Europa is verantwoordelijk voor 25 procent van de plasticproductie. Van het plastic dat ronddrijft in onze wereldzeeën, is dus een groot deel van óns afkomstig.
Wat kan de overheid er aan doen om dat terug te dringen? Bauke Buikstra (21) zit voor zijn bachelor-eindproject bij TBM tot in zijn nek in het plastic.
“Niet te geloven hè, hoeveel plastic wij produceren”, zegt Buikstra. “Ik dacht: Europa, dat is niet zo dicht bevolkt, duurzaam…” Dat viel dus even tegen. En dat terwijl het idee voor zijn bachelor-eindproject ontstond in Kenia, waar hij voor een minor zat. “Of eigenlijk daarvoor al, in India. Ik zag daar overal afval. Daar moet je toch wat mee? Mijn begeleider wees me op de plastic soep. Wereldwijd in kaart brengen hoe afval in onze samenleving is doorgedrongen is niet te doen, dus besloot ik me te richten op Nederland.”
Buikstra’s onderzoek bestond uit twee delen: een onderzoeksvoorstel en een kwantitatief onderzoek: hoe groot zijn de plasticstromen in Nederland, in hoeverre is die productie afhankelijk van recycling en olieprijzen en wat kan de overheid het beste doen om het plastic afval terug te dringen?” Ga er maar aan staan. De student deed beide onderzoeken in zijn eentje, in een halfjaar. “Pittig ja, je moet jezelf continu blijven motiveren.” Wat hielp was dat de opmerkelijke conclusie van zijn eerste onderzoeksfase: “Plasticinzameling helpt niet. Verbranding van ingeleverd plastic levert nauwelijks energie op en de kwaliteit van gerecycled plastic is zo slecht, dat je er weinig nieuwe producten van kunt maken. Door de stijgende olieprijzen wordt de productie van plastic bovendien steeds duurder. Zo duur, dat de verpakking straks evenveel kost als het product zelf. Maar de plasticfabrikanten zomaar een quotum opleggen werkt ook niet, want we kunnen niet zonder plastic in het dagelijks leven.” De oplossing zit ‘m vooral in de productiefase: het promoten van bioplastics. Buikstra: “Maar daar is nog veel onderzoek voor nodig; sommige bioplastics zijn namelijk helemaal niet zo duurzaam als ze zich voordoen. Er zijn soorten waarvoor bijvoorbeeld maïsvelden aangelegd moeten worden, en dat kost ook weer energie.” De student onderzoekt nu vooral nog hoe factoren als de olieprijzen, bioplastics en verduurzaming van de samenleving van invloed zijn op het terugdringen van de plasticindustrie, en hoe die drie factoren elkaar weer beïnvloeden. “Uiteindelijk hoop ik de mogelijke toekomstscenario’s van de Europese plasticmarkt tot 2050 te kunnen schetsen.” En daarna, op naar de eeuwige roem? “Niet echt”, denkt Buikstra. “Ik heb te veel aannames gedaan in mijn onderzoek om er daadwerkelijk een aanbeveling voor de overheid op te baseren. Het was vooral een interessante leerschool.”
Onderzoek: ‘Plastic afval in Nederland – Een probleemanalyse van de plastic afvalketen vanuit het perspectief van het ministerie van Infrastructuur & Milieu’ (Tweede fase: ‘Toekomstperspectieven van de (bio)plastic markt’
Eindcijfer: 8,5 (eerste fase)
Comments are closed.