Onderwijs

Prefab is niet lelijk

Stenen stapelen is ouderwets. Het huis van de toekomst wordt in een handomdraai gemaakt met prefab onderdelen. Willen architecten niet buiten de boot vallen, dan moeten ze hierop inspelen. Dat stelt de onderzoeksgroep concept house van Bouwkunde.

Prefab is lelijk en van slechte kwaliteit. Dit vinden veel mensen over huizen die uit kant-en-klare onderdelen zijn opgebouwd. Toch heeft deze manier van bouwen de toekomst, meent dr.ir. Wim Poelman van Bouwkunde. “Mensen willen vaker een huis op maat en hechten in toenemende mate aan de locatie.” Volgens hem is een huis helemaal naar wens in te richten door middel van verstelbare muren en intelligente materialen.

“Op veel kleine open plekken in de stad kunnen tijdelijk slim ingerichte huizen neergezet worden”, vervolgt hij. “Zorgbehoevende mensen hebben krijgen aangepaste woningen die gemakkelijk verbouwd kunnen worden.”

Poelman maakt deel uit van de onderzoeksgroep concept house. Deze groep Delftse onderzoekers stimuleert innovatieve projecten in samenwerking met bouwbedrijven en architectenbureaus. De onderzoekers willen de industrialisering van de woningbouw graag in een stroomversnelling helpen.

Afgelopen woensdag hield concept house in de aula een symposium over de industrialisatie van de woningbouw. Poelman, organisator en spreker, zei daar dat hij het jammer vindt dat de woningbouw in Nederland nog zo ouderwets en ambachtelijk is. “Marketingtechnisch is er iets misgegaan”, concludeert hij. “Mensen willen in oude huizen wonen omdat ze dat nu eenmaal gewend zijn. De prefab woning moet hipper worden.”

Volgens de onderzoeker is het van groot belang dat architecten meer aandacht besteden aan de industrialisering van de woningbouw. “Als prefab woningen aanslaan, en dat is slechts een kwestie van tijd, dreigt Nederland deze markt uit handen te verliezen.” Als voorbeeld noemt hij de containerwoningen van de Universiteit van Amsterdam, die allemaal uit China komen. Dat soort woningen is erg klein, geeft Poelman toe. “Maar ze zijn zo handig ingericht dat ze ook luxueus zijn.”

Promovenda ir. Sannie Verweij onderzoekt het draagvlak bij gemeenten voor de bouw van prefab woningen op voormalige industrieterreinen rondom binnensteden. “In tegenstelling tot Vinexwijken die buiten de stad liggen, zijn dit plekken waar het onhandig is als de omgeving een tijd is opengebroken. Prefab woningen kunnen er binnen een paar dagen staan”, aldus de promovenda.

De doelgroep is de ‘jonge stedeling’, die koste wat kost in de stad wil blijven wonen. “Deze jongeren zullen bereid zijn de woningen te betrekken”, verwacht Verweij. “Daarna zal het concept vanzelf aanslaan.”

Prefab is lelijk en van slechte kwaliteit. Dit vinden veel mensen over huizen die uit kant-en-klare onderdelen zijn opgebouwd. Toch heeft deze manier van bouwen de toekomst, meent dr.ir. Wim Poelman van Bouwkunde. “Mensen willen vaker een huis op maat en hechten in toenemende mate aan de locatie.” Volgens hem is een huis helemaal naar wens in te richten door middel van verstelbare muren en intelligente materialen.

“Op veel kleine open plekken in de stad kunnen tijdelijk slim ingerichte huizen neergezet worden”, vervolgt hij. “Zorgbehoevende mensen hebben krijgen aangepaste woningen die gemakkelijk verbouwd kunnen worden.”

Poelman maakt deel uit van de onderzoeksgroep concept house. Deze groep Delftse onderzoekers stimuleert innovatieve projecten in samenwerking met bouwbedrijven en architectenbureaus. De onderzoekers willen de industrialisering van de woningbouw graag in een stroomversnelling helpen.

Afgelopen woensdag hield concept house in de aula een symposium over de industrialisatie van de woningbouw. Poelman, organisator en spreker, zei daar dat hij het jammer vindt dat de woningbouw in Nederland nog zo ouderwets en ambachtelijk is. “Marketingtechnisch is er iets misgegaan”, concludeert hij. “Mensen willen in oude huizen wonen omdat ze dat nu eenmaal gewend zijn. De prefab woning moet hipper worden.”

Volgens de onderzoeker is het van groot belang dat architecten meer aandacht besteden aan de industrialisering van de woningbouw. “Als prefab woningen aanslaan, en dat is slechts een kwestie van tijd, dreigt Nederland deze markt uit handen te verliezen.” Als voorbeeld noemt hij de containerwoningen van de Universiteit van Amsterdam, die allemaal uit China komen. Dat soort woningen is erg klein, geeft Poelman toe. “Maar ze zijn zo handig ingericht dat ze ook luxueus zijn.”

Promovenda ir. Sannie Verweij onderzoekt het draagvlak bij gemeenten voor de bouw van prefab woningen op voormalige industrieterreinen rondom binnensteden. “In tegenstelling tot Vinexwijken die buiten de stad liggen, zijn dit plekken waar het onhandig is als de omgeving een tijd is opengebroken. Prefab woningen kunnen er binnen een paar dagen staan”, aldus de promovenda.

De doelgroep is de ‘jonge stedeling’, die koste wat kost in de stad wil blijven wonen. “Deze jongeren zullen bereid zijn de woningen te betrekken”, verwacht Verweij. “Daarna zal het concept vanzelf aanslaan.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.