Architect ir. Ernst Damen belandde bijna toevallig in de Delftse politiek. "Inkomensverschillen mogen er best zijn."
Politici? Zakkenvullers zijn het. Ze doen alsof ze luisteren naar de burgers, maar elke beslissing die ze nemen is voorgekookt in rokerige achterkamertjes.
Wat is het toch eenvoudig, klagen over politici. Ernst Damen (31) kan tegen een stootje, maar de clichés hangen hem de keel uit. “Als raadsleden krijgen we zo’n duizend euro in de maand, en dat is goed betaald”, zegt hij. “De meeste mensen steken wel elke week meer dan twintig uur in het raadswerk.”
Damen loopt niet met een wijde boog om de morrende burger heen. Integendeel. Geef hem een zaal die knettert van de negatieve energie en hij is in zijn element. Om dat uit te leggen, is het misschien nodig een nieuw woord aan de Nederlandse woordenschat toe te voegen: polderroes. Dat is het licht euforische gevoel dat een Nederlandse politicus kan overvallen als hij na uren uitleggen, luisteren en beargumenteren merkt dat een zaal vol tandenknarsende tegenstanders is veranderd in een zaal vol zacht neuriënde medestanders. Damen heeft die kick wel eens meegemaakt en moet toegeven dat het naar meer smaakte.
Damen groeide op in een Brabants gezin waar de politiek zelden onderwerp van gesprek was. Politieke ambities koesterde hij niet. “Ik was wel maatschappelijk betrokken. Nou ja, die term klinkt nogal zwaar. Maar op het stedelijk gymnasium van Breda was ik bijvoorbeeld voorzitter van de leerlingenvereniging.” Omdat zijn twee oudere broers al studeerden aan de TU Eindhoven, koos Damen voor Delft. “We hadden op dezelfde scholen gezeten. Ik wilde niet weer in een gespreid bedje stappen.”
Parkeerbeleid
Damen was met een studiegenoot al een architectenbureau begonnen toen in 2001 de politieke bacil toesloeg. In zijn buurt was een aantal mensen zo verbolgen over het aangekondigde parkeerbeleid, dat de Belangenvereniging Olofsbuurt-Westerkwartier in het leven werd geroepen. Damen behoorde tot de gematigde elementen, maar had genoeg gezag om tot voorzitter te worden gekozen. “Als je met constructieve plannen komt en de discussie aangaat met de wethouder, dan bereik je ook wat. Wat me verbaasde was dat ik de mensen in de buurtvereniging zo ver kreeg dat ze ook gingen meepraten. Zelfs de mensen die eerst zeiden: jij bent op de hand van de gemeente.”
De discussies tussen gemeente en buurtbewoners leidden tot een bezoekerspas voor parkeerders. Niet veel later vond Damen het tijd om op te stappen. “Ik wilde niet zo’n alwetende voorzitter worden die bij elk initiatief denkt: dat is destijds al tevergeefs geprobeerd.”
De lokale politiek lonkte, maar Damen aarzelde tussen twee linkse partijen. Hij was net lid geworden van de PvdA, toen de andere partij (‘ik zeg niet welke’) hem benaderde. “Maar spijt van mijn keuze heb ik nooit gehad. Ik voel me een echte sociaaldemocraat.”
Toen eind 2005 de PvdA ook in de Delftse gemeenteraadverkiezingen een grote overwinning boekte, belandde Damen, nummer acht op de lijst, in de raad. De PvdA kon als grootste fractie het initiatief nemen. “Het samenstellen van een coalitie, het sluiten van een coalitieakkoord, het kiezen van wethouders . die eerste weken ging het razendsnel.”
Amateurvereniging
Politiek is saai . nog een cliché waar Damen niets van wil weten. “Politiek wordt spannend zodra je iets wilt bereiken”, zegt hij. “Dan moet je coalities smeden. Je gaat onderhandelen over de motie die je wilt indienen, je besluit welke concessies je bereid bent te doen.” Bij al dat wheelen en dealen helpt het dat de PvdA de grootste coalitiepartij is, geeft hij toe.
De vele procedures in de gemeenteraad kunnen bij Damen het politieke vuur niet doven. “Procedures mogen nooit de boventoon voeren, zoals nu soms het geval is. Maar hoe langdradig en ingewikkeld ze ook kunnen zijn, je mag ze niet opzij schuiven. Dan kost het maar een avondje extra. Het bestuur van een gemeente is iets anders dan het bestuur van een lokale amateurvereniging.” Discussies in de commissievergadering die later in de raadsvergadering van a tot z worden overgedaan . daar kan hij zich aan storen. “Nogal zinloos. Maar iedereen heeft het recht om zijn zegje te doen. Dat moet vooral zo blijven.”
