Opinie

Signalement

Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialistenIedereen die wel eens gesolliciteerd heeft, kent waarschijnlijk de boekjes over psychologische tests van Jack van der Minden .

Dezelfde auteur heeft echter meer boeken op zijn naam staan, waaronder Alles over salarisonderhandelingen (Amsterdam, Veen, 1996) . Ook dit is een uiterst nuttig boekwerk voor wie in de slag moet met de human resource manager.

Van der Minden zet eerst keurig alle feiten op een rijtje. Salaris kan immers uit veel meer bestaan dan alleen een maandelijks bedrag op de giro – auto, winstdeling, extra vrije dagen, enzovoort. Maar waar het om draait is uiteindelijk: wat ben ik waard en hoe sleep ik het binnen? Ruim honderd bladzijden gaan over het onderhandelingsproces, vanuit het uitgangspunt ‘van onderhandelen wordt je nooit slechter’. Een breed scala aan normale gespreksonderdelen en gemene trucs komt aan de orde. Voorbeeld: een baas die zegt ‘ik heb geen budget om je loonsverhoging te geven, maar ik kan je wel promoveren tot senior executive manager’, dient gewantrouwd te worden.

Veel van wat door de maatschappij als ethisch juist wordt beschouwd, is vastgelegd in wetten. Om die reden wordt ‘ethiek’ al gauw een juridisch vak: zijn de regeltjes wel netjes opgevolgd? Maar ethiek is vooral het kweken van moreel verantwoordelijkheidsbesef, beweren Mike Martin en Roland Schinzinger in Ethics in engineering (New York, McGraw-Hill, 1996) . De regeltjes zijn een belangrijk hulpmiddel bij het bepalen wat ethisch is, maar ze zijn geen alibi als het mis gaat.

Een van de vele voorbeelden die Martin en Schinzinger in hun heldere boek geven, is de bouw van de Citicorp wolkenkrabber in Manhattan. De verantwoordelijke ingenieur, Bill LeMesurier, had zijn unieke constructie doorgerekend zoals de regels dat vereisten. De zwaarste kracht die het kon weerstaan was een harde wind loodrecht op het gebouw. De wolkenkrabber stond er al een jaar toen een student hem vroeg wat er gebeurde als de wind zijlings aan kwam jagen.

LeMesurier schrok en begon opnieuw te rekenen: de kracht was in dat geval veertig procent groter. Dat was niet erg, de constructie kon dat aan. Maar vervolgens bleek dat een deel van de ankers geklonken was in plaats van gelast, omdat het gebouw toch overgedimensioneerd was. Er was daadwerkelijk instortingsgevaar. Reparatie was mogelijk, maar de kosten daarvan gingen LeMesuriers verzekering ver te boven. Hij overwoog zijn mond te houden of zelfmoord te plegen, maar besloot de zaak aan te kaarten. Het laswerk gebeurde alsnog, LeMesurier hoefde maar een deel van de kosten te betalen en zijn reputatie leed er niet onder. Moraal: van een groot verantwoordelijkheidsbesef word je niet slechter.

Iets luchtigers tot slot: Jeremy Myerson, Internationalinteriors (geen plaats, Bangert Verlag, 1995) . Waar de meeste architectuurboeken zich concentreren op de buitenkant, gaat dit over het interieur. De hoeveelheid tekst is minimaal, het draait 250 bladzijden lang om plaatjes uit Japan, de VS en Europa. Nederland is drie maal vertegenwoordigd, onder meer met de personeelloze bank van ING in Rijswijk. Degenen die hun inspiratie liever uit de praktijk halen dan uit een boek, kunnen dus daar terecht.

Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten

Iedereen die wel eens gesolliciteerd heeft, kent waarschijnlijk de boekjes over psychologische tests van Jack van der Minden . Dezelfde auteur heeft echter meer boeken op zijn naam staan, waaronder Alles over salarisonderhandelingen (Amsterdam, Veen, 1996) . Ook dit is een uiterst nuttig boekwerk voor wie in de slag moet met de human resource manager.

Van der Minden zet eerst keurig alle feiten op een rijtje. Salaris kan immers uit veel meer bestaan dan alleen een maandelijks bedrag op de giro – auto, winstdeling, extra vrije dagen, enzovoort. Maar waar het om draait is uiteindelijk: wat ben ik waard en hoe sleep ik het binnen? Ruim honderd bladzijden gaan over het onderhandelingsproces, vanuit het uitgangspunt ‘van onderhandelen wordt je nooit slechter’. Een breed scala aan normale gespreksonderdelen en gemene trucs komt aan de orde. Voorbeeld: een baas die zegt ‘ik heb geen budget om je loonsverhoging te geven, maar ik kan je wel promoveren tot senior executive manager’, dient gewantrouwd te worden.

Veel van wat door de maatschappij als ethisch juist wordt beschouwd, is vastgelegd in wetten. Om die reden wordt ‘ethiek’ al gauw een juridisch vak: zijn de regeltjes wel netjes opgevolgd? Maar ethiek is vooral het kweken van moreel verantwoordelijkheidsbesef, beweren Mike Martin en Roland Schinzinger in Ethics in engineering (New York, McGraw-Hill, 1996) . De regeltjes zijn een belangrijk hulpmiddel bij het bepalen wat ethisch is, maar ze zijn geen alibi als het mis gaat.

Een van de vele voorbeelden die Martin en Schinzinger in hun heldere boek geven, is de bouw van de Citicorp wolkenkrabber in Manhattan. De verantwoordelijke ingenieur, Bill LeMesurier, had zijn unieke constructie doorgerekend zoals de regels dat vereisten. De zwaarste kracht die het kon weerstaan was een harde wind loodrecht op het gebouw. De wolkenkrabber stond er al een jaar toen een student hem vroeg wat er gebeurde als de wind zijlings aan kwam jagen.

LeMesurier schrok en begon opnieuw te rekenen: de kracht was in dat geval veertig procent groter. Dat was niet erg, de constructie kon dat aan. Maar vervolgens bleek dat een deel van de ankers geklonken was in plaats van gelast, omdat het gebouw toch overgedimensioneerd was. Er was daadwerkelijk instortingsgevaar. Reparatie was mogelijk, maar de kosten daarvan gingen LeMesuriers verzekering ver te boven. Hij overwoog zijn mond te houden of zelfmoord te plegen, maar besloot de zaak aan te kaarten. Het laswerk gebeurde alsnog, LeMesurier hoefde maar een deel van de kosten te betalen en zijn reputatie leed er niet onder. Moraal: van een groot verantwoordelijkheidsbesef word je niet slechter.

Iets luchtigers tot slot: Jeremy Myerson, Internationalinteriors (geen plaats, Bangert Verlag, 1995) . Waar de meeste architectuurboeken zich concentreren op de buitenkant, gaat dit over het interieur. De hoeveelheid tekst is minimaal, het draait 250 bladzijden lang om plaatjes uit Japan, de VS en Europa. Nederland is drie maal vertegenwoordigd, onder meer met de personeelloze bank van ING in Rijswijk. Degenen die hun inspiratie liever uit de praktijk halen dan uit een boek, kunnen dus daar terecht.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.