Het Nederlandse stelsel van hoger onderwijs ondergaat eind deze eeuw een complete gedaanteverwisseling. In het regeerakkoord is althans opgenomen dat de uniforme cursusduur van vier jaar plaatsmaakt voor een stelsel waarin studies in principe worden opgedeeld in een driejarige bachelors- opleiding en een beperkt toegankelijke mastersopleiding van één tot drie jaar.
br />
De ‘paarse’ fracties (PvdA, VVD en D66) hebben hier onlangs mee ingestemd, al wordt hier en daar reeds getwijfeld of het werkelijk zover komt. VVD-kamerlid Korthals: ,,Ik zie het niet zo snel gebeuren. Er zitten heel wat haken en ogen aan. Kan de kwaliteit van de opleidingen worden gehandhaafd? Vinden afgestudeerden wel een baan met zo’n diploma?”
De meerderheid van paars meent van wel. Lang niet alle studenten hebben volgens de nieuwe coalitie behoefte aan een vierjarige studie. Grote aantallen hebben genoeg aan een kortere opleiding.
De oorspronkelijke formulering van de maatregelen in het concept-regeerakkoord is afgezwakt na felle protesten vanuit het hoger onderwijs. Het heet nu dat de wijziging ‘in grote lijnen’ uitgaat ,,van basisopleidingen van drie jaar en vervolgopleidingen van één tot drie jaar”. Het is dus zeker niet uitgesloten dat er bachelors-opleidingen komen die langer dan drie jaar duren.
Ook de belofte dat universiteiten en hogescholen ,,nauw worden betrokken bij de uitwerking” van de nieuwe structuur werpt een drempel op voor radicale wijzigingen. Hun belangenverenigingen, VSNU en HBO-Raad, spreken van een ‘dramatische situatie’. ,,Over tien tot vijftien jaar zal een grote herstel-operatie nodig zijn”, voorspelde de vice- voorzitter van de VSNU, dr. H.J. van der Molen, vorige week vrijdag op een inderhaast belegde persconferentie.
Schrappen
Op korte termijn hangen de universiteiten en hogescholen andere, nog onbekende maatregelen boven het hoofd. Het regeerakkoord koppelt de bezuinigingen op het hoger onderwijs (tachtig miljoen gulden in 1995, oplopend tot vijhonderd miljoen in 1998) aan de kortere studies. Daarvan wordt echter pas in 2001 de eerste opbrengst (zeventig miljoen gulden) verwacht. De invoering van de nieuwe studies wordt niet voor 1998 verwacht. Dat probleem schuift de paarse coalitie op het bord van de nieuwe minister van onderwijs. Hij zal op Prinsjesdag duidelijk moeten maken waar het geld dan wel vandaan komt.
Het schrappen van het agentschap van onderwijsvernieuwing levert jaarlijks tachtig miljoen gulden op. De overheveling van de academische ziekenhuizen naar de begroting van WVC staat geboekt voor 255 miljoen, maar zadelt dat ministerie met een probleem op.
De universiteiten en hogescholen vrezen dat zij in hun personeel moeten snoeien. Dat is een optie, bevestigt een kamerlid. Daarbij kan met name worden gedacht aan de uitgedijde bureaucratie op de instellingen. In het regeerakkoord wordt alvast aangekondigd dat de overheid extra uitgaven als gevolg van ontslagen niet zal vergoeden. Tot nog toe gebeurde dat wel.
Ook het ministerie van onderwijs levert in. Volgend jaar moet Onderwijs 154 miljoen bezuinigen, bijvoorbeeld door zuiniger in te kopen en meer mensen in deeltijd aan te stellen. Ook gaat Onderwijs korten op subsidies. In 1998 moet het ministerie het met 222 miljoen minder doen.
Klachten
De ‘paarse’ fracties hebben de bezuinigingen op het hoger onderwijs en de studiefinanciering goedgekeurd, nadat de uitspraken over de herstructurering van het hoger onderwijs enigszins waren afgezwakt. T. Netelenbos (PvdA) is ‘verbaasd’ over de reactie van de VSNU. ,,Er wordt toch altijd zo geklaagd over het grote aantal studenten dat niet echt in wetenschap is geïnteresseerd? Dan zouden de universiteiten dit plan juist moeten steunen. Het biedt de mogelijkheid om aan hun klachten tegemoet te komen.”
Ook hogescholen hoeven volgens het PvdA-kamerlid niet te vrezen voor daling van de kwaliteit. ,,Die mag zeker niet dalen. Dat is voor ons een voorwaarde.” Netelenbos denkt dat een driejarige hbo-studie hetzelfde programma kan hebben als een vierjarige, maar dan zonder stage. ,,De stage moet uit het bachelors-programma worden gehaald, en voortaan worden betaald door het bedrijfsleven. Iedereen in Nederland moet inleveren. Waarom zou het bedrijfsleven dan niets inbrengen?”
Terwijl het CDA vooralsnog niet meer dan ‘vraagtekens’ zet bij de plannen voor herstructurering, heeft de fractie van D66 zich daar zonder voorbehoud achter geschaard. Het plan om studies te scheiden in een bachelors- en mastersfase was voor de zomervakantie al door D66 gelanceerd in de onderhandelingen over paars.
De VVD stemde pas in nadat de formuleringen over de hervormingen in het regeerakkoord waren afgezwakt. Kamerlid Korthals: ,,Wij vinden zeker dat er te veel studenten in het wetenschappelijk onderwijs zitten. Maar voordat er onomkeerbare beslissingen worden genomen, moeten we zorgvuldig analyseren wat er precies aan de hand is.”
