Onderwijs

Ruim baan voor ondernemende zotten

De term ‘ondernemend’ is door universiteiten lang gebruikt als een schaamlap van goede wil. Het symposium ‘Universiteit en Ondernemerschap’ toonde dat er nog volop kansen te zijn voor echte commerciële bedrijvigheid.

De term ‘ondernemend’ is door universiteiten lang gebruikt als een schaamlap van goede wil. Het symposium ‘Universiteit en Ondernemerschap’ toonde dat er nog volop kansen te zijn voor echte commerciële bedrijvigheid.

Tijdens het besloten congres dat gisteren in de Aula plaatsvond, bogen topfiguren uit bedrijfsleven en overheid zich over de vraag hoe de universitaire wereld zich kan omvormen tot een vliegwiel voor de nationale innovatie. Tenslotte behoort Nederland ondanks het veelgeroemde poldermodel internationaal gezien tot de middenmoters. Een belangrijke oorzaak is dat kennis uit het hogere onderwijs maar mondjesmaat doorsijpelt naar het bedrijfsleven.

Toch zijn er volgens de sprekers legio mogelijkheden voor het uitbaten van wetenschappelijke know how. Het bedrijfsleven trekt zich immers steeds meer terug tot haar kerntaken, en daar hoort fundamenteel onderzoek niet bij. Dat dit type research voor baanbrekende vernieuwingen broodnodig is, was voor de deelnemers geen punt van discussie. Maar universiteiten laten hier wel grote kansen liggen, vindt prof.dr. S.J.G. van Wijnbergen, secretaris-generaal van Economische Zaken.

,,We kunnen moeilijk volhouden dat men daar enthousiast op inspeelt. Het aandeel van ondernemingen in de onderzoeksfinanciering is nog steeds erg klein.” Van Wijnbergen vindt ook de dalende instroom van bèta-studenten zorgelijk, omdat de vraag naar technologische kennis gestaag toeneemt. De schuld van de terugloop legt hij deels bij de opleidingen. ,,Die zijn te gespecialiseerd. Jongeren willen zich niet al op hun achttiende opsluiten in differentiaalvergelijkingen.” Hij pleit daarom voor een meer Angelsaksisch model waarin studenten verplicht zijn twintig procent van hun tijd aan ‘andere vakken’ te besteden.
Expertise

Een begrip dat als een rode draad door het symposium liep was corporate training, het te gelde maken van expertise door het geven van lucratieve bedrijfsopleidingen. Ook zouden onderzoekers basic business skills moeten worden bijgebracht om ze alvast voor te bereiden op eventueel ondernemerschap. Sommigen vroegen zich evenwel af of universiteiten hier überhaupt de capaciteit voor hebben, en of hun medewerkers zijn te porren voor zo’n Werdegang. ,,Zij hebben er meestal bewust voor gekozen niet het bedrijfsleven in te gaan. Het is wel vreemd om ze na tien jaar alsnog te vragen om ondernemer te worden”, meent drs. J.K.M. Gevers, collegevoorzitter van de Universiteit van Amsterdam. Hij ging verder in op het succes van het holding-model dat de Amsterdamse universiteit al een paar jaar voert.

Ondanks de geschetste perspectieven waarschuwde ir. R.J. de Wijkerslooth, directeur-generaal hoger onderwijs en wetenschapsbeleid van het ministerie van Onderwijs, voor al teveel voortvarendheid. ,,Als de universiteit wordt neergezet als onderneming, moeten we oppassen dat haar centrale missie niet ondergesneeuwd raakt. Universiteiten zijn meer gebaat bijondernemende zotten, dan bij zotte ondernemers.”

De term ‘ondernemend’ is door universiteiten lang gebruikt als een schaamlap van goede wil. Het symposium ‘Universiteit en Ondernemerschap’ toonde dat er nog volop kansen te zijn voor echte commerciële bedrijvigheid.

Tijdens het besloten congres dat gisteren in de Aula plaatsvond, bogen topfiguren uit bedrijfsleven en overheid zich over de vraag hoe de universitaire wereld zich kan omvormen tot een vliegwiel voor de nationale innovatie. Tenslotte behoort Nederland ondanks het veelgeroemde poldermodel internationaal gezien tot de middenmoters. Een belangrijke oorzaak is dat kennis uit het hogere onderwijs maar mondjesmaat doorsijpelt naar het bedrijfsleven.

Toch zijn er volgens de sprekers legio mogelijkheden voor het uitbaten van wetenschappelijke know how. Het bedrijfsleven trekt zich immers steeds meer terug tot haar kerntaken, en daar hoort fundamenteel onderzoek niet bij. Dat dit type research voor baanbrekende vernieuwingen broodnodig is, was voor de deelnemers geen punt van discussie. Maar universiteiten laten hier wel grote kansen liggen, vindt prof.dr. S.J.G. van Wijnbergen, secretaris-generaal van Economische Zaken.

,,We kunnen moeilijk volhouden dat men daar enthousiast op inspeelt. Het aandeel van ondernemingen in de onderzoeksfinanciering is nog steeds erg klein.” Van Wijnbergen vindt ook de dalende instroom van bèta-studenten zorgelijk, omdat de vraag naar technologische kennis gestaag toeneemt. De schuld van de terugloop legt hij deels bij de opleidingen. ,,Die zijn te gespecialiseerd. Jongeren willen zich niet al op hun achttiende opsluiten in differentiaalvergelijkingen.” Hij pleit daarom voor een meer Angelsaksisch model waarin studenten verplicht zijn twintig procent van hun tijd aan ‘andere vakken’ te besteden.
Expertise

Een begrip dat als een rode draad door het symposium liep was corporate training, het te gelde maken van expertise door het geven van lucratieve bedrijfsopleidingen. Ook zouden onderzoekers basic business skills moeten worden bijgebracht om ze alvast voor te bereiden op eventueel ondernemerschap. Sommigen vroegen zich evenwel af of universiteiten hier überhaupt de capaciteit voor hebben, en of hun medewerkers zijn te porren voor zo’n Werdegang. ,,Zij hebben er meestal bewust voor gekozen niet het bedrijfsleven in te gaan. Het is wel vreemd om ze na tien jaar alsnog te vragen om ondernemer te worden”, meent drs. J.K.M. Gevers, collegevoorzitter van de Universiteit van Amsterdam. Hij ging verder in op het succes van het holding-model dat de Amsterdamse universiteit al een paar jaar voert.

Ondanks de geschetste perspectieven waarschuwde ir. R.J. de Wijkerslooth, directeur-generaal hoger onderwijs en wetenschapsbeleid van het ministerie van Onderwijs, voor al teveel voortvarendheid. ,,Als de universiteit wordt neergezet als onderneming, moeten we oppassen dat haar centrale missie niet ondergesneeuwd raakt. Universiteiten zijn meer gebaat bijondernemende zotten, dan bij zotte ondernemers.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.