Onderwijs

Passie voor oude spullen

Ze kwam het bedrijf binnen als telefoniste, maar inmiddels is Celeste Docter verantwoordelijk voor een hele meubellijn. Bij meubelfabriek Gebroeders van der Stroom is ze verantwoordelijk voor de meubellijn ‘De Wit’, authentieke replica’s van meubels uit de jaren vijftig.

Haar baan is meer dan afwisselend, ze doet alles zelf. Van het zoeken naar oude stoelen op rommelmarkten tot het ontwerpen van nieuwe tafels en van het maken van het garantiebewijs tot het werven van verkopers.

Celeste Docter studeert in 2002 af bij Enraf Nonius, een bedrijf dat apparaten maakt voor fysiotherapie. Ze werkt daar aan een apparaat dat gebruikt wordt bij revalidatie van de strekkende dijbeenspieren. Na haar afstuderen wil ze best verder in de medische wereld, maar het blijkt niet zo makkelijk snel een baan te vinden. Docter doet allerlei uitzendwerk en verhuist met haar vriend naar Herwijnen, een dorpje vlakbij Leerdam. “We wilden graag een huis met een grote schuur, om onze oude Citroëns in kwijt te kunnen. Zo’n huis vind je alleen maar in dorpen. De plaats maakte mij niet zo veel uit, ik had toch nog geen vaste baan.”

Als de verbouwing van hun huis klaar is, belt Docter met een uitzendbureau in de buurt. Ze kan vrijwel meteen beginnen als receptioniste/telefoniste bij meubelfabriek Gebroeders van der Stroom in het dorpje Asperen. Het is de oudste meubelfabriek van Nederland, hij bestaat al sinds 1791. De laatste jaren is het bedrijf vooral bekend van de lijn ‘Dutch Originals’, waarin designklassiekers, zoals stoelen van W.H. Gispen, opnieuw worden uitgebracht. Docter: “Ik was stomverbaasd dat juist dit bedrijf zomaar een dorpje verder zat. Natuurlijk wilde ik daar werken, al was het alleen maar om de fabriek een keer te zien.”

Doordat ze al veel ervaring heeft met uitzendwerk, doet ze meer werk dan de bazen verwacht hadden. Ze maakt bijvoorbeeld even tussendoor het archief op orde. “Mijn afscheid na vijf weken leek wel dat reclamespotje van Tempo Team. Ik kreeg een heel grote bos bloemen en iedereen vond het jammer dat ik wegging.”

Drie weken later wordt ze gebeld. Gebroeders van der Stroom heeft een tijdje terug alle rechten verkregen van de meubelen van De Wit, buisframemeubelen uit de jaren dertig tot zeventig. Docter mag de hele nieuwe lijn daarvan opzetten. Er zijn geen tekeningen of ontwerpen van de meubels, dus begint ze met zoeken in gemeentearchieven en boeken. Ook daar is bijna niets te vinden. Ze gaat op zoek naar tweedehands stoelen, laat die in de fabriek helemaal uit elkaar halen en stukje voor stukje namaken. Dat luistert allemaal nogal nauw. “Mensen die deze stoelen kopen, weten heel goed wat ze willen. We krijgen echt klachten als we een kruiskopschroef gebruiken, want die zat niet op het origineel.”
Besteleend

Naast het namaken van de oude meubels, ontwerpt Docter ook nieuwe dingen in dezelfde stijl. “De Gebroeders de Wit hebben nauwelijks eettafels ontworpen, maar ik vind dat bij stoelen ook een tafel hoort. Dus heb ik een bijpassende eetkamertafel ontworpen.” Bij dat ontwerpen is het lastig om een compromis te vinden tussen moderne eisen en authenticiteit. Een nieuw ontworpen bureaustoel moet voldoen aan alle Arbo-eisen, maar er tegelijk uit zien alsof hij uit de jaren vijftig komt. Zo’n stoel krijgt dan wel een gaslift, maar die wordt zo onopvallend mogelijk weggewerkt.