Het Nederlandse stelsel van hoger onderwijs ondergaat eind deze eeuw een complete gedaanteverwisseling. In het regeerakkoord is althans opgenomen dat de uniforme cursusduur van vier jaar plaatsmaakt voor een stelsel waarin studies in principe worden opgedeeld in een driejarige bachelors- opleiding en een beperkt toegankelijke mastersopleiding van één tot drie jaar.
De ‘paarse’ fracties (PvdA, VVD en D66) hebben hier onlangs mee ingestemd, al wordt hier en daar reeds getwijfeld of het werkelijk zover komt. VVD-kamerlid Korthals: ,,Ik zie het niet zo snel gebeuren. Er zitten heel wat haken en ogen aan. Kan de kwaliteit van de opleidingen worden gehandhaafd? Vinden afgestudeerden wel een baan met zo’n diploma?”
De meerderheid van paars meent van wel. Lang niet alle studenten hebben volgens de nieuwe coalitie behoefte aan een vierjarige studie. Grote aantallen hebben genoeg aan een kortere opleiding.
De oorspronkelijke formulering van de maatregelen in het concept-regeerakkoord is afgezwakt na felle protesten vanuit het hoger onderwijs. Het heet nu dat de wijziging ‘in grote lijnen’ uitgaat ,,van basisopleidingen van drie jaar en vervolgopleidingen van één tot drie jaar”. Het is dus zeker niet uitgesloten dat er bachelors-opleidingen komen die langer dan drie jaar duren.
Ook de belofte dat universiteiten en hogescholen ,,nauw worden betrokken bij de uitwerking” van de nieuwe structuur werpt een drempel op voor radicale wijzigingen. Hun belangenverenigingen, VSNU en HBO-Raad, spreken van een ‘dramatische situatie’. ,,Over tien tot vijftien jaar zal een grote herstel-operatie nodig zijn”, voorspelde de vice- voorzitter van de VSNU, dr. H.J. van der Molen, vorige week vrijdag op een inderhaast belegde persconferentie.
Schrappen
Op korte termijn hangen de universiteiten en hogescholen andere, nog onbekende maatregelen boven het hoofd. Het regeerakkoord koppelt de bezuinigingen op het hoger onderwijs (tachtig miljoen gulden in 1995, oplopend tot vijhonderd miljoen in 1998) aan de kortere studies. Daarvan wordt echter pas in 2001 de eerste opbrengst (zeventig miljoen gulden) verwacht. De invoering van de nieuwe studies wordt niet voor 1998 verwacht. Dat probleem schuift de paarse coalitie op het bord van de nieuwe minister van onderwijs. Hij zal op Prinsjesdag duidelijk moeten maken waar het geld dan wel vandaan komt.
Het schrappen van het agentschap van onderwijsvernieuwing levert jaarlijks tachtig miljoen gulden op. De overheveling van de academische ziekenhuizen naar de begroting van WVC staat geboekt voor 255 miljoen, maar zadelt dat ministerie met een probleem op.
De universiteiten en hogescholen vrezen dat zij in hun personeel moeten snoeien. Dat is een optie, bevestigt een kamerlid. Daarbij kan met name worden gedacht aan de uitgedijde bureaucratie op de instellingen. In het regeerakkoord wordt alvast aangekondigd dat de overheid extra uitgaven als gevolg van ontslagen niet zal vergoeden. Tot nog toe gebeurde dat wel.
Ook het ministerie van onderwijs levert in. Volgend jaar moet Onderwijs 154 miljoen bezuinigen, bijvoorbeeld door zuiniger in te kopen en meer mensen in deeltijd aan te stellen. Ook gaat Onderwijs korten op subsidies. In 1998 moet het ministerie het met 222 miljoen minder doen.
Klachten
De ‘paarse’ fracties hebben de bezuinigingen op het hoger onderwijs en de studiefinanciering goedgekeurd, nadat de uitspraken over de herstructurering van het hoger onderwijs enigszins waren afgezwakt. T. Netelenbos (PvdA) is ‘verbaasd’ over de reactie van de VSNU. ,,Er wordt toch altijd zo geklaagd over het grote aantal studenten dat niet echt in wetenschap is geïnteresseerd? Dan zouden de universiteiten dit plan juist moeten steunen. Het biedt de mogelijkheid om aan hun klachten tegemoet te komen.”
Ook hogescholen hoeven volgens het PvdA-kamerlid niet te vrezen voor daling van de kwaliteit. ,,Die mag zeker niet dalen. Dat is voor ons een voorwaarde.” Netelenbos denkt dat een driejarige hbo-studie hetzelfde programma kan hebben als een vierjarige, maar dan zonder stage. ,,De stage moet uit het bachelors-programma worden gehaald, en voortaan worden betaald door het bedrijfsleven. Iedereen in Nederland moet inleveren. Waarom zou het bedrijfsleven dan niets inbrengen?”
Terwijl het CDA vooralsnog niet meer dan ‘vraagtekens’ zet bij de plannen voor herstructurering, heeft de fractie van D66 zich daar zonder voorbehoud achter geschaard. Het plan om studies te scheiden in een bachelors- en mastersfase was voor de zomervakantie al door D66 gelanceerd in de onderhandelingen over paars.
De VVD stemde pas in nadat de formuleringen over de hervormingen in het regeerakkoord waren afgezwakt. Kamerlid Korthals: ,,Wij vinden zeker dat er te veel studenten in het wetenschappelijk onderwijs zitten. Maar voordat er onomkeerbare beslissingen worden genomen, moeten we zorgvuldig analyseren wat er precies aan de hand is.”
Comments are closed.