Dinsdagochtend, de kleine oostelijke haven in het dorpje Moerdijk. Een vreemd gezelschap bevindt zich op het tussendek van de rondvaartboot de Zilvermeeuw.
Betreft het hier een wetenschappelijke bijeenkomst? Een persconferentie? Of misschien wel een personeelsuitje? De waarheid ligt in het midden. Een mengeling van maritiem-technische onderzoekers, journalisten en TNO-ers-met-aanhang wacht onder het genot van een kopje koffie op een ramp. Een kunstmatige weliswaar: de in scène gezette botsing van een speciaal geprepareerde olietanker op een nep-rots.
Met de strandingsproef van dit vijfenzeventig meter lange binnenschip wil TNO een beter inzicht krijgen in de botsbestendigheid van deze scheepsklasse. Maar misschien had het instituut er goed aan gedaan om eerst een beter inzicht in het verloop van het waterpeil van het Hollands Diep te kweken, want het groots aangekondigde spektakel gaat op het laatste moment niet door.
Projectleider ir. L. Vredeveldt brengt even na twaalven het slechte nieuws. ,,De waterstand is op dit moment te hoog. Daardoor staat er teveel water boven de rots. De testconstructie op de tanker komt dan te ver over de rots heen. Het is in deze situatie niet mogelijk om een zinvolle meting uit te voeren. Het gaat dus niet door, tenzij iemand zich geroepen voelt om een half miljoen gulden weg te gooien.” Ook de laatste hoop wordt de grond in geboord: ,,We verwachten niet dat de omstandigheden een proef later vandaag of morgen toestaan. Het wordt op z’n vroegst vrijdag.”
Als troost stelt Vredeveldt voor om toch af te varen om de tanker enkele keren langs de rots te zien varen. Een deel van het perscircus weet genoeg en taait teleurgesteld af. ,,Ik had iets van nou, dat wordt een gezellige middag. Maar … helaas.”, is de reactie van een vertrekkend journaliste van het dagblad Trouw. Een enkeling gebruikt een portable telefoon om zijn redactie tijdig op de hoogte stellen van de uitval van een nieuws-item. De gelijkenis doemt op met de kunstmatige dijkdoorbraak vorig jaar, waarbij de pers ook voor niets kwam opdraven. Dit project werd destijds ook uitgesteld, ironisch genoeg juist door een te làge de waterstand.
De resterende pers wordt door het verstrekken van broodjes aan boord gehouden, waarna de rondvaartboot vertrekt. Windkracht zeven maakt het nog knap lastig om zonder ongewenste botsingen de haveninham te verlaten. Na vijf minuten is de testlokatie bereikt. Een kunstmatige rots is daar bevestigd op een afgezonken ‘ponton’: een rechthoekige stalen bak die in een vorig leven als sluisdeur in IJmuiden functioneerde. Verderop het ponton staat een meethuisje, waaruit een aantal TNO-ers vrolijk zwaait naar de rondvaartboot.
Intussen wordt Vredeveldt op het achterdek door enkele medewerkers bijgestaan bij het geven van persverklaringen. Zo verklaart A.F.C. Carlebur van de bij het onderzoek betrokken stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek dat ,,we de waterstand misschien wel wat nauwkeuriger hadden kunnen voorspellen. Er was voorspeld dat het peil onder de 1,30 meterzou uitkomen, maar dat is nu 1,48 meter. Zelfs bij laag tij is het uitvoeren van de proef dan niet mogelijk.”
De olietanker vaart inmiddels langs en stevent recht op de rots af. ,,Dadelijk gaat ie er per ongeluk tegenaan”, kraamt een ras-optimist uit. Op het laatste moment buigt de boeg af en laat de rots met rust. ,,Nee hoor, mis.”
Dinsdagochtend, de kleine oostelijke haven in het dorpje Moerdijk. Een vreemd gezelschap bevindt zich op het tussendek van de rondvaartboot de Zilvermeeuw. Betreft het hier een wetenschappelijke bijeenkomst? Een persconferentie? Of misschien wel een personeelsuitje? De waarheid ligt in het midden. Een mengeling van maritiem-technische onderzoekers, journalisten en TNO-ers-met-aanhang wacht onder het genot van een kopje koffie op een ramp. Een kunstmatige weliswaar: de in scène gezette botsing van een speciaal geprepareerde olietanker op een nep-rots.
Met de strandingsproef van dit vijfenzeventig meter lange binnenschip wil TNO een beter inzicht krijgen in de botsbestendigheid van deze scheepsklasse. Maar misschien had het instituut er goed aan gedaan om eerst een beter inzicht in het verloop van het waterpeil van het Hollands Diep te kweken, want het groots aangekondigde spektakel gaat op het laatste moment niet door.
Projectleider ir. L. Vredeveldt brengt even na twaalven het slechte nieuws. ,,De waterstand is op dit moment te hoog. Daardoor staat er teveel water boven de rots. De testconstructie op de tanker komt dan te ver over de rots heen. Het is in deze situatie niet mogelijk om een zinvolle meting uit te voeren. Het gaat dus niet door, tenzij iemand zich geroepen voelt om een half miljoen gulden weg te gooien.” Ook de laatste hoop wordt de grond in geboord: ,,We verwachten niet dat de omstandigheden een proef later vandaag of morgen toestaan. Het wordt op z’n vroegst vrijdag.”
Als troost stelt Vredeveldt voor om toch af te varen om de tanker enkele keren langs de rots te zien varen. Een deel van het perscircus weet genoeg en taait teleurgesteld af. ,,Ik had iets van nou, dat wordt een gezellige middag. Maar … helaas.”, is de reactie van een vertrekkend journaliste van het dagblad Trouw. Een enkeling gebruikt een portable telefoon om zijn redactie tijdig op de hoogte stellen van de uitval van een nieuws-item. De gelijkenis doemt op met de kunstmatige dijkdoorbraak vorig jaar, waarbij de pers ook voor niets kwam opdraven. Dit project werd destijds ook uitgesteld, ironisch genoeg juist door een te làge de waterstand.
De resterende pers wordt door het verstrekken van broodjes aan boord gehouden, waarna de rondvaartboot vertrekt. Windkracht zeven maakt het nog knap lastig om zonder ongewenste botsingen de haveninham te verlaten. Na vijf minuten is de testlokatie bereikt. Een kunstmatige rots is daar bevestigd op een afgezonken ‘ponton’: een rechthoekige stalen bak die in een vorig leven als sluisdeur in IJmuiden functioneerde. Verderop het ponton staat een meethuisje, waaruit een aantal TNO-ers vrolijk zwaait naar de rondvaartboot.
Intussen wordt Vredeveldt op het achterdek door enkele medewerkers bijgestaan bij het geven van persverklaringen. Zo verklaart A.F.C. Carlebur van de bij het onderzoek betrokken stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek dat ,,we de waterstand misschien wel wat nauwkeuriger hadden kunnen voorspellen. Er was voorspeld dat het peil onder de 1,30 meterzou uitkomen, maar dat is nu 1,48 meter. Zelfs bij laag tij is het uitvoeren van de proef dan niet mogelijk.”
De olietanker vaart inmiddels langs en stevent recht op de rots af. ,,Dadelijk gaat ie er per ongeluk tegenaan”, kraamt een ras-optimist uit. Op het laatste moment buigt de boeg af en laat de rots met rust. ,,Nee hoor, mis.”
Comments are closed.