De productie gaat razendsnel, als het proefmodel in één keer wordt goedgekeurd, zitten er maar acht weken tussen het ontwerpen en het eerste echte product. Gemiddeld komt er een nieuw product per maand op de markt. Bijna alles wordt met de hand in de eigen fabriek gemaakt. Docter: “Het tempo hier is echt heel hoog, tijdens je studie leer je dat nieuwe producten maanden ontwikkelingstijd nodig hebben. Hier vindt men nu nog steeds dat het allemaal te langzaam gaat.”

Docter reist zelf door het land om dealers te zoeken voor haar meubels. Dat doet ze in een opvallende besteleend met daarop het De Wit-logo. “Toen ik hier net werkte als receptioniste, werd ik steeds uitgelachen omdat ik in een oude oranje eend rijd. Een paar maanden later mocht ik van het bedrijf ineens een besteleend kopen om de meubels naar dealers te brengen.”

De grote advertentiecampagne voor de lijn De Wit moet nog beginnen, wel staan de meubels al bij een aantal dealers opgesteld. En Jeroen Pauw presenteert elke vrijdag Nova vanuit de nieuw ontworpen De Wit-bureaustoel.

Docter vindt het leuk dat ze in haar werk het hele productieproces meemaakt. “De meeste industrieel ontwerpers krijgen maar een stukje te zien. óf ontwerpen, óf meedenken bij de productie, óf verkopen van producten. Ik doe alles. Soms zou ik willen dat ik twee mensen was. Er moet zoveel gebeuren voordat een stoel verkocht kan worden.” Overuren maken kan niet: de fabriek is erg strikt met zijn openingstijden. Elke dag stipt om half negen beginnen, maar om vijf uur is iedereen ook echt weg.
Diëten en make-up

Na haar tijd in Delft vindt ze het wel gek om tussen allemaal vrouwen op kantoor te werken. “Ik ben geen meisje dat tijdens de lunch over diëten en make-up wil praten. Ik lach hard mee om vrouwonvriendelijke grappen met de mannen. En als het lampje in de koelkast kapot is, dan maak ik dat even. Soms ben ik daardoor wel een beetje een vreemde eend in de bijt.”

Docter vindt het jammer dat bedrijven vaak niet goed weten wat een industrieel ontwerper nu precies is en kan. “Na mijn afstuderen wilde ik soms dat ik een accountant was. Dat kun je tenminste aan iedereen uitleggen. Bedrijven zoeken ook altijd accountants, je ziet nooit eens een advertentie voor een industrieel ontwerper staan.”

Ook bij Gebroeders van der Stroom zouden ze nooit op het idee zijn gekomen om een ingenieur aan te nemen. Sterker nog, toen Docter vroeg of in haar functieomschrijving de term industrieel ontwerper kon worden opgenomen, reageerde haar baas verbaasd. “Jij bent toch helemaal geen ontwerper?” Terwijl industrieel ontwerpers volgens Docter precies voor haar werk opgeleid worden.

Tijdens haar studie maakte prof.ir. Jan Jacobs alle studenten enthousiast voor de meubelen van W.H. Gispen uit de jaren vijftig. Nu zit Docter de hele dag tussen al die mooie stoelen en tafels. “Dat is toch best wel stoer”, vindt ze. Hoewel ook de medische wereld haar nog steeds aantrekt, is ze blij dat ze hier nu beland is. “Oude spullen zijn altijd al een passie van me geweest. Ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken.”

www.dewitfurniture.com

‘Soms zou ik willen dat ik twee mensen was. Er moet zoveel gebeuren voordat een stoel verkocht kan worden’

Naam: Celeste Docter

Leeftijd: 30 jaar

Studie: industrieel ontwerpen

Afstudeerrichting: product ontwerpen praktisch

Afstudeerjaar: 2002

Verlief/Verloofd/Getrouwd: samenwonend

Woonplaats: Herwijnen

Loopbaan: eerst allerlei uitzendwerk, sinds april 2003 verantwoordelijk voor de meubellijn De Wit

(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Haar baan is meer dan afwisselend, ze doet alles zelf. Van het zoeken naar oude stoelen op rommelmarkten tot het ontwerpen van nieuwe tafels en van het maken van het garantiebewijs tot het werven van verkopers.

