Onderwijs

PGO aan vernieuwing toe

Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) moet je regelmatig bijstellen, vinden de ‘uitvinders’ ervan.Het probleem gestuurd onderwijs stond afgelopen week centraal op een symposium ter ere van het 25-jarig bestaan van de universiteit van Maastricht.

Deze universiteit wordt gezien als de bakermat van de moderne onderwijsformule waarin studenten in kleine groepjes aan het werk gezet worden met een probleem, in plaats van passief te zitten luisteren naar hoorcolleges van een alwetende docent.

Het oorspronkelijke PGO is tamelijk sleets geworden, betoogde de Maastrichtse hoogleraar onderwijsontwikkeling Cees van Vleuten in zijn lezing tijdens het symposium op 6 juni. In Maastricht gaat het systeem dan ook al 25 jaar mee.

Inmiddels ouderwets vindt de Maastrichtse hoogleraar nu de aanwezigheidsplicht, de literatuurpakketten en de zwaarwegende bloktoetsen. De toetsing moet veel realistischer worden. Net als in het onderwijs zelf moet ook de toetsing een simulatie van de werkelijkheid zijn. Geen theoretische tentamens maar bijvoorbeeld een oefenrechtbank voor rechtenstudenten.

Onderwijsontwikkelaar Van Vleuten wil ook meer aandacht voor self- en peer assesment in de beoordeling. Studenten doen verslag van eigen vorderingen, en laten zich uit over de kwaliteiten van hun medestudenten.

En in het nieuwe PGO moeten de groepen nog kleiner. Want het groepsproces moet intensiever worden. Het klassieke PGO is toch nog te individueel: een student gaat nog te veel alleen aan de slag en pas bij de rapportage krijgt hij te maken met zijn onderwijsgroep. Dat moet veel eerder, zegt Van Vleuten, vanaf het begin moeten studenten samen aan een probleem werken.

Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) moet je regelmatig bijstellen, vinden de ‘uitvinders’ ervan.

Het probleem gestuurd onderwijs stond afgelopen week centraal op een symposium ter ere van het 25-jarig bestaan van de universiteit van Maastricht. Deze universiteit wordt gezien als de bakermat van de moderne onderwijsformule waarin studenten in kleine groepjes aan het werk gezet worden met een probleem, in plaats van passief te zitten luisteren naar hoorcolleges van een alwetende docent.

Het oorspronkelijke PGO is tamelijk sleets geworden, betoogde de Maastrichtse hoogleraar onderwijsontwikkeling Cees van Vleuten in zijn lezing tijdens het symposium op 6 juni. In Maastricht gaat het systeem dan ook al 25 jaar mee.

Inmiddels ouderwets vindt de Maastrichtse hoogleraar nu de aanwezigheidsplicht, de literatuurpakketten en de zwaarwegende bloktoetsen. De toetsing moet veel realistischer worden. Net als in het onderwijs zelf moet ook de toetsing een simulatie van de werkelijkheid zijn. Geen theoretische tentamens maar bijvoorbeeld een oefenrechtbank voor rechtenstudenten.

Onderwijsontwikkelaar Van Vleuten wil ook meer aandacht voor self- en peer assesment in de beoordeling. Studenten doen verslag van eigen vorderingen, en laten zich uit over de kwaliteiten van hun medestudenten.

En in het nieuwe PGO moeten de groepen nog kleiner. Want het groepsproces moet intensiever worden. Het klassieke PGO is toch nog te individueel: een student gaat nog te veel alleen aan de slag en pas bij de rapportage krijgt hij te maken met zijn onderwijsgroep. Dat moet veel eerder, zegt Van Vleuten, vanaf het begin moeten studenten samen aan een probleem werken.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.