Campus

Schoonheid is een eerste levensbehoefte

Koolzaadbusjes en technische fonteinen. Vertoeven op de TU-campus wordt een happening, als het aan Francine Houben van Mecanoo architecten ligt.

Zij ontwikkelt samen met ING Vastgoed en de universitaire vastgoeddeskundigen een masterplan voor de TU-wijk.

Het verhaal is er. Een stedenbouwkundig masterplan zou zich niet tot de TU-wijk, maar tot de hele ‘Delft Kennisstad’ moeten uitstrekken. Stedenbouw, architectuur en landschapskunde moeten samengaan. Het begint in de binnenstad, in de Mecanoo-terminologie ‘Waterstad 1200’ geheten. Via TU-noord (‘de tuin van Delft’) en het middengebied komt het plan uit in het bedrijvenpark TU-zuid, dat dan ‘Waterstad 2100’ heet.

,,In onze filosofie is water een centraal thema in Delft Kennisstad”, zegt Francine Houben van Mecanoo Architecten. ,,Internationaal is het beheer van het water een van de grootste opgaven. Er is maar één universiteit die de kennis daarover in huis heeft, dus dat zou je ook in de vormgeving van de TU-wijk tot uitdrukking moeten brengen. In onze schets hadden wij TU-zuid daarom ook al de ‘Willem-Alexanderpolder’ gedoopt.”

Niets mag aan de aandacht ontsnappen van de plannenmakers. Het TU-bedrijvenpark moet daarom fundamenteel verschillen van de zielloze bedrijventerreinen die ons land rijk is. En een verwaarloosd gebied als de omgeving van de Kruithuisweg (‘de lelijkste weg van Nederland’) is voor Houben juist een uitdaging. Bij de onderdoorgangen is volgens haar ruimte voor allerlei bedrijvigheid. Zelfs Midden-Delfland is een essentieel onderdeel van Delft Kennisstad. ,,Recreatie en natuur horen bij een universiteit. Zo’n fraai natuurgebied moet je dus veel toegankelijker maken.”

In het middengebied is plaats voor een Mekelpark met een groot glazen paviljoen en een technisch hoogwaardige fontein. Skatebanen en fietspaden doorsnijden het gebied. En er rijden experimentele busjes van onderzoekschool Trail, die dan weer door waterstof, dan weer door elektriciteit of koolzaad voortgedreven worden. ,,De vervoerssystemen moeten vernieuwend zijn. Je kunt je identiteit mede tot uiting brengen in de manier waarop je mobiliteitsvraagstukken oplost.”

,,Het is een mooie droom”, concludeert Francine Houben. ,,Maar ik kan niet garanderen dat hij uitkomt. Eerst gaan we met het middengebied beginnen.”

Mentaliteitsverandering

Het achterliggende idee is haar filosofie van de ‘integrale ingenieurskunst’, waarin verschillende disciplines samenwerken. De oude hokjes % het opleiden van beton- of staalingenieurs bijvoorbeeld % zijn daarin verdwenen. Dat maakt het ookvanzelfsprekend om voorzieningen als restaurants, expositieruimtes, en internetcafés te delen. De gemeenschappelijkheid staat voorop.

De realiteit is echter dat faculteiten vaak druk bezig zijn zichzelf te profileren, en niet zozeer de TU als geheel. Is de TU al klaar voor de nieuwe ingenieurskunst? ,,Er is inderdaad een mentaliteitsverandering nodig. Voor we de integrale ingenieurskunst kunnen realiseren, moeten de mensen in de TU er achter staan. We zullen beginnen informeel langs te gaan bij de faculteiten.”

Een complicerende factor is ook dat er nu nieuwbouwprojecten lopen (OCP) of in voorbereiding zijn (TNW), die niet op een masterplan kunnen wachten en daar ook maar moeilijk in zullen passen % vanwege de nadruk op eigen voorzieningen bijvoorbeeld. ,,We moeten daar niet te dogmatisch over doen. Er zal wel ruimte blijven voor bepaalde voorzieningen in het eigen gebouw. Zolang er maar een substantieel vierkante meter voor een collectief programma over blijft.”

