Planeetkundige dr. Daphne Stam kreeg een NWO-beurs van zes ton, om te besteden aan onderzoek. Ze koos voor de TU Delft. Je studeerde en promoveerde aan de Vrije Universiteit, werkte bij de Universiteit van Amsterdam, waarom met die beurs naar de TU Delft?“Het planeetonderzoek in Delft heeft veel potentie.
Planeetkunde is in Nederland altijd een ondergeschoven kindje geweest. We zijn bekend om de sterrenkunde, maar onderzoek naar planeten is toch iets anders. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is een jaar geleden gestart met een onderzoeksgroep die planeten bestudeert. De komst van gastdocente Imke de Pater, hoogleraar planeetkunde aan de Berkeley Universiteit in Californië, heeft het onderwijs en onderzoek al een impuls gegeven. Ik doe de komende vijf jaar onderzoek naar planeten, samen met een promovendus. Het is de bedoeling om het planeetonderzoek in Delft de komende jaren nog verder uit te breiden.”
Wat houdt je onderzoek in?
“Ik onderzoek hoe je van een gefotografeerd lichtstipje kunt afleiden hoe een exoplaneet, een planeet bij een ster buiten ons zonnestelsel, er uit ziet. Ik zoek met modellen en berekeningen uit hoe je in dat lichtstipje, niet meer dan een pixel, bijvoorbeeld water of wolken kunt herkennen. Ik gebruik daarvoor informatie van onderzoek naar Saturnus en Jupiter, maar ook naar de aarde. Mijn specialiteit is de verstrooiing van het licht. Uit het licht en vooral uit het kleurenspectrum kun je van alles afleiden. Je kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid zuurstof bepalen en of er ozon in de lucht zit. Als er geen of weinig wolken zijn, kun je aan de reflectie van licht ook zien of er vegetatie op de planeet is. Verder werk ik samen met SRON, de Stichting Ruimteonderzoek Nederland. Daar kunnen mijn berekeningen gebruikt worden om instrumenten te bouwen voor verder onderzoek.”
Doe je ook echte waarnemingen?
“Jazeker. Ik ga deze herfst naar de Very Large Telescopes in Chili. Ik ga daar drie nachten waarnemingen doen naar de ringen bij Uranus. Deze ringen zijn maar eens in de 42 jaar precies aan de zijkant zichtbaar. De vorige keer dat dat kon, waren ze nog niet ontdekt. Dit is dus voor het eerst dat ze zo bekeken kunnen worden. Om die waarneemtijd te krijgen, heb ik samen met Imke de Pater een voorstel ingediend. Ons voorstel was beter dan dat van de concurrenten.”
Hebben TU-studenten wel belangstelling voor planeetkunde?
“Er is erg veel interesse bij studenten. Vroeger leerde je bij de studie ruimtevaarttechniek vooral hoe je bij de planeten kunt komen, daarna hield het eigenlijk op. Nu kunnen studenten veel meer leren over het onderzoek dat je doet als je bij een planeet bent. Er is trouwens ook veel belangstelling voor planeten bij het publiek. Toen er laatst een nieuwe exoplaneet was ontdekt, ben ik twee dagen bezig geweest met het beantwoorden van vragen van journalisten voor kranten, radio en televisie.”
Daphne Stam. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Je studeerde en promoveerde aan de Vrije Universiteit, werkte bij de Universiteit van Amsterdam, waarom met die beurs naar de TU Delft?
“Het planeetonderzoek in Delft heeft veel potentie. Planeetkunde is in Nederland altijd een ondergeschoven kindje geweest. We zijn bekend om de sterrenkunde, maar onderzoek naar planeten is toch iets anders. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is een jaar geleden gestart met een onderzoeksgroep die planeten bestudeert. De komst van gastdocente Imke de Pater, hoogleraar planeetkunde aan de Berkeley Universiteit in Californië, heeft het onderwijs en onderzoek al een impuls gegeven. Ik doe de komende vijf jaar onderzoek naar planeten, samen met een promovendus. Het is de bedoeling om het planeetonderzoek in Delft de komende jaren nog verder uit te breiden.”
Wat houdt je onderzoek in?
“Ik onderzoek hoe je van een gefotografeerd lichtstipje kunt afleiden hoe een exoplaneet, een planeet bij een ster buiten ons zonnestelsel, er uit ziet. Ik zoek met modellen en berekeningen uit hoe je in dat lichtstipje, niet meer dan een pixel, bijvoorbeeld water of wolken kunt herkennen. Ik gebruik daarvoor informatie van onderzoek naar Saturnus en Jupiter, maar ook naar de aarde. Mijn specialiteit is de verstrooiing van het licht. Uit het licht en vooral uit het kleurenspectrum kun je van alles afleiden. Je kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid zuurstof bepalen en of er ozon in de lucht zit. Als er geen of weinig wolken zijn, kun je aan de reflectie van licht ook zien of er vegetatie op de planeet is. Verder werk ik samen met SRON, de Stichting Ruimteonderzoek Nederland. Daar kunnen mijn berekeningen gebruikt worden om instrumenten te bouwen voor verder onderzoek.”
Doe je ook echte waarnemingen?
“Jazeker. Ik ga deze herfst naar de Very Large Telescopes in Chili. Ik ga daar drie nachten waarnemingen doen naar de ringen bij Uranus. Deze ringen zijn maar eens in de 42 jaar precies aan de zijkant zichtbaar. De vorige keer dat dat kon, waren ze nog niet ontdekt. Dit is dus voor het eerst dat ze zo bekeken kunnen worden. Om die waarneemtijd te krijgen, heb ik samen met Imke de Pater een voorstel ingediend. Ons voorstel was beter dan dat van de concurrenten.”
Hebben TU-studenten wel belangstelling voor planeetkunde?
“Er is erg veel interesse bij studenten. Vroeger leerde je bij de studie ruimtevaarttechniek vooral hoe je bij de planeten kunt komen, daarna hield het eigenlijk op. Nu kunnen studenten veel meer leren over het onderzoek dat je doet als je bij een planeet bent. Er is trouwens ook veel belangstelling voor planeten bij het publiek. Toen er laatst een nieuwe exoplaneet was ontdekt, ben ik twee dagen bezig geweest met het beantwoorden van vragen van journalisten voor kranten, radio en televisie.”
Daphne Stam. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.