Tienduizend fietsplekken krijgt station Delft. Maar zonder slim beheer slibben ook die dicht. Studenten, zelf een belangrijke factor in het ongemak, denken mee over oplossingen.
Het Delftse station krijgt vanaf volgend jaar met een unieke verkeerssituatie te maken: een fietsenstalling met een doorgaande fietsroute. Twee stations verderop, onder Den Haag Centraal, word je zowat van je fiets getrokken als je maar overweegt te gaan steppen. Maar in Delft fiets je straks gewoon tussen de rekken door. Geeft dat geen opstoppingen voor de toegangspoortjes van de stallingen?
En zo zijn er nog wel meer vragen. Waarom eigenlijk inchecken voor de stalling? (dat gebeurt nu ook niet). Wat kost het stallen? En de hamvraag: hoe kan de gemeente Delft zorgen dat de capaciteit van de drie fietsenstallingen (in totaal 10.100 plaatsen) in de toekomst niet wordt overschreden? De gemeenteraad wilde daar advies over van TU-studenten, zelf de belangrijkste gebruikersgroep.
Strategisch adviseur dr.ing. Jan Nederveen van de gemeente Delft weet de weg naar de TU goed te vinden. Al zo’n dertig keer klopte hij aan met stageplekken, afstudeeropdrachten, om data te verzamelen of om ideeën te genereren. Dat doet hij bij voorkeur met verkennende onderzoeken. “Consultants zijn meteen zo serieus”, licht hij toe.
Docent dr.ir. John Baggen (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen) nam de fietsenstalling in de Spoor- zone als onderwerp voor de eerste week van de minor transport, infrastructuur en logistiek. 81 Studenten van verschillende Delftse bacheloropleidingen en ook uit Leiden, Wageningen en Utrecht, puzzelden een week lang over het fietsparkeren. Dat leverde zestien rapporten op met titels als ‘Fietsprobleem Spoorzone Delft’, ‘Fietsenstalling Delft’ of ‘Advies betaald fietsparkeren Spoorzone Delft’.
Fietsroute
Voor de huidige fietsenstalling, aangeduid als Stalling 1, staan ’s avonds vaak bewakers om mensen tegen te houden die naar binnen willen. De stalling (vijfduizend plaatsen) is vol. Mensen moeten dan de trap op naar de buitenstalling.
Volgend jaar verandert dat. Dan wordt de inrit naar Stalling 1 een doorgaande fietsroute onder het station door, dwars door de huidige achterwand van de stalling naar het achtergelegen Westerkwartier. Aan de noordzijde van het fiets- en looppad, achter het oude stationsgebouw, komt de ondergrondse Stalling 2 vrij (2700 plekken), en twee jaar later Stalling 3 met nog eens 2400 plaatsen er recht tegenover.
Beleidsadviseurs David Polman en Marco Mulder (Gemeente Delft) verwachten tussen de twee- en drieduizend fietsers per dag door de tunnel. Dat is het verkeer tussen het Westerkwartier en de TU-wijk, samen met reizigers die hun fiets niet in stalling 1 kwijt kunnen. Ter vergelijking: een fietspad heet druk bezet met vijfduizend fietsers per dag.
De studenten kregen het fietsenstallingssysteem van de Nederlandse Spoorwegen (naam: NSX) als gegeven mee. Dat houdt in dat gebruikers met hun OV-chipkaart inchecken bij de fietsenstalling. Eventuele kosten worden (nu nog) verrekend per pinautomaat. Afboeken van de OV-chipkaart stuit bij de NS op administratieve bezwaren.
Een ander belangrijk gegeven is het HBF-systeem (Handhaving Benutting Fietsparkeren). Dat zijn de opwippende sensors in de goot van elke stallingsplek. Daarmee is het mogelijk om aan te geven waar nog plek is.
Stallingsapp
Veel oplossingen waar de studenten mee kwamen, vallen onder wat Baggen aanduidt als ‘de drie B’s: bouwen, benutten, beprijzen’. De NS hanteert als uitgangspunt dat de eerste 24 uur stalling gratis zijn. Door verschillende tarieven in te stellen, kun je verderop gelegen stallingen aantrekkelijker maken voor langere stallingsduur. Het viel Nederveen op dat veel studenten een laag weekendtarief hadden voorgesteld en vermoedde daar enig eigenbelang bij.
Minder voor de hand liggende oplossingen waren er ook. Een van de groepen stelde voor om (decentraal) in te checken bij de rekken in plaats van bij de ingang van de stalling om opstoppingen te voorkomen. Langstallers worden automatisch gedetecteerd dankzij de HBF-sensoren. Een andere groep pleitte voor clementie met ‘vergeten’ fietsen. Zet die eerst in een ‘fietsgevangenis’ voordat ze afgevoerd worden naar een afgelegen depot.
Een originele vondst vond Baggen ook de fietsheuvel. De gemeente wil de fietsenstallingen ondergronds. Maar als de capaciteit daarvan toch ontoereikend blijkt, kun je ook de grond als een groen dak ophogen waaronder weer extra stallingruimte ontstaat.
Een aantal groepen was erg gecharmeerd van de HBF-sensoren in combinatie met het inchecken. Dat biedt namelijk allerlei mogelijkheden voor ict-dienstverlening. Het aantal vrije plaatsen kun je buiten op displays tonen zodat fietsers weten waar ze naartoe moeten. Statuslampjes bij de rekken geven aan waar nog vrije plekken zijn (groen) of waar je fiets staat (blauw) als je terugkomt. Een app kan bijhouden waar je fiets staat, hoe lang al en hoeveel dat kost. Nederveen en collega’s Polman en Mulder hebben een samenvatting van de rapporten gemaakt voor een raadsbrief. Dat stuk ligt nu bij de NS voor commentaar. “Het is een gezamenlijk probleem”, zegt Nederveen, “en dan kun je ook het best met een gezamenlijke visie komen voor de oplossingen.” Hij verwacht de brief voor het eind van het jaar naar de gemeenteraad te sturen. “Het ei van Columbus zat er niet bij”, zegt hij over de rapporten, “maar wel veel bouwstenen.”
Comments are closed.