Volgend jaar voorjaar moet er een definitief masterplan liggen. In de tussentijd moeten er al belangrijke knopen worden doorgehakt. Zoals: wat doen we met het parkeren? Een even prominente plaats voor de auto als nu lijkt uitgesloten. In het vorig jaar afgekeurde concept-masterplan van het Utrechtse bureau BVR moest het parkeren ondergronds gaan. ,,Veertigduizend gulden per parkeerplaats”, rekent Houben voor. ,,Dus te duur.” Een kant-en-klare oplossing heeft ze niet, over zo’n cruciaal onderwerp moet de hele TU meedenken. Misschien, oppert ze, moet er betaald parkeren worden ingevoerd.

Visie

Over de financiering van haar ideeën is Houben optimistisch gestemd. Het tij werkt nu mee. Tegenwoordig mag er best geld naar de huisvesting van universiteiten. ,,Twintig jaar geleden mocht een gebouw niets kosten en hoefde het er ook niet uit te zien. Nu beseft men dat schoonheid een eerste levensbehoefte is. Daarnaast speelt huisvesting natuurlijk ook een rol in de concurrentieslag tussen universiteiten om studenten en personeel.” ING Vastgoed en de vastgoed-experts rond het college zullen er samen wel uitkomen, denkt ze.

Haar grootste vrees betreft het bedrijvenpark in TU-zuid. ,,Als dat maar niet uitgepond wordt, om de andere investeringen in het vastgoed te bekostigen. Achter de ontwikkeling van een bedrijventerrein moet ook een visie schuilgaan.”

Haar droom – een romantische, levendige campus % kan ook in een nachtmerrie eindigen, beseft ze. Maar de kans daarop is beperkt. Houben weet inmiddels wat voor vlees ze in de kuip heeft met het college van bestuur en ze kent de TU door en door. Daarnaast, zegt ze zelfverzekerd, heeft Mecanoo een solide reputatie bij opdrachtgevers % en publiek. ,,Neem de TU-bibliotheek. Het kan aan mij liggen, maar ik ben nog nooit iemand tegengekomen die de bibliotheek niet mooi vindt. Zowel architectuurcritici als gebruikers en passanten zijn er lovend over. Dat is de trots van Mecanoo. Op zo’n eensluidend oordeel kunnen lang niet alle architecten zich beroepen.”

Koolzaadbusjes en technische fonteinen. Vertoeven op de TU-campus wordt een happening, als het aan Francine Houben van Mecanoo architecten ligt. Zij ontwikkelt samen met ING Vastgoed en de universitaire vastgoeddeskundigen een masterplan voor de TU-wijk.

Het verhaal is er. Een stedenbouwkundig masterplan zou zich niet tot de TU-wijk, maar tot de hele ‘Delft Kennisstad’ moeten uitstrekken. Stedenbouw, architectuur en landschapskunde moeten samengaan. Het begint in de binnenstad, in de Mecanoo-terminologie ‘Waterstad 1200’ geheten. Via TU-noord (‘de tuin van Delft’) en het middengebied komt het plan uit in het bedrijvenpark TU-zuid, dat dan ‘Waterstad 2100’ heet.

,,In onze filosofie is water een centraal thema in Delft Kennisstad”, zegt Francine Houben van Mecanoo Architecten. ,,Internationaal is het beheer van het water een van de grootste opgaven. Er is maar één universiteit die de kennis daarover in huis heeft, dus dat zou je ook in de vormgeving van de TU-wijk tot uitdrukking moeten brengen. In onze schets hadden wij TU-zuid daarom ook al de ‘Willem-Alexanderpolder’ gedoopt.”

Niets mag aan de aandacht ontsnappen van de plannenmakers. Het TU-bedrijvenpark moet daarom fundamenteel verschillen van de zielloze bedrijventerreinen die ons land rijk is. En een verwaarloosd gebied als de omgeving van de Kruithuisweg (‘de lelijkste weg van Nederland’) is voor Houben juist een uitdaging. Bij de onderdoorgangen is volgens haar ruimte voor allerlei bedrijvigheid. Zelfs Midden-Delfland is een essentieel onderdeel van Delft Kennisstad. ,,Recreatie en natuur horen bij een universiteit. Zo’n fraai natuurgebied moet je dus veel toegankelijker maken.”

