Joris Thijssen (37) is campagnedirecteur bij Greenpeace, waar hij tijdens zijn studie luchtvaart- en ruimtevaarttechniek al vrijwilliger was. “We streven onze eigen ondergang na. Het mooiste zou zijn als we niet meer nodig waren.”
Naam: Ir. Joris Thijssen MBA (37)
Woonplaats: Amsterdam
Verliefd/verloofd/getrouwd: Woont samen en heeft één zoon
Studie: Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek
Afstudeeronderzoek: Het laten landen van een maanlander op de Zuidpool van de maan voor ESA, cum laude
Afstudeerjaar: 2000
Loopbaan: Campagneleider bij Greenpeace, adviseur van Greenpeace China, werkzaam bij Greenpeace international, hoofd van de campagneafdeling van Greenpeace Nederland.
Helemaal aan het einde van het gesprek, als Thijssen zijn loopbaan uit de doeken heeft gedaan, komt de onvermijdelijke vraag: is hij een idealist? Voor iemand die niet eens meer weet hoe vaak hij de straat op is gegaan om actie te voeren, geeft hij een onverwacht antwoord. Hij zegt niet ronduit ‘ja’, maar stelt een tegenvraag. “Idealist klinkt naïef, alsof je iets onmogelijks nastreeft. Als je weet dat negentig procent van de vissoorten in de Noordzee wordt overbevist, dan kun je wel vis blijven eten, maar dan kan mijn kindje dat straks niet. Ik kan met een bord voor mijn kop genieten van mijn zalmpje. Ik kan er ook slimmer mee omgaan en wachten tot de visstanden zijn hersteld. Ben ik dan idealist, of realist? Ik heb een baan waardoor ik dit allemaal weet. Ik zie echt geen andere mogelijkheid dan ernaar te handelen.”
En dus gebruikt Thijssen groene stroom en spaar- en ledlampen, heeft hij geen auto, maar een fiets en een ov-jaarkaart. En eet hij geen vis en minder vlees. In zijn werk als hoofd van de campagneafdeling van Greenpeace Nederland probeert hij grotere stappen te zetten. Dat lukt aardig, vindt hij. Nog niet lang geleden kreeg Greenpeace samen met andere organisaties in korte tijd tienduizend mensen op de Dam om te protesteren tegen kernenergie. Er kwam uitstel van de bouw van een nieuwe kolencentrale in Groningen. En paling werd gebannen uit een grote supermarktketen. “Toen ik in 2000 begon was Greenpeace een roepende in de woestijn. Dat is allang niet meer zo, mede onder invloed van Al Gore. Regeringsleiders zijn zich bewust van de ernst van milieuproblemen. Deze zelfde politici hebben alleen nog niet politiek moed getoond om die problemen op te lossen. Dat terwijl de mensheid daar technologisch prima toe in staat is.”
Actie voeren
2000 Was het jaar dat Thijssen afstudeerde bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Hij was geen typische Delftse student. Hij roeide zijn eerste twee jaren in Delft nog wel bij Proteus, maar ging toen een jaar op reis en kwam terug met nieuwe inzichten. Hij liet het verenigingsleven links liggen en werd vrijwilliger bij Greenpeace.
Waarom die reis en vanwaar de omslag? “Mijn passie was en is ruimtevaart en ik was ook wel goed in rekenen. Daarom heb ik voor die studie gekozen. Maar er zaten toch wel veel echte techneuten, die helemaal opgingen in het rekenen. Na twee jaar had ik daar mijn buik van vol. Ik ben gaan reizen in Australië, Hong Kong, Canada. Ik had allerlei bijbaantjes om aan geld te komen, in de horeca, op een fietstaxi, op een schapenfarm, een mangoboerderij. Dat was hartstikke leuk. Toen ben ik gaan nadenken over die planeet van ons. Is het wel duurzaam wat we aan het doen zijn, vroeg ik me af.”
Het was de eerste keer dat Thijssen zo’n lange reis maakte. Hij verwonderde zich erover dat dat allemaal maar kon, dat reizen. “Kan het wel, dat mensen maar doen waar ze zin in hebben? Natuurlijk niet, al deed ik dat op dat moment zelf ook.” Thijssen ging lezen en kwam er achter dat er al veel meer denken over dit onderwerp bestond. Zijn interesse was gewekt.
Terug in Delft sloot hij zich aan bij Greenpeace. “Die club sprak me het meeste aan. Ik kende ze nog niet heel goed, maar wat ik er goed aan vond, was dat Greenpeace eerst onderzoek doet, dan praat en als dat niet helpt actie gaat voeren.” Thijssen werd vrijwilliger als voorlichter in Den Haag en actievrijwilliger. Zijn eerste actie was bij de jaarvergadering van Shell. “Daar hadden we twee poortjes gemaakt. Eén met vaatjes olie en een dinosaurus en één poort van zonnepanelen. Mensen die naar binnen wilden, gaven we de keus: kiest u voor een schone of een fossiele toekomst?”
Dat was een ‘hele lieve actie’, later kwam het vastketenen. Waar? “Op veel plaatsen. De eerste keer was bij een transport van kernafval, dat met de trein van Nederland naar Frankrijk gaat. Ze zeggen dat het daarheen gaat om te recyclen, maar in werkelijkheid kan maar een klein deel hergebruikt worden. Bij het opwerken komt heel veel nucleaire rotzooi vrij, die ze lozen in zee.”
