Of de deal met de universiteiten en hogescholen nu doorgaat of niet, minister Ritzen heeft hun hoe dan ook een grote dienst bewezen. Het kabinet heeft immers erkend dat de voorgenomen bezuiniging op de instellingen bij nader inzien veel te fors was.
Het wil nu zelfs in het hoger onderwijs investeren.
Uitstel en verlaging van de bezuinigingen, en een extra potje van 500 miljoen voor de stelselherziening: na alle uitspraken over de ‘harde’ bezuinigingen op het hoger onderwijs en de ‘onvoorwaardelijke steun’ van minister Ritzen en staatssecretaris Nuis aan het kabinetsbesluit om hardhandig in te grijpen, had niemand durven dromen dat de hogescholen en universiteiten er zo goed vanaf zouden komen. Althans: als het aan het kabinet ligt.
Want de Tweede Kamer en ook de hogescholen en universiteiten plaatsten afgelopen dinsdag nogal wat vraagtekens bij de intentieverklaring van de bewindslieden op Onderwijs en Landbouw, en de voorzitters van de VSNU en de HBO-Raad.
De vraag is natuurlijk: hoe heeft Ritzen het kabinet zover gekregen? De eerste stap op weg naar het kabinetsbesluit was het overtuigen van minister Zalm van Financiën. Gesteund door het aanhoudende, zeldzaam coherente verzet van universiteiten en hogescholen, is Ritzen er in een aantal gesprekken in geslaagd om Zalm over de streep te trekken.
Geholpen
Hoe verdeeld ook, de technische werkgroep die onderzoek deed naar de haalbaarheid van de voorgenomen bezuinigingen heeft Ritzen daarbij geholpen, zo beweren betrokkenen. Terwijl de meningen van de ambtenaren van Financiën en Onderwijs in de werkgroep voornamelijk op politieke overwegingen waren gestoeld, maakten de onafhankelijke werkgroepleden van IOO, CPB en SCP duidelijk dat een bezuiniging van 500 miljoen in elk geval veel te ingrijpend was.
Zonder tegenbod was Ritzen in het kabinet echter kansloos. Voortbordurend op de gedachte dat studenten best meer kunnen investeren in hun toekomst, stelde hij Zalm daarom voor de collegegelden aanzienlijk te verhogen. De studenten konden trouwens voor nóg meer geld zorgen. Ritzen deelde Zalm mee dat hij de opbrengsten uit de diverse bezuinigingsmaatregelen in de studiefinanciering voorzichtig had geraamd. Hij verwachtte bij nader inzien dat ze veel meer geld zouden opleveren. Tot het jaar 2000 ging het om liefst 1,2 miljard gulden.
Waar zijn voorganger Deetman steevast geld tekort kwam, lijkt het er op dat Ritzen door zeer conservatief te ramen geld overhoudt. Tegelijk wees Ritzen nog eens op de torenhoge uitgaven aan uitkeringen als de universiteiten, en in mindere mate de hogescholen, werkelijk honderden miljoenen moesten gaan bezuinigen. Goed voor een extra schadepost van vele miljoenen guldens, én duizenden dure werklozen erbij. En dat terwijl het paarse kabinet ‘Werk, werk, werk’ tot eerste prioriteit had verheven.
Potjes
Tot zover is te begrijpen dat eerst Zalm, en later het kabinet Ritzen te hulp zijn geschoten. De patstelling kon niet voortduren. Ook is nog wel te verklaren dat Ritzen een potje van 100 miljoen gulden voor onvoorziene uitgaven meekreeg. Een wel heel opvallende manoeuvre is dat het kabinet, Zalm voorop, ermee heeft ingestemd dat Ritzen tot en met het jaar 2000 opgeteld liefst 800 miljoen gulden krijgt uit een centraal potje voor wachtgelduitgaven, terwijl het kabinet weet dat die uitgaven zich helemaal niet zullen voordoen.
Jawel, er zullen ontslagen vallen. Door de verhoging van het collegegeld en de verkorting van de cursus- en studieduur zal het aantal studenten dalen en zullen zij sneller studeren, zodat er personeel overbodig wordt. Maar voor hun uitkeringen zijn twee andere potjes geregeld. De 800 miljoen kan worden besteed aan andere zaken. De stelselherziening is daarvan de voornaamste. Daarvoor heeft Ritzen nu plotseling 500 miljoen gulden extra beschikbaar.
Deze laatste investering is niets minder dan een donderslag bij heldere hemel. Dat het kabinet op een cruciaal moment met deze creatieve vorm van onderwijssponsoring heeft ingestemd, is de verdienste van Ritzen. In het kabinet gekomen om het hoger onderwijs voor nog grotere rampen te behoeden, houdt de minister de ramp beperkt tot een overzichtelijke bezuiniging. Al zullen de studenten daar heel anders over denken.
