Onderwijs

Schatzoeken kan ook best in Delft

Je weet het nooit helemaal zeker. Wie weet zit er ergens onder de glazen piramide van de universiteitsbibliotheek (UB) een echte schat verstopt. Een oude brief van Einstein in een zelden bezochte archiefkast misschien, of een originele krabbel van Antoni van Leeuwenhoek, verstopt in een allang niet meer gelezen boek.

“In iedere collectie kan iets zitten”, vertelt trésorbeheerder mr. Freek van Eijk. “Ik kan dat niet uitsluiten. Gelukkig niet.”

Vorige week was het de Leidse universiteit die met de knaller kwam. Een Utrechtse student vond toen in het persoonlijk archief van natuurkundige Paul Ehrenfest een zestien pagina’s tellend, origineel manuscript van Albert Einstein. Het handschrift stamt uit 1924 en beschrijft de eigenschappen van een Bose-Einsteincondensaat, al was het stuk al wel in druk verschenen. De wetenschappelijke cultuurschat lag twintig jaar in het magazijn van het Instituut Lorentz voor theoretische natuurkunde, tussen stapels boeken, brieven en papieren die ooit bij Ehrenfest in de boekenkast stonden.

“Zoiets terugvinden is ook een kwestie van deskundigheid”, zegt Van Eijk. “Er moet maar net iemand langskomen die ziet wat voor stuk het eigenlijk is.” De Delftse bibliotheek krijgt zo’n tien maal per jaar schenkingen, zoals een persoonlijk archief van een overleden geleerde. “Daar zitten soms interessante zaken tussen, zoals jaarboeken. Maar ik heb nog niet meegemaakt dat ik een gat in de lucht sprong.”

Enkele jaren geleden gebeurde dat bijna wél. Van Eijk liet toen een Simon Stevin-deskundige langskomen om een antiek manuscript van Stevins belangrijkste werk ‘De Thiende’ (1586) te beoordelen. Spannend. “Maar zoals ik eigenlijk al verwachtte, bleek het te gaan om een ijverige student die het werk anderhalve eeuw later had overgeschreven.”

Nou ja, kleinere verrassingen zijn er soms wel. Onder regie van de Koninklijke Bibliotheek werken de universiteitsbibliotheken momenteel aan een inventarisatie van al hun Nederlands materiaal van voor 1800. “Soms ontdek je dan dat er bij ons bepaalde werken zijn die elders niet bekend zijn. Dan blijkt zo’n werk opeens een stuk unieker en waardevoller dan we hadden gedacht.”

Met regelmaat duiken er in bibliotheken bijzondere paperassen op. De afgelopen paar jaar gaven de bibliotheekkasten onder meer onbekende werken van Mark Twain, Tolkien en Bach prijs. In Tilburg vond men een oorlogsdagboek van een joods meisje, een soort Tilburgse Anne Frank. En in Leiden ontdekte een promovenda dat een antiek handschrift dat ze bestudeerde in werkelijkheid de allereerste bijbelvertaling in het Turks is.

Wie durft nog te beweren dat bibliotheekmedewerkers een saai beroep hebben?

Maarten Keulemans

De beroemde pagina 2 van het manuscript waarop Einstein het Bose-Einsteincondensaat voorspelt: “Es tritt eine Scheidung ein; ein Teil ‘kondensiert’, der Rest bleibt ein ‘gesaettigtes ideales Gas’.” (Beeld: Einstein archive)

www.lorentz.leidenuniv.nl/history/Einstein_archive

Je weet het nooit helemaal zeker. Wie weet zit er ergens onder de glazen piramide van de universiteitsbibliotheek (UB) een echte schat verstopt. Een oude brief van Einstein in een zelden bezochte archiefkast misschien, of een originele krabbel van Antoni van Leeuwenhoek, verstopt in een allang niet meer gelezen boek. “In iedere collectie kan iets zitten”, vertelt trésorbeheerder mr. Freek van Eijk. “Ik kan dat niet uitsluiten. Gelukkig niet.”

Vorige week was het de Leidse universiteit die met de knaller kwam. Een Utrechtse student vond toen in het persoonlijk archief van natuurkundige Paul Ehrenfest een zestien pagina’s tellend, origineel manuscript van Albert Einstein. Het handschrift stamt uit 1924 en beschrijft de eigenschappen van een Bose-Einsteincondensaat, al was het stuk al wel in druk verschenen. De wetenschappelijke cultuurschat lag twintig jaar in het magazijn van het Instituut Lorentz voor theoretische natuurkunde, tussen stapels boeken, brieven en papieren die ooit bij Ehrenfest in de boekenkast stonden.

“Zoiets terugvinden is ook een kwestie van deskundigheid”, zegt Van Eijk. “Er moet maar net iemand langskomen die ziet wat voor stuk het eigenlijk is.” De Delftse bibliotheek krijgt zo’n tien maal per jaar schenkingen, zoals een persoonlijk archief van een overleden geleerde. “Daar zitten soms interessante zaken tussen, zoals jaarboeken. Maar ik heb nog niet meegemaakt dat ik een gat in de lucht sprong.”

Enkele jaren geleden gebeurde dat bijna wél. Van Eijk liet toen een Simon Stevin-deskundige langskomen om een antiek manuscript van Stevins belangrijkste werk ‘De Thiende’ (1586) te beoordelen. Spannend. “Maar zoals ik eigenlijk al verwachtte, bleek het te gaan om een ijverige student die het werk anderhalve eeuw later had overgeschreven.”

Nou ja, kleinere verrassingen zijn er soms wel. Onder regie van de Koninklijke Bibliotheek werken de universiteitsbibliotheken momenteel aan een inventarisatie van al hun Nederlands materiaal van voor 1800. “Soms ontdek je dan dat er bij ons bepaalde werken zijn die elders niet bekend zijn. Dan blijkt zo’n werk opeens een stuk unieker en waardevoller dan we hadden gedacht.”

Met regelmaat duiken er in bibliotheken bijzondere paperassen op. De afgelopen paar jaar gaven de bibliotheekkasten onder meer onbekende werken van Mark Twain, Tolkien en Bach prijs. In Tilburg vond men een oorlogsdagboek van een joods meisje, een soort Tilburgse Anne Frank. En in Leiden ontdekte een promovenda dat een antiek handschrift dat ze bestudeerde in werkelijkheid de allereerste bijbelvertaling in het Turks is.

Wie durft nog te beweren dat bibliotheekmedewerkers een saai beroep hebben?

Maarten Keulemans

De beroemde pagina 2 van het manuscript waarop Einstein het Bose-Einsteincondensaat voorspelt: “Es tritt eine Scheidung ein; ein Teil ‘kondensiert’, der Rest bleibt ein ‘gesaettigtes ideales Gas’.” (Beeld: Einstein archive)

www.lorentz.leidenuniv.nl/history/Einstein_archive

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.