De parlementsverkiezingen van november vorig jaar waren voor Damen geen onverdeeld genoegen. Niet alleen verloor de PvdA fors (‘ik vond de negen zetels voor Wilders nog erger’), er was in Delft ook een referendum aan de verkiezingen gekoppeld. Mocht een camping in het bosgebied Delftse Hout met enkele hectaren worden uitgebreid? Nee, vond een meerderheid. Het onderwerp was volgens Damen geen volksraadpleging waard. Toch heeft hij geen spijt dat hij eerder dit jaar instemde met een verlaging van het aantal handtekeningen dat vereist is om een referendum aan te vragen.
“Er zijn nog forse drempels”, benadrukt hij. “Zo moeten eerst vierduizend handtekeningen worden verzameld. In dit geval lijkt dat pas te zijn gelukt door ten onrechte te suggereren dat de toekomst van het complete natuurgebied op het spel stond. Het referendum is bovendien pas geldig als tenminste een kwart van de Delftse kiesgerechtigden voor of tegen heeft gestemd. Door de koppeling met de verkiezingen lag de opkomst nu opeens heel hoog.”
Zijn houding tegenover referenda lijkt ambivalent. “Het idee dat burgers kunnen meepraten, spreekt me aan. Maar als burgers gevraagd wordt of ze zich ook willen inlezen, zeggen ze terecht: hebben we daar geen volksvertegenwoordigers voor gekozen? Ik ben voor het referendum als een soort escape-toets. Als burgers denken dat gemeentebestuurders een grote fout dreigen te begaan, kunnen ze zo hun bezorgdheid uiten.” Getuigt zo’n referendum niet van onvoldoende vertrouwen van de gemeenteraad in eigen kunnen? “Nee, want het is een raadgevend referendum. De burgers kunnen een voorkeur uitspreken, de raad beslist.”
Kaasstolp
Hoewel hij de term ‘Delft Kennisstad’ verafschuwt (‘dat roept het beeld op van geleerden met dikke brillen’) maakt Damen zich sterk voor innovatie en creativiteit in Delft. “Delft Waterstad, dat zou een mooi overkoepelend thema zijn voor veel innovatieve ondernemers en onderzoeksinstituten in de stad”, mijmert hij. “Amerikanen zijn gefascineerd door zaken als de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg.” Innovatie als motor voor de economie is geen typisch PvdA-thema, weet hij. “Ik heb idealen, maar ik ben ook een realist die inziet dat het geld ergens verdiend moet worden. Een partij als de SP zou Nederland het liefst onder een kaasstolp plaatsen.”
Anno 2007 staat Damen nog steeds vierkant achter de leuze dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. “Inkomensverschillen mogen er best zijn. Maar als de maatschappij de zwakkeren in de steek laat, verergeren de problemen alleen maar. Neem de no-claimkorting, het geld dat mensen pas terugkrijgen als ze niet te vaak naar de huisarts of specialist gaan. Goedverdienende mensen als ik gaan toch wel naar de dokter, maar mensen met een laag inkomen blijven nu te lang met klachten rondlopen. Met als resultaat: dure operaties die je had kunnen voorkomen. Zulk beleid is niet alleen asociaal, het is kortzichtig.”
Als raadslid schrok Damen zich ‘wezenloos’ toen hij hoorde dat in Delft het aantal aanmeldingen voor hulpverlening bij het aflossen van schulden op zevenhonderd ligt. “Het zijn vaak mensen met gezinnen. Ze kopen online van alles op afbetaling, zonder de gevolgen te overzien. En die mensen krijgen hun zorgtoeslag direct op hun rekening gestort. Heel dom is dat. Dat geld verdwijnt meteen in een groot zwart gat.”
Hebben mensen dan geen eigen verantwoordelijkheid? “De liberalen die dat roepen, steken hun kop in het zand. Ja, deze mensen hebben een verantwoordelijkheid, maar als ze die niet kunnen nemen, kan de overheid niet werkeloos toekijken. Je wilt voorkomen dat in steeds grotere problemen verzeild raken. Deze mensen willen vaak graag hun leven op orde brengen, maar ze weten niet hoe.”
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Naam: Ernst Damen
Leeftijd: 31 jaar
Verliefd/verloofd/getrouwd: Samenwonend
Woonplaats: Delft
Afgestudeerd: 2005
Afstudeerproject: Gezamenlijke huisvesting van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek.
Loopbaan: Damen richtte in 2000 met Bob de Wit een architectenbureau op dat zich vooral toelegde op renovatie. Hij is dat werk nu aan het afbouwen. Sinds oktober 2006 werkt hij als projectleider voor de Haarlemse woningbouwcorporatie Elan Wonen. Voor hij eind 2005 als PvdA-fractielid in de Delftse gemeenteraad werd gekozen, was hij ruim een jaar actief in campagneteams en denktanks van de lokale PvdA.
