Onderwijs

Programma gewenst voor MSc-alumni

Door visumproblemen begon vorig jaar veertig procent van de MSc-studenten te laat met hun studie. Anita van Velzen, hoofd buitenlandse relaties: “Door de inzet van de faculteiten hebben ze gelukkig allemaal hun achterstand ingehaald.”

Ze hoopt dat dit jaar de visumaanvragen beter verlopen. Vorig jaar was een absoluut dieptepunt, aldus Anita van Velzen. Zij is hoofd van de sectie internationale relaties. “Verschillende zaken vielen er samen. Er was een grote toeloop van buitenlandse studenten. Daarnaast zat de IND (waar de visums aangevraagd moeten worden) in een forse interne reorganisatie.”

Het gevolg was dat een groot deel van de master of science-studenten niet op tijd zijn visum binnen had. “Op de eerste dag van de summer course % die start begin augustus – waren er maar acht van de 120 studenten. Uiteindelijk werden het er veertig. Midden september ontstond een overeenkomstige situatie: veertig procent van de overige studenten was er niet, doordat ze nog geen visum hadden. Je krijgt dan ook allerlei wanhopige mailtjes van mensen die geld geleend hebben en dan niet naar Nederland kunnen. Dat is uiteindelijk allemaal goed gekomen. Ook omdat de faculteiten zich enorm hebben ingezet om de studenten die twee, drie maanden te laat kwamen hun achterstand te laten inhalen.”

Dit jaar is de IND beter op orde en is het haar voornemen om in de piekperiode tien extra medewerkers in te zetten. Ook verloopt de toelating van de Chinese studenten % die een steeds groter aandeel in de MSc-programma vormen % dit jaar soepeler. “Ze moeten hun diploma’s % ook een voor de Engelse taal % opsturen naar het Netherlands Education Support Office (Neso). Deze geeft dan een certificaat af dat deze ‘echt’ zijn. Dat gaat bij de visumaanvraag. Voor de IND is het belangrijk absolute zekerheid te hebben dat de Chinese studenten echt komen om hier te studeren. Dit traject loopt nu goed.”

Daarnaast worden er dit jaar minder visa aangevraagd. Het aantal aanmeldingen voor het MSc-programma is zeventien procent lager dan vorig jaar. Van Velzen vindt dat wel verklaarbaar. “Vorig jaar waren er extreem veel aanmeldingen. Dit jaar is het collegegeld hoger, het is gestegen van 5900 naar 8150 euro. Aan de andere kant kan de daling nog wel meevallen. Voordat ze zich aanmelden, moet een aantal studenten eerst zeker weten of hij een beurs krijgt. Uitsluitsel hierover krijgen studenten meestal rond begin juni. Pas dan gaan zij een visum aanvragen en zich aanmelden.”
Enthousiast

Tijdens hun verblijf in Delft houdt Van Velzen nauw contact met de MSc-studenten. Iedere keer weer valt haar de inzet en het enthousiasme van hen op. De studenten werken heel hard en zetten alles op alles om op tijd hun diploma te halen. Een deel van hen is getrouwd en heeft een echtgenoot of echtgenote en soms ook kinderen achter moeten laten. “Het valt dus niet altijd mee om ze achter hun boeken vandaan te krijgen. Lukt het, dan nemen ze heel enthousiast deel aan allerlei activiteiten. Onlangs hadden wij een sporttoernooi met buitenlandse studenten van andere universiteiten. Dat was echt een succes. Delft is derde geworden bij volleybal en basketbal. Heel erg leuk was ook het aansluitende diner en feest. Om half acht ’s avonds stond iedereen op de dansvloer en werd er uitbundig gefeest.”

Ook zijn buitenlandse studenten erg geïnteresseerd in uitwisselingsprogramma’s als het Athens-programma. Hierbij is het mogelijk om korte tijd een andere universiteit in Europa te bezoeken. “Nederlandse studenten hebben daar weinig belangstelling voor, maar MSc’ers wel. Dat brengt weer nieuw elan in het programma.”

Het is de ervaring van Van Velzen dat MSc-studenten ook na hun Delftse tijd contact met elkaar houden. “Op internet vormen ze allerlei groepen. Mijns inziens zou het goed zijn als de TU Delft deze alumni op een of andere manier blijvend aan zich zou binden. Ze zijn tenslotte onze ambassadeurs in het buitenland.”

