Ook in de Eerste Kamer geeft minister Bussemaker geen haarbreed toe in de strijd om de basisbeurs. De senatoren stelden afgelopen vrijdag kritische vragen en kregen razendsnel een stapel antwoorden retour.
Met name Bussemakers eigen PvdA verraste afgelopen vrijdag met enkele scherpe vragen over het ‘studievoorschot’, bijvoorbeeld over uitwonende gehandicapte studenten: die krijgen minder tegemoetkoming dan voorheen en gaan er dus harder op achteruit dan anderen. Is dat wenselijk? Maar een werkelijk antwoord krijgen de senatoren niet. Het is gewoon zo, herhaalt Bussemaker.
En komt de vormende taak van het onderwijs niet in het gedrang door de sterke nadruk op het individuele profijt van hoogopgeleiden? Ook daar krijgt de PvdA geen antwoord op. Bussemaker schrijft dat jongeren hun studiekeuze nog altijd op inhoudelijke gronden maken en dat de kosten voor de meesten geen grote rol spelen. Bovendien kan ze dankzij de opbrengst van het leenstelsel juist investeren in vorming.
Zo ketsen alle vragen af op het pantser dat het ministerie van Onderwijs heeft opgetrokken. Dat geldt al helemaal voor pesterige vragen van oppositiepartijen. Zo stelt het CDA dat de regering een ‘talentenbelasting’ gaat heffen. “De regering heeft de redenering van de leden van de CDA-fractie met interesse gelezen”, staat er dan, om die redenering vervolgens te verwerpen.
De ChristenUnie stipte het probleem van de private schulden aan: is het niet de bedoeling dat burgers juist minder schulden gaan maken? Daar zorgen we ook voor, is dan het antwoord, met nieuwe regels voor kredietverstrekking en de aanpak van de hoge hypotheken. Maar een studieschuld is natuurlijk iets anders: niet alleen verdienen studenten hun geld wel terug, ook zal het onderwijs verbeteren en versterkt dat de Nederlandse economie.
De VVD vroeg of de voorlichting dit jaar nog wel op tijd komt. Ja hoor, is het antwoord. “Op dit moment zijn de voorbereidingen daarvoor al in volle gang, zodat de uitrol meteen kan starten als de besluitvorming in de Eerste Kamer heeft plaatsgevonden”, aldus de minister. “Zo kunnen alle relevante doelgroepen bereikt worden voor de uiterlijke aanmelddatum voor komend studiejaar, namelijk 1 mei 2015.”
Dinsdag bespreekt de Eerste Kamer hoe het nu verdergaat. Komt er een nieuwe vragenronde of nemen de senatoren genoegen met deze beantwoording? Als de brief van de minister volgens hen volstaat, kunnen ze een datum prikken voor de plenaire behandeling.
Comments are closed.