Lopen met een exoskelet is al een uitdaging. Project March doet er nog een stapje bovenop met een hindernisbaan, ter voorbereiding op de Cybathlon-wedstrijd later dit jaar.
Het wordt muisstil in de hal van de Broodfabriek in Rijswijk. Na wat introductiepraatjes en video’s komt vanuit de coulissen Sjaan Quirijns binnengelopen in het robotpak met krukken. Studenten met mondkapjes lopen er vlak naast om haar op te vangen bij een val. Quirijns loopt schokkerig met grote passen naar de hindernisbaan in het midden van de zaal. Het publiek aan weerszijden houdt geboeid de adem in.
Quirijns traint nu voor het derde jaar met het TU Delft studententeam Project March. Door een dwarslaesie kan ze haar benen niet gebruiken. Dit jaar zouden ze voor het eerst meedoen aan de vierjaarlijks internationale wedstrijd Cybathlon in Zürich waar ze zes hindernissen moeten bedwingen. Dit is na twee trainingen haar derde poging, voor het eerst voor een groot publiek. Gespannen blikken, trillende armen, zweet op het voorhoofd. Je staat er zelden bij stil hoe ingewikkeld lopen op twee benen eigenlijk is, en wat een wonder dat het de meeste mensen geen enkele moeite kost.
De hindernissen zijn een afspiegeling van de obstakels die mensen met loopproblemen in de praktijk tegenkomen, vertelt Eline Gigengack, chief engineer van Project March. Om te beginnen is dat een sofa waarvan iemand op moet staan. Dat vereist veel kracht van het robotpak, en een stevige verankering van de piloot in het pak.
Daarna volgt de slalom waar Quirijns het looptempo verlaagt om de scherpe bochten te kunnen maken. Vervolgens moet ze in exoskelet en steunend op krukken over een oneffen terrein met kriskras bevestigde halfronde balken lopen, met soms grote en dan weer kleinere passen.
“De trap af is het ergste. Je staat dan op dat plateau en je kijkt zo de diepte in”, aldus Sjaan Quirijns over de hindernisbaan. (Foto: JW)
De trap vormt het hoogtepunt van de trial. Letterlijk en figuurlijk. De trap opgaan kost veel kracht van het pak, maar ook van de piloot wier armen trillen van de inspanning. Eenmaal boven steekt ze triomfantelijk haar arm in de lucht. Ze heeft het gehaald, maar het moeilijkste moet nog komen.
“De trap af is het ergste”, vertelt Quirijns later. “Je staat dan op dat plateau en je kijkt zo de diepte in. Ik moest me echt focussen om een goede stap te nemen.” Eenmaal beneden volgt het hellend vlak waarbij het linkerbeen hoger staat dan het rechter, en de voeten niet recht onder het been. Daarbij is het de uitdaging voor de joints (de kunstmatige gewrichten) om toch in verticale positie te blijven, vertelt Gigengack later. Het helpt Quirijns dat ze zelf, terwijl ze loopt, de stapgrootte kan veranderen.
Laatste onderdeel is een helling waar Quirijns tegenop en vanaf moet lopen. Dat levert een grote kracht op voor de zool van de schoen, die daarom carbon is uitgevoerd voor een maximale stijfheid. Als Quirijns met een laatste stap de helling achter zich laat, is de opluchting in de zaal voelbaar. Gelukkig, niet gevallen! En wat een prestatie van het studententeam en de atletische Quirijns. Het applaus houdt een tijd aan.
De voorbereiding was niet eenvoudig, vertelt teammanager Jip Buis. Door corona heeft de training drieënhalve maand stilgelegen. Studenten werkten samen via Zoom, en eens per week waren er softwaretests met het robotpak in de schuur van de ouders van een van de studenten. Pas vanaf half juni konden de trainingen met Sjaan Quirijns hervat worden, met inachtneming van afstand en mondkapjes.
Dit team zou zich toeleggen op verbeteren van het bestaande pak March IV en het klaarmaken voor de Cybathlon die in september zou plaatsvinden. Dat is nu verschoven naar 13 en 14 november waarbij in elk land teams onderling op dezelfde baan zullen laten zien wat ze waard zijn. De samenvoeging tot een internationale competitie is een virtueel gebeuren.
“Hij doet ’t gewoon en hij is stabieler geworden”, merkt Quirijns. (Foto: JW)
Quirijns is meer dan tevreden over de March IVc zoals de huidige versie heet. “Hij doet ’t gewoon, en hij is stabieler geworden”, is haar indruk. Als belangrijkste aanpassing merkt zij de verbeterde fixtures waarmee ze in of aan het pak bevestigd zit. Ook is ze te spreken over de bediening van het pak met de controle-unit in haar kruk. Ze kan daarmee de stapgrootte en snelheid makkelijk aanpassen en krijgt daardoor meer controle over het apparaat. Tot slot zit haar bovenlichaam beter opgesloten in het korset.
De komende maanden zal er een tot twee keer per week getraind worden op de hindernisbaan met als belangrijkste doel om sneller te worden. De eis vanuit de wedstrijd is dat de zes hindernissen binnen tien minuten bedwongen worden.
Terwijl het oude team tot en met november verder traint met Quirijns gaat tegelijkertijd een nieuw studententeam aan de slag met de ontwikkeling van een nieuw en verder verbeterd robotlooppak. Zo gaat de March verder.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.