Onderwijs

Reactorinstituut wil isotopen produceren

Het reactorinstituut wil een deel van de isotopenproductie van Petten overnemen. Om de productie veilig te stellen, moet er snel een besluit komen.

Het reactorinstituut heeft ongeveer anderhalve maand nodig om de productie van radio-isotopen voor te bereiden, schat prof.dr. Bert Wolterbeek (toegepaste natuurwetenschappen). Aangezien de reactor in Petten op 1 maart vanwege onderhoudswerkzaamheden gesloten wordt, is een snelle beslissing noodzakelijk.
Vorige week maakte het RID bekend ongeveer tien procent van de productie van de Nuclear Research & consultancy Group (NRG) in Petten over te willen nemen. De situatie dreigt nijpend te worden omdat ook de Canadese centrale in Shalk River sinds september vorig jaar is stilgelegd vanwege een lekkage. Samen nemen de reactoren in Petten en Canada tachtig procent van de wereldproductie van radio-isotopen voor hun rekening.
Productie draaien in de Delftse onderzoeksreactor gaat ten koste van het onderzoek, beaamt Wolterbeek. Maar de RID-onderzoekers steunen het aanbod volgens hem unaniem.
De bal ligt nu bij het ministerie van VWS, NRG en het bedrijf Covidien dat wereldwijd ziekenhuizen van radio-isotopen voor onderzoek en behandeling van kankerpatiënten voorziet. Normaal gesproken levert NRG Covidien bestraald verrijkt uranium, waar het bedrijf dan het 99-molybdeen uit wint. Het RID zou die NRG-rol gedeeltelijk over kunnen nemen.
Er wordt nog bekeken of de vergunning voor de Delftse reactor aangepast moet worden: dit heeft te maken met de strenge regelgeving ten aanzien van de splijtstof in de reactor. Over de inkomsten van eventuele isotopenproductie kan Wolterbeek nog niets meedelen. Er bestaat volgens hem geen vaste prijs voor de levering van bestraald uranium. RID-manager drs.ir. Rik Linssen bespreekt het Delftse aanbod met de betrokken partijen. 

Naam: Ir. Arjo Loeve (26)
Nationaliteit: Nederlandse
Promotors: Prof.dr. Jenny Dankelman en dr.ir. Paul Breedveld (biomechanical engineering)
Onderwerp: Schachtgeleiding voor flexibele endoscopen
Tussenstand: Halverwege

“Een colonoscoop, die gebruikt wordt bij dikke-darmonderzoek via de anus, is een soort tuinslang met aan het einde een camera en een werkkanaal voor een grijpertje waarmee de arts bijvoorbeeld een stukje weefsel kan vastpakken. Het is belangrijk dat deze slang flexibel is, zodat het ding door de darm kan. Maar dat zorgt ook voor een groot probleem. De dikke darm biedt namelijk bijna geen steun, omdat hij nog flubbiger is dan de slang. Als een chirurg de colonoscoop naar binnen brengt, kan de slang knikken of in een ‘loop’ raken door verkeerde manoeuvres. Dat kan heel pijnlijk zijn voor de patiënt. Die moet de tanden op elkaar houden, als de chirurg de slang moet doorschuiven.
Je wilt dat de slang flexibel is, zodat hij zich goed door de darm kan bewegen. Tegelijkertijd moet de colonoscoop stijf en stabiel zijn als je bijvoorbeeld een stukje weefsel los wilt trekken. Als de slang daarbij te flexibel is, trek je de slang naar voren, begint het ding te schudden en kan de chirurg niet nauwkeurig werken. Ik ontwikkel daarom een nieuwe colonoscoop, die door de darm heen kronkelt net zoals een slang in de natuur. Daarvoor wil ik dat de slang een pad vormt met de kop en daarna zelf een soort rails uitzet, dat de rest van de slang kan volgen. In een nieuwe bocht moet de colonoscoop slap zijn en daarna stijf worden.
Momenteel zijn er colonoscopen in ontwikkeling die veel motoren en sensoren hebben en vol zitten met kabeltjes in verschillende segmenten. Ik denk dat dit veel eenvoudiger kan. Ik heb tot nu toe drie concepten uitgewerkt. De eerste is een buis van folie gevuld met korreltjes, die voor verstijving zorgen onder vacuüm. Het tweede concept bestaat uit een ring van staalkabels rond een opblaasbare slang. De derde optie maakt gebruik van een nieuwe kunststof. Door de omgeving van kunststof te veranderen kunnen delen van de slang heel snel zo stijf als plexiglas en zo slap als een elastiekje gemaakt worden. Ik ga nu kijken welke van deze drie concepten het beste werkt. De eerste optie valt waarschijnlijk af. Die is minder stijf en de neemt meer ruimte in beslag.
Ik onderzoek al vanaf de bachelorfase de werking van colonoscopen. Als experimenten niet zo goed lopen, ben ik het wel eens zat. Maar dat duurt nooit lang, omdat dit onderzoek een grote maatschappelijke relevantie heeft. Men wil steeds meer operaties uitvoeren door het lichaam via lichamelijke openingen binnen te gaan. Dikke-darmkanker komt veel voor. Daarvoor zou het gebruik van een colonoscoop, die sneller is, beter werkt en minder pijn doet heel zinvol zijn.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.