Wetenschap

Ruimtelijke ontwikkeling

Meer macht voor de regiobestuurder en een sterke economie, dat is het streven van de Nota Ruimte. Volgens de hoofdlijnen van de Nota, die eind april werd gepresenteerd, mogen Schiphol en de haven van Rotterdam verder uitbreiden en krijgen provincies en gemeenten meer vrijheid om te bouwen.

Een groot deel van de Kamer is positief over de nota maar sommige partijen en milieugroepen zijn bezorgd. Ze vrezen dat Nederland in no-time wordt volgebouwd.

Prof.dr.ir. Hugo Priemus, decaan van de faculteit Techniek, Bestuur & Management (TBM), is nauw betrokken bij de totstandkoming van het SER-advies aan de regering over de Nota Ruimte. Naar verwachting is dat advies over een maand klaar.
Volgens de hoogleraar Systeeminnovatie ruimtelijke ontwikkeling geldt voor deze Nota: de fles is halfvol of halfleeg. “Het is maar hoe je de Nota bekijkt.”
Positieve punten zijn volgens hem dat dit sinds mensenheugnis de eerste Nota is waarbij de vier belangrijkste ministeries (EZ, VROM, V&W en LNV) op één lijn zitten, maar ook dat het nu gaat over ruimtelijke ontwikkeling en niet alleen over het tegenhouden van bebouwing.
Verder wordt in deze Nota Ruimte aangegeven waar het rijk het voor het zeggen heeft, waar de provincie en waar de gemeente. Priemus: “Loop eens door een vinex-locatie. Je moet wel heel deskundig zijn om te weten waar je bent. Van Stadskanaal tot Amsterdam, overal zijn ze grotendeels hetzelfde. Dat komt doordat het rijk heeft bepaald waar de woningen worden gebouwd, hoeveel en in welke dichtheid. In de nieuwe Nota mogen provincies dat voortaan zelf beslissen. Ik verwacht daarom meer differentiatie, want in Zeeland zullen ze woningbouw anders aanpakken dan in Groningen.”

Maar er zijn ook negatieve punten. De Nota is op veel plaatsen vaag. “Neem de opmerking: ‘Het Rijk is systeemverantwoordelijk.’ Dat woord staat niet in mijn dikke Van Dale. En wat verstaat de minister onder ‘ruimtelijke kwaliteit’?”

Verder ontbreekt een geschikt grondbeleid en is de financiering volstrekt onduidelijk: “Neem de Zuiderzeelijn, een hogesnelheidsverbinding van Groningen naar Amsterdam terwijl het rijk een ernstig gebrek aan investeringsmiddelen heeft.”

Een bijzonder gemiste kans vindt Priemus dat er in de Nota met geen woord wordt gerept over de ruimtelijke aspecten van ict-beleid. “Door de digitale communicatie speelt afstand tegenwoordig een andere rol. Daar zie ik niets van terug in de Nota.”

Hoe kijken we in 2050 terug op deze Nota Ruimte? Priemus vermoedt pragmatisch en logisch. “Maar er zit niet echt een visie in, dus lang zal deze nota niet beklijven. Overigens verwacht ik tegen die tijd rust over de ruimtelijke inrichting. Volgens prognoses daalt na 2030 het inwonertal in Nederland en vanaf 2035 ook de huishoudens. Nu moeten woningen uit de grond worden gestampt vanwege woningtekorten. Dat is tegen die tijd niet meer nodig en dat vind ik een ontspannen toekomstbeeld.” (IL)

Volgens de hoofdlijnen van de Nota, die eind april werd gepresenteerd, mogen Schiphol en de haven van Rotterdam verder uitbreiden en krijgen provincies en gemeenten meer vrijheid om te bouwen. Een groot deel van de Kamer is positief over de nota maar sommige partijen en milieugroepen zijn bezorgd. Ze vrezen dat Nederland in no-time wordt volgebouwd.

Prof.dr.ir. Hugo Priemus, decaan van de faculteit Techniek, Bestuur & Management (TBM), is nauw betrokken bij de totstandkoming van het SER-advies aan de regering over de Nota Ruimte. Naar verwachting is dat advies over een maand klaar.
Volgens de hoogleraar Systeeminnovatie ruimtelijke ontwikkeling geldt voor deze Nota: de fles is halfvol of halfleeg. “Het is maar hoe je de Nota bekijkt.”
Positieve punten zijn volgens hem dat dit sinds mensenheugnis de eerste Nota is waarbij de vier belangrijkste ministeries (EZ, VROM, V&W en LNV) op één lijn zitten, maar ook dat het nu gaat over ruimtelijke ontwikkeling en niet alleen over het tegenhouden van bebouwing.
Verder wordt in deze Nota Ruimte aangegeven waar het rijk het voor het zeggen heeft, waar de provincie en waar de gemeente. Priemus: “Loop eens door een vinex-locatie. Je moet wel heel deskundig zijn om te weten waar je bent. Van Stadskanaal tot Amsterdam, overal zijn ze grotendeels hetzelfde. Dat komt doordat het rijk heeft bepaald waar de woningen worden gebouwd, hoeveel en in welke dichtheid. In de nieuwe Nota mogen provincies dat voortaan zelf beslissen. Ik verwacht daarom meer differentiatie, want in Zeeland zullen ze woningbouw anders aanpakken dan in Groningen.”

Maar er zijn ook negatieve punten. De Nota is op veel plaatsen vaag. “Neem de opmerking: ‘Het Rijk is systeemverantwoordelijk.’ Dat woord staat niet in mijn dikke Van Dale. En wat verstaat de minister onder ‘ruimtelijke kwaliteit’?”

Verder ontbreekt een geschikt grondbeleid en is de financiering volstrekt onduidelijk: “Neem de Zuiderzeelijn, een hogesnelheidsverbinding van Groningen naar Amsterdam terwijl het rijk een ernstig gebrek aan investeringsmiddelen heeft.”

Een bijzonder gemiste kans vindt Priemus dat er in de Nota met geen woord wordt gerept over de ruimtelijke aspecten van ict-beleid. “Door de digitale communicatie speelt afstand tegenwoordig een andere rol. Daar zie ik niets van terug in de Nota.”

Hoe kijken we in 2050 terug op deze Nota Ruimte? Priemus vermoedt pragmatisch en logisch. “Maar er zit niet echt een visie in, dus lang zal deze nota niet beklijven. Overigens verwacht ik tegen die tijd rust over de ruimtelijke inrichting. Volgens prognoses daalt na 2030 het inwonertal in Nederland en vanaf 2035 ook de huishoudens. Nu moeten woningen uit de grond worden gestampt vanwege woningtekorten. Dat is tegen die tijd niet meer nodig en dat vind ik een ontspannen toekomstbeeld.” (IL)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.