Campus

Scheuren op de parkeerplaats

Honderdvijftig kilo en erg zuinig. Dat is de belofte van de studentenracewagen DUT09. Deze week vliegt hij over de parkeerplaats van Rotterdam Airport voor de eerste tests.

“We hebben een fulltime parkeerkaart gekregen voor een parkeerplaats waar nooit auto’s staan”, vertelt Arnold de Jager van het DUT Racing Team. Op die parkeerplaats bij het vliegveld in Rotterdam kunnen de studenten zo vaak racen als ze maar willen.
En dat is nodig, want van 16 tot en met 19 juli komt de DUT09 uit op het circuit van Silverstone. Er moet nog flink wat getest en afgesteld worden vóór de Formula Student, een wereldwijde competitie waarin studenten racen in een zelfgebouwde auto. “We hadden de auto dit jaar nogal laat af”, vertelt De Jager. “Maar we wilden hem goed afbouwen, zodat hij niet snel kapot gaat.”
Het team dat vorige week zijn wagen op de Markt presenteerde, is het negende Delftse team dat meedoet aan de wedstrijd. Ieder jaar begint een andere groep opnieuw aan de bouw van een racewagen. “Soms wens je een jaar extra om de auto verder te verbeteren”, zegt werktuigbouwkundestudent Thijs Papenhuijzen, die al meebouwde aan twee eerdere edities. “Maar het is ook leuk om aan iets nieuws te beginnen. Bovendien veranderen de regels ieder jaar, waardoor je niet steeds met dezelfde wagen kunt racen.”
In een grote hal, tussen de auto’s van voorgaande jaren, prijkt de DUT08 als een museumstuk op een podium. “Deze was vorig jaar het snelst en het zuinigst”, zegt DUT-teamgenoot Christiaan Menkveld. Maar de wagen zou nu niet eens mogen starten, omdat de monocoque – de plek voor de coureur – volgens de regels van dit jaar te klein is.
Tussen de teams van de zonnewagen Nuna en de zuinige racewagen Eco-Runner, werkte het maar liefst zestig man sterke DUT-team in een ruimte vol werkbanken aan hun wagen. De werkbanken gaan ook mee naar de races. “Wij zijn het enige team dat een volledige werkplaats meeneemt om ter plekke onderdelen te kunnen maken”, zegt Papenhijzen, die niet te beroerd is andere teams uit de brand te helpen. Lachend: “Ik heb in Engeland wel eens een onderdeel gerepareerd van de auto die later van ons won.”
Dat de sfeer een stuk gemoedelijker is dan bij grote broer
Formule 1, blijkt ook uit het feit dat de teams rustig bij elkaar de ‘pits’ in lopen. “Het is hartstikke leuk om te zien hoe een ander team iets heeft opgelost waar jij een jaar over hebt zitten nadenken.” Het vuistdikke boek met regels laat nog genoeg ruimte voor creativiteit en verschillen tussen auto’s, verzekert Papenhuijzen. “Het is een allegaartje op de baan. Er zijn teams uit India die met een wagen komen die niet af is. Maar ook Duitse teams bestaande uit 35 studenten van een auto-opleiding, met een high-tech wagen.”
Het gaat in de wedstrijd niet alleen om snelheid maar ook om het ontwerp. De opdracht is een racewagen te ontwerpen voor de amateur die in het weekeinde wel eens een wedstrijd rijdt. “De wagen moet goedkoop zijn, gemakkelijk te onderhouden en in grote aantallen te produceren”, licht Papenhuijzen toe. “We moeten in een uitgebreid rapport de prijs van ieder boutje laten zien.”
Ook met een efficiënte motor vallen punten te verdienen. De auto van vorig jaar scoorde goed door zijn zuinigheid, en ook het DUT09-team doet alles voor een laag brandstofverbruik. “Wij hebben een motor met één cilinder in plaats van vier. Die heeft minder vermogen, maar is efficiënter.” En de keuze voor bio-ethanol in plaats van benzine is niet alleen uit milieumotieven. Het team denkt er ook zuiniger op te rijden.
Daarnaast moet de auto goed presteren op het circuit. Met kartwedstrijden zijn de snelste coureurs geselecteerd. Verder maakten de studenten de auto zo snel en betrouwbaar mogelijk. “Het klapstuk van de wedstrijd is de endurance race van 22 kilometer, waarbij lang niet iedereen de finish haalt”, zegt Menkveld. “Winnen doe je vooral door je auto rijdend te houden.”
Omwille van de betrouwbaarheid zitten in de nieuwste DUT-wagen geen experimentele innovatieve snufjes. “We hebben wel eens een pneumatische spier gebruikt om de koppeling lichter te maken. Maar daar zijn we vanaf gestapt, want die was niet betrouwbaar”, legt Papenhuijzen uit. “Alle principes die we gebruiken, bestaan allang. Het is ingewikkeld genoeg om die goed toe te passen.” 

www.dutracing.nl

,

If you’d like to comment on anything appearing on the English Page or on a university-related matter, or if you have a question or suggestion for us, send your emails to d.mcmullin@tudelft.nl. We welcome all feedback from our readers. Letters intended for publication should include your name and be no longer than 350 words. This edition of Delta is also available online at www.delta.tudelft.nl, where you can also access the English Page archive.

