Is de voortschrijdende verschoolsing van het onderwijs op onze universiteit een goede ontwikkeling? Deze vraag kwam aan de orde op het eerste door de TU georganiseerde onderwijsdebat. Volgens prof. Klaas Robers (IO) zal een al te schools systeem vooral slechte ingenieurs opleveren.
Delft heeft thans de onuitwisbare naam goede ingenieurs op te leiden. Deze naam is bekend in het bedrijfsleven in binnen- en buitenland. Ook nadat Eindhoven en Twente hun ingenieurs de markt op stuurden bleef de faam van Delftse ingenieurs bovenaan staan. Het kan haast niet zo zijn dat wij onze studenten betere analyse, lineaire algebra, mechanica, thermodynamica enzovoort bijbrengen. De kennis in die vakken is universeel, hetzelfde voor Delft, Eindhoven, Twente, Singapore en Cambridge Massachusetts. Maar wat maakt onze ingenieurs dan uniek? Is het de Delftse sfeer? Lees wat ik beleefde.
Enige jaren geleden gaf ik cursus bij Philips in Singapore aan een groep nét afgestudeerde ‘ingenieurs’ (MSc). Zij hadden bij hun afstuderen een baan bij Philips aangeboden gekregen op grond van hun uitstekende resultaten. Als lokkertje zat daar een cursusprogramma van een halfjaar aan vast, als voorbereiding op hun eigenlijke werk. Gewoon studenten nog dus, met wie ik een hele week optrok.
Omdat dit ‘de toekomst’ van Philips Singapore was, suggereerde ik hen om een studiereis naar Philips Eindhoven en Philips Amsterdam te organiseren. Het is toch de moeite waard om daar een paar ‘Captains of Industry’ een presentatie te laten geven en hen enige essentiële vragen te stellen? Al was het maar om te horen hoe zij de positie van Philips Singapore in het concern zien.
Uit ervaring met studiereizen van onze Delftse studenten weet ik hoe dat gaat: dit is een aantrekkelijke uitdaging, er komt een organiserend groepje, er worden plannen gemaakt, er wordt wat rond gebeld en binnen de kortste keren ligt er een haalbaar plan op tafel. Doen!
Hier niets van dat alles. Waar ze dan zouden moeten slapen? Wie dat dan zou moeten betalen? Wie dat dan zou moeten regelen? Zelfs na de voor ons vanzelfsprekende antwoorden op deze vragen kwam er geen enkel initiatief. Ik ben daar nogal van geschrokken. Is dit een verschil in cultuur, of in opleiding?
In het bedrijfsleven vormen de ingenieurs de hoogste laag die nog echt weet waarover het gaat. Daarboven zit het management, dat zich niet meer met techniek bezighoudt. Ingenieurs dragen dus erg veel verantwoordelijkheid. Zij bepalen zelf welke problemen er aangepakt worden en voeren dat voor een deel ook zelf uit. Zij doen voorbereidend onderzoek en ontwikkelen op basis daarvan productplannen, nemen beslissingen op technische gronden en adviseren het management overeenkomstig. Geen enkele manager zit te wachten op ingenieurs die regelmatig komen vragen wat ze moeten doen. Dat betekent veel zelfstandigheid voor de ingenieur en veel eigen initiatief.
In de opleiding zou je dat al moeten aantreffen. Veel zelfstandigheid en veel eigen initiatief. Enerzijds wordt er gekscherend wel eens opgemerkt dat door onze gebrekkig functionerende onderwijs- en studentenadministratie de studenten regelmatig zelf achter hun cijfers aan moeten gaan en zo hun zelfstandigheid en eigen initiatief wel ontwikkelen. Anderzijds draagt een schools opgezette studie met een opgedrongen structuur en veel regeltjes helemaal niet bij aan hun zelfstandigheid. Vakken met een aanwezigheidsplicht en -registratie boeren dan precies de verkeerde kant op. Met afgrijzen hoorde ik een student TBM tijdens het onderwijsdebat vertellen dat, hoe verder hij in zijn studie kwam, des te meer hem dit overkwam. Wat voor ingenieurs worden dit?
Wat zien wij als de taak van de TU Delft? Willen wij slaafse gehoorzame taakuitvoerders opleiden? Ga dan vooral door op de ingeslagen weg. Daarbij houd je ook met strenge regels slechte studenten langer aan boord. Voor de duidelijkheid naar buiten zou het dan verstandig zijn de titel ir. definitief te vervangen door MSc. Het bedrijfsleven weet dan dat ze ook hun Delftse technici voortaan zelf aan het werk moet houden.
Maar willen wij zelfstandig opererende initiatiefrijke ingenieurs opleiden, zoals de wereld die van ons kent, dan moet er meer aan de individuele student worden overgelaten. Enige structuur is goed en geeft richting, maar alles omvattende regels zijn de dood in de pot.