Celeste Docter studeert in 2002 af bij Enraf Nonius, een bedrijf dat apparaten maakt voor fysiotherapie. Ze werkt daar aan een apparaat dat gebruikt wordt bij revalidatie van de strekkende dijbeenspieren. Na haar afstuderen wil ze best verder in de medische wereld, maar het blijkt niet zo makkelijk snel een baan te vinden. Docter doet allerlei uitzendwerk en verhuist met haar vriend naar Herwijnen, een dorpje vlakbij Leerdam. “We wilden graag een huis met een grote schuur, om onze oude Citroëns in kwijt te kunnen. Zo’n huis vind je alleen maar in dorpen. De plaats maakte mij niet zo veel uit, ik had toch nog geen vaste baan.”

Als de verbouwing van hun huis klaar is, belt Docter met een uitzendbureau in de buurt. Ze kan vrijwel meteen beginnen als receptioniste/telefoniste bij meubelfabriek Gebroeders van der Stroom in het dorpje Asperen. Het is de oudste meubelfabriek van Nederland, hij bestaat al sinds 1791. De laatste jaren is het bedrijf vooral bekend van de lijn ‘Dutch Originals’, waarin designklassiekers, zoals stoelen van W.H. Gispen, opnieuw worden uitgebracht. Docter: “Ik was stomverbaasd dat juist dit bedrijf zomaar een dorpje verder zat. Natuurlijk wilde ik daar werken, al was het alleen maar om de fabriek een keer te zien.”

Doordat ze al veel ervaring heeft met uitzendwerk, doet ze meer werk dan de bazen verwacht hadden. Ze maakt bijvoorbeeld even tussendoor het archief op orde. “Mijn afscheid na vijf weken leek wel dat reclamespotje van Tempo Team. Ik kreeg een heel grote bos bloemen en iedereen vond het jammer dat ik wegging.”

Drie weken later wordt ze gebeld. Gebroeders van der Stroom heeft een tijdje terug alle rechten verkregen van de meubelen van De Wit, buisframemeubelen uit de jaren dertig tot zeventig. Docter mag de hele nieuwe lijn daarvan opzetten. Er zijn geen tekeningen of ontwerpen van de meubels, dus begint ze met zoeken in gemeentearchieven en boeken. Ook daar is bijna niets te vinden. Ze gaat op zoek naar tweedehands stoelen, laat die in de fabriek helemaal uit elkaar halen en stukje voor stukje namaken. Dat luistert allemaal nogal nauw. “Mensen die deze stoelen kopen, weten heel goed wat ze willen. We krijgen echt klachten als we een kruiskopschroef gebruiken, want die zat niet op het origineel.”
Besteleend

Naast het namaken van de oude meubels, ontwerpt Docter ook nieuwe dingen in dezelfde stijl. “De Gebroeders de Wit hebben nauwelijks eettafels ontworpen, maar ik vind dat bij stoelen ook een tafel hoort. Dus heb ik een bijpassende eetkamertafel ontworpen.” Bij dat ontwerpen is het lastig om een compromis te vinden tussen moderne eisen en authenticiteit. Een nieuw ontworpen bureaustoel moet voldoen aan alle Arbo-eisen, maar er tegelijk uit zien alsof hij uit de jaren vijftig komt. Zo’n stoel krijgt dan wel een gaslift, maar die wordt zo onopvallend mogelijk weggewerkt.

