Campus

Psychologisch worstelen

Toen zijn topjudocarrière niet meer te combineren was met zijn studie bouwkunde, stortte Olle Overbosch zich op sumoworstelen. Binnen een jaar werd hij Europees kampioen, als eerste Nederlander.

Hij kon het niet geloven. “Het is een grote ommezwaai om tegen iemand zonder pak te vechten. Het enige dat je draagt is een mawashi, een soort superstrakke onderbroek. Ik had veel dingen geoefend die in wedstrijden niet goed gingen. In de laatste weken ging de knop ineens om, ik was heel verbaasd.”

Op het EK in Lausanne, op 23 augustus, bleef hij zijn partijen winnen. “Ik dacht steeds: als ik de volgende verlies lig ik eruit. Toen ik ook de finale won, van die Bulgaar, sprong iedereen in de lucht. Alles explodeerde, maar ik haalde mijn schouders op: had er geen speciaal gevoel bij. Het liep die dag gewoon heel lekker.”

Aan het clichébeeld van extreme zwaarlijvigheid voldoet de 25-jarige Overbosch niet. Voor de klasse tot 85 kilogram hoeft hij zich niet vol te proppen met voedsel en bier om op gewicht te blijven, al is hij nu wel zwaarder dan toen hij in 2005 derde werd op het NK judo tot 73 kilogram. “Ik studeerde luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. In plaats van tentamens te leren, trainde ik en sliep ik uit. Toen ik overstapte naar bouwkunde zat ik ineens vast aan allerlei verplichtingen. Omdat het niet samenging ben ik gestopt met topjudo.”
De voormalige Europees judokampioene Françoise Harteveld bracht hem met sumo in aanraking. “Toen zij overstapte op sumo werd zij tweede van de wereld. Ik dacht: als zij dat kan, kan ik het ook. De drang om te winnen zat er nog in, maar ik wilde niet meer tien keer per week trainen. Ik zocht naar iets waarin je makkelijker de top bereikt.”

Hij wrijft zijn lippen met een zalfje in. “Ik kreeg in Lausanne een klap in mijn gezicht, had een tand door mijn lip. Je mag zo’n beetje alles om je tegenstander uit de ring te duwen of op de grond te krijgen. De Japanners zijn daarin ongelofelijk snel. De meeste potjes zijn in tien, vijftien seconden afgelopen. Het is bijzonder explosief. Een toernooi kan binnen drie seconden voorbij zijn. Als de bovenkant van je teen de grond aanraakt lig je eruit.”
De laatste seconden voor een partij is de grootste concentratie vereist. “Dan begint het psychologisch spel: wie zet het laatst zijn vuist op de grond? Zodra de scheidsrechter ja zegt moet je sneller bij je tegenstander zijn, dan hij bij jou. Degene die het eerst de ander in zijn gezicht duwt wint meestal. Als niemand de overhand heeft krijg je een soort worstelpartij.”
Die kan dan wel twee minuten duren, zoals tegen de Pool in zijn eerste EK-partij. “Dan is het wachten, zoeken naar een moment om hem uit de ring te duwen. Je pakking precies goed proberen te krijgen. In die twee minuten staat er een volle spanning op je lichaam. Terwijl je zo stilstaat, kun je gigantisch verzuren.”

Overbosch denkt veel profijt te hebben van de maandelijkse bezoeken in Duitsland aan een voormalig professionele sumoworstelaar uit Mongolië. “Hij leert ons de basis. Japanners zijn vanaf het begin alleen maar bezig iemand eruit te duwen, in plaats van het op worstelen aan te laten komen, wat veel Oost-Europeanen doen. Ze trainen daar vier uur achter elkaar. Wij trainen bij die Mongoliër ook drieëneenhalf uur. Dan moet je luisteren en je mond houden, anders krijg je slaag met de stok. Sumo is een heel traditionele sport, met een rangensysteem en allerlei symbolische rituelen. Ik krijg als enige wel eens een tik van hem. Dat doet hij ‘voor de lol’, omdat hij erg op mij gesteld zegt te zijn.”