Politici? Zakkenvullers zijn het. Ze doen alsof ze luisteren naar de burgers, maar elke beslissing die ze nemen is voorgekookt in rokerige achterkamertjes.
Wat is het toch eenvoudig, klagen over politici. Ernst Damen (31) kan tegen een stootje, maar de clichés hangen hem de keel uit. “Als raadsleden krijgen we zo’n duizend euro in de maand, en dat is goed betaald”, zegt hij. “De meeste mensen steken wel elke week meer dan twintig uur in het raadswerk.”
Damen loopt niet met een wijde boog om de morrende burger heen. Integendeel. Geef hem een zaal die knettert van de negatieve energie en hij is in zijn element. Om dat uit te leggen, is het misschien nodig een nieuw woord aan de Nederlandse woordenschat toe te voegen: polderroes. Dat is het licht euforische gevoel dat een Nederlandse politicus kan overvallen als hij na uren uitleggen, luisteren en beargumenteren merkt dat een zaal vol tandenknarsende tegenstanders is veranderd in een zaal vol zacht neuriënde medestanders. Damen heeft die kick wel eens meegemaakt en moet toegeven dat het naar meer smaakte.
Damen groeide op in een Brabants gezin waar de politiek zelden onderwerp van gesprek was. Politieke ambities koesterde hij niet. “Ik was wel maatschappelijk betrokken. Nou ja, die term klinkt nogal zwaar. Maar op het stedelijk gymnasium van Breda was ik bijvoorbeeld voorzitter van de leerlingenvereniging.” Omdat zijn twee oudere broers al studeerden aan de TU Eindhoven, koos Damen voor Delft. “We hadden op dezelfde scholen gezeten. Ik wilde niet weer in een gespreid bedje stappen.”
Parkeerbeleid
Damen was met een studiegenoot al een architectenbureau begonnen toen in 2001 de politieke bacil toesloeg. In zijn buurt was een aantal mensen zo verbolgen over het aangekondigde parkeerbeleid, dat de Belangenvereniging Olofsbuurt-Westerkwartier in het leven werd geroepen. Damen behoorde tot de gematigde elementen, maar had genoeg gezag om tot voorzitter te worden gekozen. “Als je met constructieve plannen komt en de discussie aangaat met de wethouder, dan bereik je ook wat. Wat me verbaasde was dat ik de mensen in de buurtvereniging zo ver kreeg dat ze ook gingen meepraten. Zelfs de mensen die eerst zeiden: jij bent op de hand van de gemeente.”
De discussies tussen gemeente en buurtbewoners leidden tot een bezoekerspas voor parkeerders. Niet veel later vond Damen het tijd om op te stappen. “Ik wilde niet zo’n alwetende voorzitter worden die bij elk initiatief denkt: dat is destijds al tevergeefs geprobeerd.”
De lokale politiek lonkte, maar Damen aarzelde tussen twee linkse partijen. Hij was net lid geworden van de PvdA, toen de andere partij (‘ik zeg niet welke’) hem benaderde. “Maar spijt van mijn keuze heb ik nooit gehad. Ik voel me een echte sociaaldemocraat.”
Toen eind 2005 de PvdA ook in de Delftse gemeenteraadverkiezingen een grote overwinning boekte, belandde Damen, nummer acht op de lijst, in de raad. De PvdA kon als grootste fractie het initiatief nemen. “Het samenstellen van een coalitie, het sluiten van een coalitieakkoord, het kiezen van wethouders . die eerste weken ging het razendsnel.”
Amateurvereniging
Politiek is saai . nog een cliché waar Damen niets van wil weten. “Politiek wordt spannend zodra je iets wilt bereiken”, zegt hij. “Dan moet je coalities smeden. Je gaat onderhandelen over de motie die je wilt indienen, je besluit welke concessies je bereid bent te doen.” Bij al dat wheelen en dealen helpt het dat de PvdA de grootste coalitiepartij is, geeft hij toe.
De vele procedures in de gemeenteraad kunnen bij Damen het politieke vuur niet doven. “Procedures mogen nooit de boventoon voeren, zoals nu soms het geval is. Maar hoe langdradig en ingewikkeld ze ook kunnen zijn, je mag ze niet opzij schuiven. Dan kost het maar een avondje extra. Het bestuur van een gemeente is iets anders dan het bestuur van een lokale amateurvereniging.” Discussies in de commissievergadering die later in de raadsvergadering van a tot z worden overgedaan . daar kan hij zich aan storen. “Nogal zinloos. Maar iedereen heeft het recht om zijn zegje te doen. Dat moet vooral zo blijven.”
