Onderwijs

‘Rallyrijden spreekt te weinig mensen aan’

Geldgebrek en huisvestingsproblemen dwongen het in 2001 opgerichte TU Rallyteam om te stoppen met zijn activiteiten. Voorzitter Jac Gillis treurt.

Hebben jullie nog wel het vijfjarig bestaan kunnen vieren?

“Dat hebben we niet gehaald. Na vier seizoenen was het afgelopen. We kregen het budget niet rond voor het begin van het nieuwe seizoen. We zijn drie maanden lang op sponsorjacht geweest, maar er was geen interesse. Rallyrijden spreekt kennelijk te weinig aan.”

Dat is jammer.

“Enorm jammer, want het was een leuk team. We waren met zijn achttienen, van wie er vier heel actief waren. De rest vond het wel leuk, maar was niet toegewijd genoeg. De belangstelling begon een beetje te slinken. We zijn allemaal al wat oudere studenten, jonge aanwas was er niet. Bovendien waren we onze kluslocatie kwijt. Het was een optelsom.”

Waarom hadden jullie geen klusruimte meer?

“We zaten in het gebouw van het postkantoor aan de Papsouwselaan, maar dat ging dicht. Daarna konden we terecht in de kelder van een TU-gebouw aan de Rotterdamseweg, maar daar mochten geen auto’s in. Bovendien hoorden we kort voor Kerstmis dat we er met oud en nieuw uit moesten. De enige mogelijkheid was om een kelderbox of iets dergelijks te huren, maar dat kost weer geld.”

Zijn jullie niet te ouderwets geworden, vergeleken met al die koolzaadauto’s, zonnecelauto’s, superbussen en fietsonderzeeërs die aan de TU ontwikkeld worden?

“Zou kunnen. Daarom hebben we zelfs geprobeerd innovatief te zijn door op biobrandstof te gaan rijden, maar ook dat maakte bedrijven niet enthousiast. Ik blijf het bizar vinden dat er geen sponsors te vinden zijn voor studenten die iets techniek-gerelateerds opbouwen. We doen toch het hele jaar door aan wedstrijden mee. Tien jaar vóór ons was er ook al zo’n team op de TU. Dat wisten onze oprichters niet eens. Eens in de zoveel tijd blijken mensen er warm voor te lopen om zoiets op poten te zetten. Ik hoop dat als ik over tien jaar nog eens op de TU kom, dat er dan weer studenten rondlopen die iets nieuws hebben opgericht.”

Wat gebeurt er met jullie wagenbezit?

“We hadden een Citroën AX. Die is helemaal op en top: netjes, schoon, onderhouden. Hij staat te koop.”

Wat ga je het meeste missen?

“De gezelligheid. Elke dinsdag hadden we clubavond. Om zes uur verzamelen, hapje eten en daarna klussen aan de auto. Als de clubavond niet doorging aten we ook met elkaar. De rallysport zelf mis ik niet, want ik kon elders doorgaan. Als het rallyvirus je eenmaal te pakken heeft ben je verkocht. Dan ga je naar wedstrijden. Daar zet je alles voor opzij.”

Jac Gillis. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Hebben jullie nog wel het vijfjarig bestaan kunnen vieren?

“Dat hebben we niet gehaald. Na vier seizoenen was het afgelopen. We kregen het budget niet rond voor het begin van het nieuwe seizoen. We zijn drie maanden lang op sponsorjacht geweest, maar er was geen interesse. Rallyrijden spreekt kennelijk te weinig aan.”

Dat is jammer.

“Enorm jammer, want het was een leuk team. We waren met zijn achttienen, van wie er vier heel actief waren. De rest vond het wel leuk, maar was niet toegewijd genoeg. De belangstelling begon een beetje te slinken. We zijn allemaal al wat oudere studenten, jonge aanwas was er niet. Bovendien waren we onze kluslocatie kwijt. Het was een optelsom.”

Waarom hadden jullie geen klusruimte meer?

“We zaten in het gebouw van het postkantoor aan de Papsouwselaan, maar dat ging dicht. Daarna konden we terecht in de kelder van een TU-gebouw aan de Rotterdamseweg, maar daar mochten geen auto’s in. Bovendien hoorden we kort voor Kerstmis dat we er met oud en nieuw uit moesten. De enige mogelijkheid was om een kelderbox of iets dergelijks te huren, maar dat kost weer geld.”

Zijn jullie niet te ouderwets geworden, vergeleken met al die koolzaadauto’s, zonnecelauto’s, superbussen en fietsonderzeeërs die aan de TU ontwikkeld worden?

“Zou kunnen. Daarom hebben we zelfs geprobeerd innovatief te zijn door op biobrandstof te gaan rijden, maar ook dat maakte bedrijven niet enthousiast. Ik blijf het bizar vinden dat er geen sponsors te vinden zijn voor studenten die iets techniek-gerelateerds opbouwen. We doen toch het hele jaar door aan wedstrijden mee. Tien jaar vóór ons was er ook al zo’n team op de TU. Dat wisten onze oprichters niet eens. Eens in de zoveel tijd blijken mensen er warm voor te lopen om zoiets op poten te zetten. Ik hoop dat als ik over tien jaar nog eens op de TU kom, dat er dan weer studenten rondlopen die iets nieuws hebben opgericht.”

Wat gebeurt er met jullie wagenbezit?

“We hadden een Citroën AX. Die is helemaal op en top: netjes, schoon, onderhouden. Hij staat te koop.”

Wat ga je het meeste missen?

“De gezelligheid. Elke dinsdag hadden we clubavond. Om zes uur verzamelen, hapje eten en daarna klussen aan de auto. Als de clubavond niet doorging aten we ook met elkaar. De rallysport zelf mis ik niet, want ik kon elders doorgaan. Als het rallyvirus je eenmaal te pakken heeft ben je verkocht. Dan ga je naar wedstrijden. Daar zet je alles voor opzij.”

Jac Gillis. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.