De productie gaat razendsnel, als het proefmodel in één keer wordt goedgekeurd, zitten er maar acht weken tussen het ontwerpen en het eerste echte product. Gemiddeld komt er een nieuw product per maand op de markt. Bijna alles wordt met de hand in de eigen fabriek gemaakt. Docter: “Het tempo hier is echt heel hoog, tijdens je studie leer je dat nieuwe producten maanden ontwikkelingstijd nodig hebben. Hier vindt men nu nog steeds dat het allemaal te langzaam gaat.”

Docter reist zelf door het land om dealers te zoeken voor haar meubels. Dat doet ze in een opvallende besteleend met daarop het De Wit-logo. “Toen ik hier net werkte als receptioniste, werd ik steeds uitgelachen omdat ik in een oude oranje eend rijd. Een paar maanden later mocht ik van het bedrijf ineens een besteleend kopen om de meubels naar dealers te brengen.”

De grote advertentiecampagne voor de lijn De Wit moet nog beginnen, wel staan de meubels al bij een aantal dealers opgesteld. En Jeroen Pauw presenteert elke vrijdag Nova vanuit de nieuw ontworpen De Wit-bureaustoel.

Docter vindt het leuk dat ze in haar werk het hele productieproces meemaakt. “De meeste industrieel ontwerpers krijgen maar een stukje te zien. óf ontwerpen, óf meedenken bij de productie, óf verkopen van producten. Ik doe alles. Soms zou ik willen dat ik twee mensen was. Er moet zoveel gebeuren voordat een stoel verkocht kan worden.” Overuren maken kan niet: de fabriek is erg strikt met zijn openingstijden. Elke dag stipt om half negen beginnen, maar om vijf uur is iedereen ook echt weg.
Diëten en make-up

Na haar tijd in Delft vindt ze het wel gek om tussen allemaal vrouwen op kantoor te werken. “Ik ben geen meisje dat tijdens de lunch over diëten en make-up wil praten. Ik lach hard mee om vrouwonvriendelijke grappen met de mannen. En als het lampje in de koelkast kapot is, dan maak ik dat even. Soms ben ik daardoor wel een beetje een vreemde eend in de bijt.”

Docter vindt het jammer dat bedrijven vaak niet goed weten wat een industrieel ontwerper nu precies is en kan. “Na mijn afstuderen wilde ik soms dat ik een accountant was. Dat kun je tenminste aan iedereen uitleggen. Bedrijven zoeken ook altijd accountants, je ziet nooit eens een advertentie voor een industrieel ontwerper staan.”

Ook bij Gebroeders van der Stroom zouden ze nooit op het idee zijn gekomen om een ingenieur aan te nemen. Sterker nog, toen Docter vroeg of in haar functieomschrijving de term industrieel ontwerper kon worden opgenomen, reageerde haar baas verbaasd. “Jij bent toch helemaal geen ontwerper?” Terwijl industrieel ontwerpers volgens Docter precies voor haar werk opgeleid worden.

Tijdens haar studie maakte prof.ir. Jan Jacobs alle studenten enthousiast voor de meubelen van W.H. Gispen uit de jaren vijftig. Nu zit Docter de hele dag tussen al die mooie stoelen en tafels. “Dat is toch best wel stoer”, vindt ze. Hoewel ook de medische wereld haar nog steeds aantrekt, is ze blij dat ze hier nu beland is. “Oude spullen zijn altijd al een passie van me geweest. Ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken.”

www.dewitfurniture.com

‘Soms zou ik willen dat ik twee mensen was. Er moet zoveel gebeuren voordat een stoel verkocht kan worden’

Naam: Celeste Docter

Leeftijd: 30 jaar

Studie: industrieel ontwerpen

Afstudeerrichting: product ontwerpen praktisch

Afstudeerjaar: 2002

Verlief/Verloofd/Getrouwd: samenwonend

Woonplaats: Herwijnen

Loopbaan: eerst allerlei uitzendwerk, sinds april 2003 verantwoordelijk voor de meubellijn De Wit

(Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.