In het middengebied is plaats voor een Mekelpark met een groot glazen paviljoen en een technisch hoogwaardige fontein. Skatebanen en fietspaden doorsnijden het gebied. En er rijden experimentele busjes van onderzoekschool Trail, die dan weer door waterstof, dan weer door elektriciteit of koolzaad voortgedreven worden. ,,De vervoerssystemen moeten vernieuwend zijn. Je kunt je identiteit mede tot uiting brengen in de manier waarop je mobiliteitsvraagstukken oplost.”

,,Het is een mooie droom”, concludeert Francine Houben. ,,Maar ik kan niet garanderen dat hij uitkomt. Eerst gaan we met het middengebied beginnen.”

Mentaliteitsverandering

Het achterliggende idee is haar filosofie van de ‘integrale ingenieurskunst’, waarin verschillende disciplines samenwerken. De oude hokjes % het opleiden van beton- of staalingenieurs bijvoorbeeld % zijn daarin verdwenen. Dat maakt het ookvanzelfsprekend om voorzieningen als restaurants, expositieruimtes, en internetcafés te delen. De gemeenschappelijkheid staat voorop.

De realiteit is echter dat faculteiten vaak druk bezig zijn zichzelf te profileren, en niet zozeer de TU als geheel. Is de TU al klaar voor de nieuwe ingenieurskunst? ,,Er is inderdaad een mentaliteitsverandering nodig. Voor we de integrale ingenieurskunst kunnen realiseren, moeten de mensen in de TU er achter staan. We zullen beginnen informeel langs te gaan bij de faculteiten.”

Een complicerende factor is ook dat er nu nieuwbouwprojecten lopen (OCP) of in voorbereiding zijn (TNW), die niet op een masterplan kunnen wachten en daar ook maar moeilijk in zullen passen % vanwege de nadruk op eigen voorzieningen bijvoorbeeld. ,,We moeten daar niet te dogmatisch over doen. Er zal wel ruimte blijven voor bepaalde voorzieningen in het eigen gebouw. Zolang er maar een substantieel vierkante meter voor een collectief programma over blijft.”

Volgend jaar voorjaar moet er een definitief masterplan liggen. In de tussentijd moeten er al belangrijke knopen worden doorgehakt. Zoals: wat doen we met het parkeren? Een even prominente plaats voor de auto als nu lijkt uitgesloten. In het vorig jaar afgekeurde concept-masterplan van het Utrechtse bureau BVR moest het parkeren ondergronds gaan. ,,Veertigduizend gulden per parkeerplaats”, rekent Houben voor. ,,Dus te duur.” Een kant-en-klare oplossing heeft ze niet, over zo’n cruciaal onderwerp moet de hele TU meedenken. Misschien, oppert ze, moet er betaald parkeren worden ingevoerd.

Visie

Over de financiering van haar ideeën is Houben optimistisch gestemd. Het tij werkt nu mee. Tegenwoordig mag er best geld naar de huisvesting van universiteiten. ,,Twintig jaar geleden mocht een gebouw niets kosten en hoefde het er ook niet uit te zien. Nu beseft men dat schoonheid een eerste levensbehoefte is. Daarnaast speelt huisvesting natuurlijk ook een rol in de concurrentieslag tussen universiteiten om studenten en personeel.” ING Vastgoed en de vastgoed-experts rond het college zullen er samen wel uitkomen, denkt ze.

Haar grootste vrees betreft het bedrijvenpark in TU-zuid. ,,Als dat maar niet uitgepond wordt, om de andere investeringen in het vastgoed te bekostigen. Achter de ontwikkeling van een bedrijventerrein moet ook een visie schuilgaan.”

Haar droom – een romantische, levendige campus % kan ook in een nachtmerrie eindigen, beseft ze. Maar de kans daarop is beperkt. Houben weet inmiddels wat voor vlees ze in de kuip heeft met het college van bestuur en ze kent de TU door en door. Daarnaast, zegt ze zelfverzekerd, heeft Mecanoo een solide reputatie bij opdrachtgevers % en publiek. ,,Neem de TU-bibliotheek. Het kan aan mij liggen, maar ik ben nog nooit iemand tegengekomen die de bibliotheek niet mooi vindt. Zowel architectuurcritici als gebruikers en passanten zijn er lovend over. Dat is de trots van Mecanoo. Op zo’n eensluidend oordeel kunnen lang niet alle architecten zich beroepen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.