Door visumproblemen begon vorig jaar veertig procent van de MSc-studenten te laat met hun studie. Anita van Velzen, hoofd buitenlandse relaties: “Door de inzet van de faculteiten hebben ze gelukkig allemaal hun achterstand ingehaald.”

Ze hoopt dat dit jaar de visumaanvragen beter verlopen. Vorig jaar was een absoluut dieptepunt, aldus Anita van Velzen. Zij is hoofd van de sectie internationale relaties. “Verschillende zaken vielen er samen. Er was een grote toeloop van buitenlandse studenten. Daarnaast zat de IND (waar de visums aangevraagd moeten worden) in een forse interne reorganisatie.”

Het gevolg was dat een groot deel van de master of science-studenten niet op tijd zijn visum binnen had. “Op de eerste dag van de summer course % die start begin augustus – waren er maar acht van de 120 studenten. Uiteindelijk werden het er veertig. Midden september ontstond een overeenkomstige situatie: veertig procent van de overige studenten was er niet, doordat ze nog geen visum hadden. Je krijgt dan ook allerlei wanhopige mailtjes van mensen die geld geleend hebben en dan niet naar Nederland kunnen. Dat is uiteindelijk allemaal goed gekomen. Ook omdat de faculteiten zich enorm hebben ingezet om de studenten die twee, drie maanden te laat kwamen hun achterstand te laten inhalen.”

Dit jaar is de IND beter op orde en is het haar voornemen om in de piekperiode tien extra medewerkers in te zetten. Ook verloopt de toelating van de Chinese studenten % die een steeds groter aandeel in de MSc-programma vormen % dit jaar soepeler. “Ze moeten hun diploma’s % ook een voor de Engelse taal % opsturen naar het Netherlands Education Support Office (Neso). Deze geeft dan een certificaat af dat deze ‘echt’ zijn. Dat gaat bij de visumaanvraag. Voor de IND is het belangrijk absolute zekerheid te hebben dat de Chinese studenten echt komen om hier te studeren. Dit traject loopt nu goed.”

Daarnaast worden er dit jaar minder visa aangevraagd. Het aantal aanmeldingen voor het MSc-programma is zeventien procent lager dan vorig jaar. Van Velzen vindt dat wel verklaarbaar. “Vorig jaar waren er extreem veel aanmeldingen. Dit jaar is het collegegeld hoger, het is gestegen van 5900 naar 8150 euro. Aan de andere kant kan de daling nog wel meevallen. Voordat ze zich aanmelden, moet een aantal studenten eerst zeker weten of hij een beurs krijgt. Uitsluitsel hierover krijgen studenten meestal rond begin juni. Pas dan gaan zij een visum aanvragen en zich aanmelden.”
Enthousiast

Tijdens hun verblijf in Delft houdt Van Velzen nauw contact met de MSc-studenten. Iedere keer weer valt haar de inzet en het enthousiasme van hen op. De studenten werken heel hard en zetten alles op alles om op tijd hun diploma te halen. Een deel van hen is getrouwd en heeft een echtgenoot of echtgenote en soms ook kinderen achter moeten laten. “Het valt dus niet altijd mee om ze achter hun boeken vandaan te krijgen. Lukt het, dan nemen ze heel enthousiast deel aan allerlei activiteiten. Onlangs hadden wij een sporttoernooi met buitenlandse studenten van andere universiteiten. Dat was echt een succes. Delft is derde geworden bij volleybal en basketbal. Heel erg leuk was ook het aansluitende diner en feest. Om half acht ’s avonds stond iedereen op de dansvloer en werd er uitbundig gefeest.”

Ook zijn buitenlandse studenten erg geïnteresseerd in uitwisselingsprogramma’s als het Athens-programma. Hierbij is het mogelijk om korte tijd een andere universiteit in Europa te bezoeken. “Nederlandse studenten hebben daar weinig belangstelling voor, maar MSc’ers wel. Dat brengt weer nieuw elan in het programma.”

Het is de ervaring van Van Velzen dat MSc-studenten ook na hun Delftse tijd contact met elkaar houden. “Op internet vormen ze allerlei groepen. Mijns inziens zou het goed zijn als de TU Delft deze alumni op een of andere manier blijvend aan zich zou binden. Ze zijn tenslotte onze ambassadeurs in het buitenland.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.