Nu hij Europees kampioen is, wil Overbosch ook graag wereldkampioen worden. “De Japanners hebben ouderwetse trainingstechnieken en de huidige wereldkampioen is een Hongaar, dus dat is niet onmogelijk.”

Na acht (dikke) nederlagen slaagden de dit seizoen naar de ereklasse gepromoveerde rugbyers van DSR-C er zondag eindelijk in om de eerste twee competitiepunten binnen te slepen. Het gelijke spel (13—13) tegen mede-laagvlieger Eemland leidde na afloop echter niet tot dolle vreugde in de kleedkamer, volgens Coen van Gorkum. “We hadden eigenlijk moeten winnen”, sipte de hooker. Na een snel opgelopen achterstand (0-7) wist het Delftse vijftiental door onder meer twee try’s de stand om te buigen naar een 13-7 voorsprong. Twee benutte penalty’s, waarvan de laatste in de slotseconden, bracht de bezoekers echter op de valreep nog op gelijke hoogte. “Dat was best wel balen”, oordeelde Van Gorkum, die wel blij was met de terugkeer van enkele (langdurig) geblesseerde spelers onder wie spelmaker Ward Italianer. Een nieuw blessuregeval diende zich echter aan in de persoon van Bart van Zwicht, die in de wedstrijd een beenbreuk opliep.
Elftalleider Roland Vlinkenvleugel van zaterdagvoetbalclub Ariston’80 meende na de op zich knappe 1-1 bij de ongeslagen koploper Leiden ook al dat er meer in had gezeten dan een gelijkspel. “Voor de rust speelden wij veel te slapjes en afwachtend. Na de pauze hebben we Leiden onder druk gezet en liep het een stuk beter.” Het gevolg daarvan was dat de voor rust opgelopen achterstand al na zes minuten werd gelijkgetrokken door Jerry Onuche Okpanache. “Daarna hebben we nog een aantal goede kansen gehad, maar niet gescoord. We hadden deze wedstrijd kunnen winnen.”
Het derde team van Punch-volleybal zorgde vorige week woensdag op het sportcentrum voor een daverende verrassing in het bekertoernooi. Gesteund door een flinke schare fans nam de districts-eersteklasser het op tegen het twee afdelingen hoger spelende Vives. Binnen het uur werd de verbouwereerde derde divisionist uit IJsselstein met een 3-0 nederlaag naar huis gestuurd. In de volgende ronde staat Punch 3 tegenover promotieklasser Visade Voorburg. Ook Punch 1 overleefde de tweede ronde en mag verder bekeren tegen Kratos’08, de fusieclub die onder meer voorkomt uit de voormalige Delftse TU-club Ariston. “Een algehele Punch-finale is dus nog niet uitgesloten”, blikte voorzitter Frans Bochanen enigszins overmoedig vooruit.
De wintersporters kunnen ook allang weer hun sportieve lol op. Een grootse prestatie leverde Arnoud Haffmans, van de Delftse studentenschaatsvereniging ELS. Op de nieuwe vijfkilometerbaan bij Biddinghuizen reed de TU-student zaterdag naar de tweede plaats bij de solorijders tijdens de Elfurentocht, een nieuw evenement waarbij gepoogd wordt het ware Elfstedentochtgevoel op te roepen, inclusief stempelhokjes en koek- en zopiekraampjes. In elf uur tijd legde de Delftse schaatser 252 kilometer af. De drie deelnemende estafetteteams van ELS kwamen respectievelijk tot 63, 56 en 55 rondjes.
Vanaf 8 december kunnen liefhebbers overigens sportief, informatief en/of chillend terecht op het sport- en cultuurcentrum, in de speciale Winter Sportweek.

site.snc.tudelft.nl

Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.