“We hebben een fulltime parkeerkaart gekregen voor een parkeerplaats waar nooit auto’s staan”, vertelt Arnold de Jager van het DUT Racing Team. Op die parkeerplaats bij het vliegveld in Rotterdam kunnen de studenten zo vaak racen als ze maar willen.
En dat is nodig, want van 16 tot en met 19 juli komt de DUT09 uit op het circuit van Silverstone. Er moet nog flink wat getest en afgesteld worden vóór de Formula Student, een wereldwijde competitie waarin studenten racen in een zelfgebouwde auto. “We hadden de auto dit jaar nogal laat af”, vertelt De Jager. “Maar we wilden hem goed afbouwen, zodat hij niet snel kapot gaat.”
Het team dat vorige week zijn wagen op de Markt presenteerde, is het negende Delftse team dat meedoet aan de wedstrijd. Ieder jaar begint een andere groep opnieuw aan de bouw van een racewagen. “Soms wens je een jaar extra om de auto verder te verbeteren”, zegt werktuigbouwkundestudent Thijs Papenhuijzen, die al meebouwde aan twee eerdere edities. “Maar het is ook leuk om aan iets nieuws te beginnen. Bovendien veranderen de regels ieder jaar, waardoor je niet steeds met dezelfde wagen kunt racen.”
In een grote hal, tussen de auto’s van voorgaande jaren, prijkt de DUT08 als een museumstuk op een podium. “Deze was vorig jaar het snelst en het zuinigst”, zegt DUT-teamgenoot Christiaan Menkveld. Maar de wagen zou nu niet eens mogen starten, omdat de monocoque – de plek voor de coureur – volgens de regels van dit jaar te klein is.
Tussen de teams van de zonnewagen Nuna en de zuinige racewagen Eco-Runner, werkte het maar liefst zestig man sterke DUT-team in een ruimte vol werkbanken aan hun wagen. De werkbanken gaan ook mee naar de races. “Wij zijn het enige team dat een volledige werkplaats meeneemt om ter plekke onderdelen te kunnen maken”, zegt Papenhijzen, die niet te beroerd is andere teams uit de brand te helpen. Lachend: “Ik heb in Engeland wel eens een onderdeel gerepareerd van de auto die later van ons won.”
Dat de sfeer een stuk gemoedelijker is dan bij grote broer
Formule 1, blijkt ook uit het feit dat de teams rustig bij elkaar de ‘pits’ in lopen. “Het is hartstikke leuk om te zien hoe een ander team iets heeft opgelost waar jij een jaar over hebt zitten nadenken.” Het vuistdikke boek met regels laat nog genoeg ruimte voor creativiteit en verschillen tussen auto’s, verzekert Papenhuijzen. “Het is een allegaartje op de baan. Er zijn teams uit India die met een wagen komen die niet af is. Maar ook Duitse teams bestaande uit 35 studenten van een auto-opleiding, met een high-tech wagen.”
Het gaat in de wedstrijd niet alleen om snelheid maar ook om het ontwerp. De opdracht is een racewagen te ontwerpen voor de amateur die in het weekeinde wel eens een wedstrijd rijdt. “De wagen moet goedkoop zijn, gemakkelijk te onderhouden en in grote aantallen te produceren”, licht Papenhuijzen toe. “We moeten in een uitgebreid rapport de prijs van ieder boutje laten zien.”
Ook met een efficiënte motor vallen punten te verdienen. De auto van vorig jaar scoorde goed door zijn zuinigheid, en ook het DUT09-team doet alles voor een laag brandstofverbruik. “Wij hebben een motor met één cilinder in plaats van vier. Die heeft minder vermogen, maar is efficiënter.” En de keuze voor bio-ethanol in plaats van benzine is niet alleen uit milieumotieven. Het team denkt er ook zuiniger op te rijden.
Daarnaast moet de auto goed presteren op het circuit. Met kartwedstrijden zijn de snelste coureurs geselecteerd. Verder maakten de studenten de auto zo snel en betrouwbaar mogelijk. “Het klapstuk van de wedstrijd is de endurance race van 22 kilometer, waarbij lang niet iedereen de finish haalt”, zegt Menkveld. “Winnen doe je vooral door je auto rijdend te houden.”
Omwille van de betrouwbaarheid zitten in de nieuwste DUT-wagen geen experimentele innovatieve snufjes. “We hebben wel eens een pneumatische spier gebruikt om de koppeling lichter te maken. Maar daar zijn we vanaf gestapt, want die was niet betrouwbaar”, legt Papenhuijzen uit. “Alle principes die we gebruiken, bestaan allang. Het is ingewikkeld genoeg om die goed toe te passen.” 

www.dutracing.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.