Prof.ir. Klaas Robers was 33 jaar ingenieur bij Philips en is deeltijdhoogleraar elektronica bij de faculteit Industrieel Ontwerpen.
Delft heeft thans de onuitwisbare naam goede ingenieurs op te leiden. Deze naam is bekend in het bedrijfsleven in binnen- en buitenland. Ook nadat Eindhoven en Twente hun ingenieurs de markt op stuurden bleef de faam van Delftse ingenieurs bovenaan staan. Het kan haast niet zo zijn dat wij onze studenten betere analyse, lineaire algebra, mechanica, thermodynamica enzovoort bijbrengen. De kennis in die vakken is universeel, hetzelfde voor Delft, Eindhoven, Twente, Singapore en Cambridge Massachusetts. Maar wat maakt onze ingenieurs dan uniek? Is het de Delftse sfeer? Lees wat ik beleefde.
Enige jaren geleden gaf ik cursus bij Philips in Singapore aan een groep nét afgestudeerde ‘ingenieurs’ (MSc). Zij hadden bij hun afstuderen een baan bij Philips aangeboden gekregen op grond van hun uitstekende resultaten. Als lokkertje zat daar een cursusprogramma van een halfjaar aan vast, als voorbereiding op hun eigenlijke werk. Gewoon studenten nog dus, met wie ik een hele week optrok.
Omdat dit ‘de toekomst’ van Philips Singapore was, suggereerde ik hen om een studiereis naar Philips Eindhoven en Philips Amsterdam te organiseren. Het is toch de moeite waard om daar een paar ‘Captains of Industry’ een presentatie te laten geven en hen enige essentiële vragen te stellen? Al was het maar om te horen hoe zij de positie van Philips Singapore in het concern zien.
Uit ervaring met studiereizen van onze Delftse studenten weet ik hoe dat gaat: dit is een aantrekkelijke uitdaging, er komt een organiserend groepje, er worden plannen gemaakt, er wordt wat rond gebeld en binnen de kortste keren ligt er een haalbaar plan op tafel. Doen!
Hier niets van dat alles. Waar ze dan zouden moeten slapen? Wie dat dan zou moeten betalen? Wie dat dan zou moeten regelen? Zelfs na de voor ons vanzelfsprekende antwoorden op deze vragen kwam er geen enkel initiatief. Ik ben daar nogal van geschrokken. Is dit een verschil in cultuur, of in opleiding?
In het bedrijfsleven vormen de ingenieurs de hoogste laag die nog echt weet waarover het gaat. Daarboven zit het management, dat zich niet meer met techniek bezighoudt. Ingenieurs dragen dus erg veel verantwoordelijkheid. Zij bepalen zelf welke problemen er aangepakt worden en voeren dat voor een deel ook zelf uit. Zij doen voorbereidend onderzoek en ontwikkelen op basis daarvan productplannen, nemen beslissingen op technische gronden en adviseren het management overeenkomstig. Geen enkele manager zit te wachten op ingenieurs die regelmatig komen vragen wat ze moeten doen. Dat betekent veel zelfstandigheid voor de ingenieur en veel eigen initiatief.
In de opleiding zou je dat al moeten aantreffen. Veel zelfstandigheid en veel eigen initiatief. Enerzijds wordt er gekscherend wel eens opgemerkt dat door onze gebrekkig functionerende onderwijs- en studentenadministratie de studenten regelmatig zelf achter hun cijfers aan moeten gaan en zo hun zelfstandigheid en eigen initiatief wel ontwikkelen. Anderzijds draagt een schools opgezette studie met een opgedrongen structuur en veel regeltjes helemaal niet bij aan hun zelfstandigheid. Vakken met een aanwezigheidsplicht en -registratie boeren dan precies de verkeerde kant op. Met afgrijzen hoorde ik een student TBM tijdens het onderwijsdebat vertellen dat, hoe verder hij in zijn studie kwam, des te meer hem dit overkwam. Wat voor ingenieurs worden dit?
Wat zien wij als de taak van de TU Delft? Willen wij slaafse gehoorzame taakuitvoerders opleiden? Ga dan vooral door op de ingeslagen weg. Daarbij houd je ook met strenge regels slechte studenten langer aan boord. Voor de duidelijkheid naar buiten zou het dan verstandig zijn de titel ir. definitief te vervangen door MSc. Het bedrijfsleven weet dan dat ze ook hun Delftse technici voortaan zelf aan het werk moet houden.
Maar willen wij zelfstandig opererende initiatiefrijke ingenieurs opleiden, zoals de wereld die van ons kent, dan moet er meer aan de individuele student worden overgelaten. Enige structuur is goed en geeft richting, maar alles omvattende regels zijn de dood in de pot.
Prof.ir. Klaas Robers was 33 jaar ingenieur bij Philips en is deeltijdhoogleraar elektronica bij de faculteit Industrieel Ontwerpen.
Comments are closed.