertelde dat er koeien uit het weiland waren gebroken en dat ze had meegeholpen om ze weer in de wei te krijgen. Dat is de beste smoes die ik ooit gehoord heb. Of het waar is, weet ik niet. Maar dat is altijd moeilijk te achterhalen.”
Slavenwerk
Lindner vindt zichzelf geen strenge leraar. “Ik ben vreselijk soepel. Als iemand de boel wil flessen kan dat altijd wel. Ik kan wel als een terriër elke les het huiswerk van mijn leerlingen inzien, maar dan creëer ik een overschrijfcultuur. Daar heeft niemand wat aan. Ik stel daarom vaak de vraag hoe ze de som hebben gemaakt. Dan weet je of iemand serieus bezig is geweest. Uiteindelijk wil je de leerlingen wat leren. Het mooiste vind ik nog steeds dat je ze in 4-havo of 4-vwo voor het eerst ziet en dat ze twee of drie jaar later de school verlaten en veel wijzer zijn geworden.”
En natuurlijk strelen de leerlingen die natuurkunde zijn gaan studeren zijn het ego.“Een paar oud-leerlingen van me hebben gezegd dat ze mijn lessen zo leuk vonden, dat ze natuurkunde zijn gaan studeren. Dat vind ik echt leuk om te horen. Er is zelfs een oud-scholier van me nu hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Maar er zijn ook een heleboel scholieren die geen natuurkunde zijn gaan studeren, hoor. We hebben op onze school wel een heel hoog percentage dat voor een bètapakket kiest. In onze gloriejaren koos zeventig procent een bètapakket. Nu ligt dat vaak rond zestig procent, dat is heel hoog. Docenten van andere scholen vragen hoe we dat doen. Misschien komt het doordat we in Delft zitten en veel kinderen van TU’ers op deze school zitten?”
Het leek er lang niet op dat Lindner leraar zou worden. Hij had er nooit over nagedacht. Bij toeval hoorde hij via via van een vacature bij het Stanislascollege. “Ik ging maritieme techniek studeren, omdat ik gefascineerd was door het bouwen van dingen. Dat je van niets iets kan maken, vond ik geweldig. Maar tijdens mijn studie kwam ik erachter dat ik helemaal niet zo handig was. Al snel kreeg ik daarom geen constructieopdrachten meer. Ik richtte me steeds meer op de theorie. Lesgeven, kennis overdragen, leek me tijdens mijn studie daarom al erg leuk.”
Maritieme techniek studeren was zeker geen sinecure midden jaren zestig, toen computers nog exotisch waren. Alles moest uit het hoofd met een kladblok vol berekeningen worden uitgepuzzeld. “Dat was slavenwerk”, zegt Lindner terugblikkend. “Het ontwerp van een schip uitrekenen kostte bijna een jaar. De gemiddelde studietijd voor maritieme techniek was niet voor niets negen jaar. Veranderde je iets in het ontwerp, dan moest je de hele waterverplaatsing en stabiliteitsberekeningen aanpassen. Dat was stomvervelend werk.”
Eind jaren zestig kwam de computer als een reddende engel voor de zwoegende studenten. “Maar toen was ik al bijna afgestudeerd. Voortaan kon je al die berekeningen op de computer maken, terwijl ik had geleerd het allemaal uit het blote hoofd te doen. Ik had overbodige kennis opgedaan, dacht ik toen. Nu heb ik er veel aan, ik heb er heel goed door leren rekenen en dat helpt je als je voor de klas staat.”
Zwartboek
Lindner was een actieve student in Delft, die zich vol overgave stortte in de rode golf die over de Nederlandse universiteiten trok. “Ik werd als eerstejaars lid van Virgiel. Toen had je nog een heftige ontgroening, waarbij ik werd kaalgeschoren. Maar al snel liet ik de vereniging links liggen. Ik maakte deel uit van een actiegroep bij maritieme techniek.”
De actiegroep streed voor meer democratie binnen de universiteit. “We wilden meer inspraak en we ergerden ons dood aan het irritante rekenwerk en we waren tegen de ontgroeningen bij studentenverenigingen. Er waren heel autoritaire hoogleraren, die geen tegenspraak duldden. Ik heb toen een zwartboek gemaakt van de afdeling, waarin ik met een sarcastische ondertoon aankaartte wat mis was. Ik nam voortdurend hoogleraren op de hak. Dat vonden ze helemaal niet leuk, maar ze reageerden heel netjes. Veel van de hoogleraren die niet wilden veranderen, zijn toen met pensioen gegaan.”
In de bijna veertig jaar dat Lindner les heeft gegeven, heeft hij ontelbare veranderingen de revue zien passeren. “Ik ben er boos over dat leraren tegenwoordig schandalig slecht worden betaald.”
Over het studiehuis en de tweede fase is de docent gematigder. “Dat studenten nu werkstukken moeten maken vind ik heel goed. Ze leren zelf dingen onderzoeken. De parate kennis van leerlingen is nu minder, maar daar staat tegenover dat ze meer geoefend zijn in het oplossen van praktische problemen.”
Lindner vindt het vooral heel frustrerend dat er veel minder natuurkundelessen worden gegeven. “Vroeger kreeg de bovenbouw vier uur natuurkunde in de week, nu is dat gehalveerd. Daarom weten veel scholieren tegenwoordig veel minder. Ik vind niet dat de leerlingen veel zijn veranderd. Hun houding en instelling zijn vrijwel hetzelfde gebleven. Het grote verschil is dat jongeren nu zoveel afleiding hebben. Ze hebben een bijbaantje, sporten en hebben een computer op hun kamer. Doordat ze het zo druk hebben, speelt de studie een minder belangrijke rol.”
Schoolkoor
Voor Lindner was het afgelopen jaar bijzonder. Vanaf september gaat hij vervroegd met pensioen. “Ik had geen zin meer om weer een nieuw examenprogramma helemaal te doorlopen. En het nakijkwerk zal ik ook zeker niet missen. De eerste vijf blaadjes zijn heel spannend, omdat je wilt weten of je leerlingen het goed hebben begrepen. Maar bij het twintigste proefwerk is het behoorlijk saai. Ik neem niet definitief afscheid. Ik blijf zingen in het schoolkoor, dus ik zal hier nog regelmatig over de vloer komen. En ik heb al een paar leerlingen aangeboden om ze bijles te geven bij mij thuis. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan.”
Naam: Ir. Bart Lindner (62)
Woonplaats: Delft
Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd, drie kinderen
Studie: Maritieme techniek
Afstudeerrichting: Scheepshydrodynamica
Afgestudeerd: 1970
Loopbaan: Na zijn afstuderen ging Bart Lindner aan de slag bij het Sint Stanislas College in Delft. Hij geeft voornamelijk les aan de bovenbouw van havo en vwo. Sinds 2004 schrijft Lindner regelmatig voor www.natuurkunde.nl.
(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.