Na zijn afstuderen ging Thijssen meteen zes weken met Greenpeace naar Rusland, om daar onderzoek te doen naar en op te ruimen bij olielekkages. Daarna een maand naar Frankrijk, terug naar de fabriek waar nucleair afval werd opgewerkt. “Er is een verdrag dat zegt dat je geen vaatjes kernafval meer mag dumpen in de Noord-Atlantische wateren, maar dat verdrag zegt niets over direct lozen in zee. Dat is precies wat ze in Frankrijk doen: Nederlands kernafval bewerken en dan radioactiviteit lozen in zee en lucht. Dat is zelfs in de Noordzee te meten.” Wat leverde de actie op? “Het verdrag is niet veranderd, maar Duitsland is wel gestopt met het opwerken van nucleair afval. Zij zetten het naast de kerncentrale neer en hopen dat er nooit iets mee gebeurt.”
Actievoerder bij Greenpeace word je overigens niet zomaar. Er is een introductieweekend, waarbij nieuwkomers in een aantal actiescenario’s wordt gezet. “Zodat je weet wat het echt betekent en je voor jezelf kunt bedenken of je het echt wilt. Want je kunt bijvoorbeeld agressie tegenkomen van werknemers die bang zijn voor hun baan. Terwijl wij niet tegen werkgelegenheid zijn, alleen tegen milieumisstanden. Daar moet je mee om zien te gaan. Uit principe zijn wij geweldloos, dus je moet jezelf in de hand zien te houden.”
De voorbereiding op acties is spannend, de actie zelf soms ook. “Maar het is veel wachten als het steekspel met de politie en het bedrijf is begonnen. Gaan ze je weghalen, doen ze je een rechtszaak aan je broek, wachten ze af?”
Goede standpunten
Na zijn tijd als vrijwilliger trad Thijssen als campagneleider in dienst bij Greenpeace. “Toen kreeg ik een andere rol. Ik werd media-woordvoerder en contactpersoon voor de politie en het bedrijf. Ik ging naar rechtszaken en nam de beslissing om weg te gaan of te blijven zitten. Dat onderhandelen is leuk, het gaat er hard aan toe.”
Thijssen was vijf jaar campagneleider bij Greenpeace Nederland. Daarna was hij een jaar lang adviseur van Greenpeace China in Peking. “Ondertussen had ik veel ervaring bij Greenpeace en wist ik veel van klimaat en energie. Mensen in China wisten daar niet zoveel van, en ook niet van campagne voeren. Ik hielp ze om zichzelf de juiste vragen te stellen. Zij moesten er daarna proberen achter te komen hoe ze dat naar China konden vertalen. Zij leerden van mij wat campagne voeren was, ik leerde van hen wat China was.”
Greenpeace bleek zijn voordeel te kunnen doen met het feit dat China vele bestuurslagen telt. “De centrale regering neemt vaak heel goede standpunten in, bijvoorbeeld tegen het gebruik van een bepaald soort pesticiden. Maar in Zuid-China kwamen we er achter dat die pesticiden nog op het fruit zaten. We hebben metingen en analyses gedaan en een rapport naar buiten gebracht. De provinciale regering, die controles had moeten uitvoeren, sloot meteen ons kantoor. Toen zijn we naar de centrale regering gestapt en die riep de provinciale regering tot de orde. Ook in China zijn er dus zat mogelijkheden om dingen voor elkaar te krijgen.”
Na zijn Chinese avontuur stapte Thijssen over naar Greenpeace International, waar hij twee jaar lang het werk coördineerde van de veertig regionale kantoren. Hij gaf die lokale mensen ook ondersteuning bij hun campagnes. Terug in Nederland werd hij hoofd van de campagneafdeling van Greenpeace Nederland.
Toch had zijn loopbaan net zo goed anders kunnen lopen, vertelt Thijssen. Na een paar jaar bij Greenpeace kreeg hij een baan aangeboden bij een groot ruimtevaartbedrijf in Engeland. “Ik nam ontslag bij Greenpeace en zou naar Engeland vertrekken. Maar een dag voordat ik zou beginnen, ontsloegen ze me. Bezuinigingen. Ik ben wel naar Engeland gegaan voor een gesprek, want ik vond dat ze dit niet konden maken. Ze voelden zich er vervelend onder, maar konden niets voor me doen.”
Teleurgesteld keerde Thijssen terug naar Nederland en een paar weken lang deed hij niks. Toen kwamen er verkiezingen en werd het weer tijd voor actie. “Opeens was er een Kamermeerderheid vóór het langer openhouden van kerncentrale Borssele. Ik belde mijn voormalige baas bij Greenpeace om te zeggen wat ze volgens mij allemaal moest doen. Maar ze had drie vacatures en zei: als je wilt dat er iets van die dingen gebeurt, dan staat je bureau klaar en mag je morgen weer aan de slag.” Aldus geschiedde.
Thijssen denkt inmiddels niet dat hij nog eens een overstap zal maken naar de ruimtevaartwereld. “Ik heb er lang over nagedacht, maar mijn ervaring bij ESA leert dat de materie geweldig interessant is, maar dat alles ongelooflijk langzaam gaat.” En Thijssen zit goed bij Greenpeace. “Al ga ik liever met pensioen, want we streven onze eigen ondergang na. Het mooiste zou zijn als we niet meer nodig waren. Ik ben daar redelijk positief over. Natuurlijk, als er gesproken wordt over het bouwen van nieuwe kolen- en kerncentrales in Nederland zakt de moed me wel eens in de schoenen, maar als ik kijk naar al die bedrijven die van vieze naar schone energie willen, dan zie ik het positief in.”
Zou Uri Rosenthal, fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer, het willen doen? De gewezen informateur staat op goede voet met Mark Rutte. Hij weet ook wat hoger onderwijs en wetenschap inhouden, want hij is hoogleraar te Leiden en zat in het bestuur van onderzoeksfinancier NWO. Maar of hij een minister boven zich zal dulden?
Het blijft natuurlijk afwachten. Niets is zeker tot het nieuwe kabinet met de koningin op het bordes staat.
Comments are closed.