Of de deal met de universiteiten en hogescholen nu doorgaat of niet, minister Ritzen heeft hun hoe dan ook een grote dienst bewezen. Het kabinet heeft immers erkend dat de voorgenomen bezuiniging op de instellingen bij nader inzien veel te fors was. Het wil nu zelfs in het hoger onderwijs investeren.
Uitstel en verlaging van de bezuinigingen, en een extra potje van 500 miljoen voor de stelselherziening: na alle uitspraken over de ‘harde’ bezuinigingen op het hoger onderwijs en de ‘onvoorwaardelijke steun’ van minister Ritzen en staatssecretaris Nuis aan het kabinetsbesluit om hardhandig in te grijpen, had niemand durven dromen dat de hogescholen en universiteiten er zo goed vanaf zouden komen. Althans: als het aan het kabinet ligt.
Want de Tweede Kamer en ook de hogescholen en universiteiten plaatsten afgelopen dinsdag nogal wat vraagtekens bij de intentieverklaring van de bewindslieden op Onderwijs en Landbouw, en de voorzitters van de VSNU en de HBO-Raad.
De vraag is natuurlijk: hoe heeft Ritzen het kabinet zover gekregen? De eerste stap op weg naar het kabinetsbesluit was het overtuigen van minister Zalm van Financiën. Gesteund door het aanhoudende, zeldzaam coherente verzet van universiteiten en hogescholen, is Ritzen er in een aantal gesprekken in geslaagd om Zalm over de streep te trekken.
Geholpen
Hoe verdeeld ook, de technische werkgroep die onderzoek deed naar de haalbaarheid van de voorgenomen bezuinigingen heeft Ritzen daarbij geholpen, zo beweren betrokkenen. Terwijl de meningen van de ambtenaren van Financiën en Onderwijs in de werkgroep voornamelijk op politieke overwegingen waren gestoeld, maakten de onafhankelijke werkgroepleden van IOO, CPB en SCP duidelijk dat een bezuiniging van 500 miljoen in elk geval veel te ingrijpend was.
Zonder tegenbod was Ritzen in het kabinet echter kansloos. Voortbordurend op de gedachte dat studenten best meer kunnen investeren in hun toekomst, stelde hij Zalm daarom voor de collegegelden aanzienlijk te verhogen. De studenten konden trouwens voor nóg meer geld zorgen. Ritzen deelde Zalm mee dat hij de opbrengsten uit de diverse bezuinigingsmaatregelen in de studiefinanciering voorzichtig had geraamd. Hij verwachtte bij nader inzien dat ze veel meer geld zouden opleveren. Tot het jaar 2000 ging het om liefst 1,2 miljard gulden.
Waar zijn voorganger Deetman steevast geld tekort kwam, lijkt het er op dat Ritzen door zeer conservatief te ramen geld overhoudt. Tegelijk wees Ritzen nog eens op de torenhoge uitgaven aan uitkeringen als de universiteiten, en in mindere mate de hogescholen, werkelijk honderden miljoenen moesten gaan bezuinigen. Goed voor een extra schadepost van vele miljoenen guldens, én duizenden dure werklozen erbij. En dat terwijl het paarse kabinet ‘Werk, werk, werk’ tot eerste prioriteit had verheven.
Potjes
Tot zover is te begrijpen dat eerst Zalm, en later het kabinet Ritzen te hulp zijn geschoten. De patstelling kon niet voortduren. Ook is nog wel te verklaren dat Ritzen een potje van 100 miljoen gulden voor onvoorziene uitgaven meekreeg. Een wel heel opvallende manoeuvre is dat het kabinet, Zalm voorop, ermee heeft ingestemd dat Ritzen tot en met het jaar 2000 opgeteld liefst 800 miljoen gulden krijgt uit een centraal potje voor wachtgelduitgaven, terwijl het kabinet weet dat die uitgaven zich helemaal niet zullen voordoen.
Jawel, er zullen ontslagen vallen. Door de verhoging van het collegegeld en de verkorting van de cursus- en studieduur zal het aantal studenten dalen en zullen zij sneller studeren, zodat er personeel overbodig wordt. Maar voor hun uitkeringen zijn twee andere potjes geregeld. De 800 miljoen kan worden besteed aan andere zaken. De stelselherziening is daarvan de voornaamste. Daarvoor heeft Ritzen nu plotseling 500 miljoen gulden extra beschikbaar.
Deze laatste investering is niets minder dan een donderslag bij heldere hemel. Dat het kabinet op een cruciaal moment met deze creatieve vorm van onderwijssponsoring heeft ingestemd, is de verdienste van Ritzen. In het kabinet gekomen om het hoger onderwijs voor nog grotere rampen te behoeden, houdt de minister de ramp beperkt tot een overzichtelijke bezuiniging. Al zullen de studenten daar heel anders over denken.
Comments are closed.