Opinie

Persoonlijke utopieën

Deze week ontdekte ik dat het nakijken van tentamens niet alleen saai en tijdrovend is, maar ook interessant en in een aantal gevallen zelfs hilarisch.

En ik heb het dan niet over grappige spelfouten of serieus bedoelde sideline remarks (“moesten we dat artikel dan ook lezen voor het tentamen?”).

Voor mijn vak Futures Research (MOT9542, voor intimi) is er behalve een group assignment een personal assignment waarvoor studenten een wetenschappelijk essay moeten schrijven over hun eigen toekomst. In dit essay moet men niet alleen laten zien over een groot voorstellingsvermogen te beschikken, maar tevens aantonen de lesstof te beheersen. Dus niet er een beetje op los fantaseren, waarmee nadenken over de toekomst bij velen (niet alleen studenten) wordt geassocieerd, maar toekomstonderzoeksmethodieken en technieken toepassen in helder gedefinieerde processen, aangevuld met een kritische bespreking van de gebruikte databronnen.

Het resultaat? Sommige studenten zijn in staat om helder en in enkele gevallen zelfs mooi te schrijven over waar ze vandaan komen, wat ze op dit moment doen, waar ze van wakker liggen, waar ze van dromen en welke ontwikkelingen waarschijnlijk van invloed zijn op hun toekomst. Maar de meerderheid van de studenten heeft veel problemen om zich een beeld te vormen van de eigen toekomst. Nu ben ik de laatste die zal beweren dat nadenken over de toekomst eenvoudig is, maar deze score stelt me wel teleur. Toegegeven, we leven in een maatschappij waarin geschiedenis heilig is verklaard. Een kind kan een antwoord geven op de vraag wat hij later wil worden, maar de gemiddelde puber weet niet welk vakkenpakket hij moet kiezen omdat het ‘vooruitdenk-talent’ in onze gehistoriseerde samenleving wordt afgeleerd. Maar een beetje student heeft toch wel een idee wat na de studie te gaan doen of wat een realistische toekomstdroom is? Ik had natuurlijk al zoiets moeten zien aankomen (je bent toekomstonderzoeker of niet) omdat veel van mijn afstudeerders vaak geen idee hebben naar wat voor functies ze gaan solliciteren. Al die ex-studenten die na hun afzwaaien een wereldreis maken nemen mij niet in de maling: men heeft totaal geen idee wat te doen met de tijdens de studie opgedane kennis.

Uit de personal assignments kwam naar voren dat de meeste studenten utopisch denken, ondanks dat er voldoende leesstof beschikbaar was die de nadelen daarvan beschrijft. Maar goed, studenten en lezen is geen gelukkige combinatie. Natuurlijk zijn er de onvermijdelijke reli-studenten die hun toekomst in handen leggen van één of ander metafysisch opperhoofd. Het zou daarom toch geen gek idee zijn bij selectie aan de poort de vraag ‘Geloof je in sprookjes?’ te stellen. Hebben ze al kunnen oefenen als ze later aan hun hemelpoortje aankloppen. Maar de meeste studenten zien zichzelf als almachtig. Ze worden gelukkig, werken keihard en veel, houden nog genoeg tijd over voor hun drie gezonde kinderen, en geld is geen issue (meer). Nogmaals, zoals Niels Bohr al zei: “Voorspellen is lastig, zeker als het de toekomst betreft”. Maar als studenten zich weinig bekommeren over de toekomst is dat een probleem en uit psychologisch onderzoek blijkt dat studenten die dit wel doen gemotiveerder zijn. Misschien verklaart dit wel de lage opkomst van studenten bij het Dies Debat over The University of Tomorrow. Maar waar waren trouwens de andere TU-medewerkers?

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Deze week ontdekte ik dat het nakijken van tentamens niet alleen saai en tijdrovend is, maar ook interessant en in een aantal gevallen zelfs hilarisch. En ik heb het dan niet over grappige spelfouten of serieus bedoelde sideline remarks (“moesten we dat artikel dan ook lezen voor het tentamen?”).

Voor mijn vak Futures Research (MOT9542, voor intimi) is er behalve een group assignment een personal assignment waarvoor studenten een wetenschappelijk essay moeten schrijven over hun eigen toekomst. In dit essay moet men niet alleen laten zien over een groot voorstellingsvermogen te beschikken, maar tevens aantonen de lesstof te beheersen. Dus niet er een beetje op los fantaseren, waarmee nadenken over de toekomst bij velen (niet alleen studenten) wordt geassocieerd, maar toekomstonderzoeksmethodieken en technieken toepassen in helder gedefinieerde processen, aangevuld met een kritische bespreking van de gebruikte databronnen.

Het resultaat? Sommige studenten zijn in staat om helder en in enkele gevallen zelfs mooi te schrijven over waar ze vandaan komen, wat ze op dit moment doen, waar ze van wakker liggen, waar ze van dromen en welke ontwikkelingen waarschijnlijk van invloed zijn op hun toekomst. Maar de meerderheid van de studenten heeft veel problemen om zich een beeld te vormen van de eigen toekomst. Nu ben ik de laatste die zal beweren dat nadenken over de toekomst eenvoudig is, maar deze score stelt me wel teleur. Toegegeven, we leven in een maatschappij waarin geschiedenis heilig is verklaard. Een kind kan een antwoord geven op de vraag wat hij later wil worden, maar de gemiddelde puber weet niet welk vakkenpakket hij moet kiezen omdat het ‘vooruitdenk-talent’ in onze gehistoriseerde samenleving wordt afgeleerd. Maar een beetje student heeft toch wel een idee wat na de studie te gaan doen of wat een realistische toekomstdroom is? Ik had natuurlijk al zoiets moeten zien aankomen (je bent toekomstonderzoeker of niet) omdat veel van mijn afstudeerders vaak geen idee hebben naar wat voor functies ze gaan solliciteren. Al die ex-studenten die na hun afzwaaien een wereldreis maken nemen mij niet in de maling: men heeft totaal geen idee wat te doen met de tijdens de studie opgedane kennis.

Uit de personal assignments kwam naar voren dat de meeste studenten utopisch denken, ondanks dat er voldoende leesstof beschikbaar was die de nadelen daarvan beschrijft. Maar goed, studenten en lezen is geen gelukkige combinatie. Natuurlijk zijn er de onvermijdelijke reli-studenten die hun toekomst in handen leggen van één of ander metafysisch opperhoofd. Het zou daarom toch geen gek idee zijn bij selectie aan de poort de vraag ‘Geloof je in sprookjes?’ te stellen. Hebben ze al kunnen oefenen als ze later aan hun hemelpoortje aankloppen. Maar de meeste studenten zien zichzelf als almachtig. Ze worden gelukkig, werken keihard en veel, houden nog genoeg tijd over voor hun drie gezonde kinderen, en geld is geen issue (meer). Nogmaals, zoals Niels Bohr al zei: “Voorspellen is lastig, zeker als het de toekomst betreft”. Maar als studenten zich weinig bekommeren over de toekomst is dat een probleem en uit psychologisch onderzoek blijkt dat studenten die dit wel doen gemotiveerder zijn. Misschien verklaart dit wel de lage opkomst van studenten bij het Dies Debat over The University of Tomorrow. Maar waar waren trouwens de andere TU-medewerkers?

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.