Campus

Peer review

Uit onderzoek blijkt dat docenten ervan overtuigd zijn dat ze de tentamens van studenten professioneel en secuur nakijken. En als ik naar mijn collega’s kijk, zie ik hardwerkende docenten die recht willen doen aan de prestatie van de student.

br />Maar helaas. In de praktijk blijken veel factoren naast het professionele oordeel mee te spelen. Zo bleek uit een onderzoek bijvoorbeeld dat de temperatuur van de kamer waarin de docent zijn correctiewerk doet van belang is: een lagere temperatuur resulteerde in een lagere beoordeling. Ook speelt een rol hoeveel hoge of lage cijfers hij zojuist op rij heeft gegeven. Na ongeveer drie hoge cijfers volgt altijd een iets lager cijfer, ongeacht de prestatie van de student. Andersom geldt dat net zo; na een paar lage cijfers volgt een hogere beoordeling.
Het handschrift van de studenten bleek ook van invloed op de beoordeling. In een onderzoek werden dezelfde antwoorden gegeven, eenmaal in een hanig jongenshandschrift en in een verzorgd, rond meisjeshandschrift. Meisjeshandschriften werden structureel lager beoordeeld. Nog een factor die niet te onderschatten is: de verwachting die de docent van de student heeft gevormd tijdens de colleges. Als een docent een tentamen nakijkt van een student die hij slim vond tijdens de colleges, krijgt die student een hogere beoordeling dan zijn matige antwoord zou rechtvaardigen.
Deze week bereikten mij vier peer review-verzoeken: ik moet beoordelen of een artikel in voldoende mate voldoet aan wetenschappelijke criteria om in een tijdschrift geplaatst te worden. Ik doe mijn best. Maar, net als bij het nakijken van tentamens, spelen hier niet louter zuiver academische factoren een rol. Geheel volgens de uitkomsten van het onderzoek waren mijn eerste drie reviews gunstig. ‘Origineel, theoretisch uitstekend ingebed, zeer relevant’ etcetera. Het vierde artikel kwam er minder goed vanaf, op niet louter academische gronden: ‘Pedant geschreven. Mist diepgang. Afkeuren’.

Studenten kunnen dit jaar weer kiezen uit de twee vertrouwde partijen voor de studentenraad, Oras en Aag. Aag deed vorig jaar niet mee aan de verkiezingen. “We hadden te weinig kandidaten. Bovendien hadden we communicatieproblemen met Oras”, vertelt voorzitter Astrid Garretsen van Aag. De inspanningen van de partij, die onder andere soep uitdeelde voor de bibliotheek en een grote groep studenten een promotiemail stuurde, werden dit jaar beloond. “Het was nog even spannend of we genoeg mensen konden vinden”, vertelt Garretsen. “Maar we hebben nu vier hele goede kandidaten op de lijst.” Garretsen, zelf nummer vijf op de lijst, denkt dat dat genoeg is. “We mikken op vier zetels. Vorig jaar deden we niet mee en het jaar ervoor hadden we twee. Het is niet realistisch om te denken dat we nu ineens alle tien de zetels zouden halen.” 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.