De parlementsverkiezingen van november vorig jaar waren voor Damen geen onverdeeld genoegen. Niet alleen verloor de PvdA fors (‘ik vond de negen zetels voor Wilders nog erger’), er was in Delft ook een referendum aan de verkiezingen gekoppeld. Mocht een camping in het bosgebied Delftse Hout met enkele hectaren worden uitgebreid? Nee, vond een meerderheid. Het onderwerp was volgens Damen geen volksraadpleging waard. Toch heeft hij geen spijt dat hij eerder dit jaar instemde met een verlaging van het aantal handtekeningen dat vereist is om een referendum aan te vragen.
“Er zijn nog forse drempels”, benadrukt hij. “Zo moeten eerst vierduizend handtekeningen worden verzameld. In dit geval lijkt dat pas te zijn gelukt door ten onrechte te suggereren dat de toekomst van het complete natuurgebied op het spel stond. Het referendum is bovendien pas geldig als tenminste een kwart van de Delftse kiesgerechtigden voor of tegen heeft gestemd. Door de koppeling met de verkiezingen lag de opkomst nu opeens heel hoog.”
Zijn houding tegenover referenda lijkt ambivalent. “Het idee dat burgers kunnen meepraten, spreekt me aan. Maar als burgers gevraagd wordt of ze zich ook willen inlezen, zeggen ze terecht: hebben we daar geen volksvertegenwoordigers voor gekozen? Ik ben voor het referendum als een soort escape-toets. Als burgers denken dat gemeentebestuurders een grote fout dreigen te begaan, kunnen ze zo hun bezorgdheid uiten.” Getuigt zo’n referendum niet van onvoldoende vertrouwen van de gemeenteraad in eigen kunnen? “Nee, want het is een raadgevend referendum. De burgers kunnen een voorkeur uitspreken, de raad beslist.”
Kaasstolp
Hoewel hij de term ‘Delft Kennisstad’ verafschuwt (‘dat roept het beeld op van geleerden met dikke brillen’) maakt Damen zich sterk voor innovatie en creativiteit in Delft. “Delft Waterstad, dat zou een mooi overkoepelend thema zijn voor veel innovatieve ondernemers en onderzoeksinstituten in de stad”, mijmert hij. “Amerikanen zijn gefascineerd door zaken als de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg.” Innovatie als motor voor de economie is geen typisch PvdA-thema, weet hij. “Ik heb idealen, maar ik ben ook een realist die inziet dat het geld ergens verdiend moet worden. Een partij als de SP zou Nederland het liefst onder een kaasstolp plaatsen.”
Anno 2007 staat Damen nog steeds vierkant achter de leuze dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. “Inkomensverschillen mogen er best zijn. Maar als de maatschappij de zwakkeren in de steek laat, verergeren de problemen alleen maar. Neem de no-claimkorting, het geld dat mensen pas terugkrijgen als ze niet te vaak naar de huisarts of specialist gaan. Goedverdienende mensen als ik gaan toch wel naar de dokter, maar mensen met een laag inkomen blijven nu te lang met klachten rondlopen. Met als resultaat: dure operaties die je had kunnen voorkomen. Zulk beleid is niet alleen asociaal, het is kortzichtig.”
Als raadslid schrok Damen zich ‘wezenloos’ toen hij hoorde dat in Delft het aantal aanmeldingen voor hulpverlening bij het aflossen van schulden op zevenhonderd ligt. “Het zijn vaak mensen met gezinnen. Ze kopen online van alles op afbetaling, zonder de gevolgen te overzien. En die mensen krijgen hun zorgtoeslag direct op hun rekening gestort. Heel dom is dat. Dat geld verdwijnt meteen in een groot zwart gat.”
Hebben mensen dan geen eigen verantwoordelijkheid? “De liberalen die dat roepen, steken hun kop in het zand. Ja, deze mensen hebben een verantwoordelijkheid, maar als ze die niet kunnen nemen, kan de overheid niet werkeloos toekijken. Je wilt voorkomen dat in steeds grotere problemen verzeild raken. Deze mensen willen vaak graag hun leven op orde brengen, maar ze weten niet hoe.”
(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Naam: Ernst Damen
Leeftijd: 31 jaar
Verliefd/verloofd/getrouwd: Samenwonend
Woonplaats: Delft
Afgestudeerd: 2005
Afstudeerproject: Gezamenlijke huisvesting van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek.
Loopbaan: Damen richtte in 2000 met Bob de Wit een architectenbureau op dat zich vooral toelegde op renovatie. Hij is dat werk nu aan het afbouwen. Sinds oktober 2006 werkt hij als projectleider voor de Haarlemse woningbouwcorporatie Elan Wonen. Voor hij eind 2005 als PvdA-fractielid in de Delftse gemeenteraad werd gekozen, was hij ruim een jaar actief in campagneteams en denktanks van de lokale PvdA.
Comments are closed.