Een ontvangstweek organiseren is hard aanpoten, blijkt uit het dagboek van Owee-voorzitter Maaike Bak.
Maandag 12 augustus
We zijn druk bezig met de laatste voorbereidingen als een bestuursgenoot op nu.n
l ziet dat prins Friso is overleden. We kijken elkaar aan: het zal toch niet dat we zondag moeten uitwijken naar een andere locatie? Ik word meteen gebeld door allerlei vrienden, maar moet snel ophangen want we hebben het druk. We maken noodscenario’s. Waar kunnen we heen? Wat moeten we doen? We bellen met de universiteit en de gemeente, maar die zeggen dat wij moeten wachten op informatie. Op onze website en op Twitter zetten we berichtjes om belletjes te voorkomen. Gelukkig hebben we een back-up-locatie: het Berlageveld. Ik krijg minstens tien journalisten aan de lijn die willen weten of we de Owee gaan versoberen, maar we kunnen niks besluiten of doen voordat we meer weten.
Dinsdag 13 augustus
Heel bizar: we blijven vandaag organiseren alsof alles normaal door zou gaan. Het heeft geen zin om alles aan te passen als je nog niet weet of dat nodig is. We bellen onze leveranciers en zeggen dat we misschien onderdelen moeten schrappen of naar andere locaties moeten verplaatsen. We vragen of ze vlonders willen reserveren voor als de informatiemarkt eventueel naar het Berlageveld moet. Onze leveranciers begrijpen het en wachten af. Toch zakt de moed me niet in de schoenen. We komen eerder in een stroomversnelling. Het ene moment maak ik me druk over hoe laat de sprekers aanwezig moeten zijn en of ze allemaal wel hun powerpoints inleveren. Het andere moment komt alles op losse schroeven te staan. Ik word hyperactief en blijk heel creatief te zijn.
Woensdag 14 augustus
Vandaag hebben we als Owee-bestuur ons laatste ontbijtje samen. Er is weinig keus voor het beleg, omdat we alles op moeten maken. Om 11.00 uur overleg ik met onze supervisor Wim Thijs over welke programmaonderdelen we schrappen uit eerbied voor Friso. We horen dat alles door kan gaan. Absoluut een opluchting. We printen en plastificeren het draaiboek en werken aan de opbouw van de aula en de techniek van het auditorium. De lichtshow is geprogrammeerd. De mannen van de aula zijn echt geweldig! Nu alleen nog de bewegwijzering plastificeren en wat laatste schroeven draaien in ons mobileum, ons mobiele informatiepunt.
Donderdag 15 augustus
Om 08.00 uur ben ik in de Aula en neem ik de eerste materialen in ontvangst, zoals de dj-set. Ik leg de laatste hand aan mijn praatje, waarin ik de aankomende studenten twee tips geef: ga er voor want slapen kan na de Owee, en wees als Columbus: tussen nu en het eind van je studie valt veel meer te ontdekken. De eerste keer op het podium ben ik ontzettend zenuwachtig. Er zitten achthonderd studenten. De tweede keer gaat mijn praatje gemakkelijker. Ik lunch met de sprekers en beantwoord daarna mails in ons bestuurshok. s ’Avonds eten bij Moodz, daar krijgen we onze eigen flyer uitgedeeld. Daarna ben ik kapot.
Vrijdag 16 augustus
We oefenen als bestuur onze opkomst op het podium. Heel grappig. Mijn derde praatje op het podium gaat het allerbest. Ik word zo overmoedig dat ik iets wil toevoegen maar dat vergeet. “O, sorry: blunder op het podium.” Daarna opbouwen en hapjes snijden bij de lustrumborrel, want het Owee-bestuur bestaat veertig jaar. Er komen bijna tachtig mensen naar de Botanische Tuin. Leuk!
Zaterdag 17 augustus
Het eerstejaarsweekend. We doen daar zelf niks aan. Ik ben hartstikke moe en moet een beetje bijslapen. Daarna alles aan de voorkant van de aula gereed maken om de centrale ontvangst op maandag in goede banen te leiden. Dat is altijd een heel gedoe, ten eerste omdat er binnen drie uur zo’n drieduizend studenten komen aan wie we tasjes met T-shirts en polsbandjes uitdelen. Ten tweede omdat ouderejaarsstudenten willen frauderen voor zo’n polsbandje, waarmee ze bij andere verenigingen binnen kunnen komen. Binnen twee uur ziet het er uit als bij een professioneel festival: dranghekken, zes rijen marktkramen en fuiken die er voor zorgen dat er maximaal vier personen tegelijk naar binnen kunnen. Om 18.00 uur zijn we klaar en komt mijn vriend langs. Heel leuk, want ik zie hem bijna niet. Ik had net zo goed in China kunnen zitten.
Zondag 18 augustus
Mijn dag begint met een croissantje. Ik vergeet telkens eten te kopen, geen tijd. Op de Markt neem ik de muntenkassa en de wc’s in ontvangst voor het openingsfeest. Ik word weggeroepen, omdat mijn bestuursgenootjes te laat zijn: de man van het podium en de nachtbewaker moeten worden afgelost, tegelijkertijd moet ik aanwijzen waar de wc’s komen en waar maandag op het Sint Agathaplein de lunch is. Daarna: vlaggetjes ophangen op de Markt. Een paar oude mannetjes zeggen dat ik even bij ze moet komen zitten. Ze vinden de Owee hartstikke leuk. Om 19.30 uur loop ik een rondje met de beveiliging. Een half uur later zijn er al behoorlijk wat mensen, ook Delftenaren en internationale studenten. Als het Owee-lied klinkt, staat de Markt vol tot aan het stadhuis. Zo gaaf! Dit vergeet ik nooit meer. Het bier raakt bijna uitverkocht, maar van Jupiler mogen we fusten bier uit de kelders van cafés halen. Op middernacht doen we de muziek uit. Ik praat nog even na met de gemeente, de politie en de beveiligers. Er zijn geen klachten gekomen. We moeten nog even wachten totdat de techniek uit het podium is gehaald. Om 3.30 uur lig ik op bed.
Maandag 19 augustus
Vanaf 08.00 uur loop ik al door de aula voor de centrale ontvangst. Wethouder Pieter Guldemond vertelt de studenten dat hij namens de burgemeester drie belangrijke dingen moet zeggen: geen fietsen stelen, niet in de gracht plassen of zwemmen en geen overlast voor anderen veroorzaken. Ik denk dat ik de studenten na de campusdag niet nog eens ga toespreken, maar mijn bestuur vindt dat ik het wel moet doen. Al is het maar één zin. Oké: ‘ga ervoor!’ De centrale ontvangst draait verder natuurlijk vooral om het zingen van de studieverenigingen. Het college van bestuur is een beetje bang dat studenten net als vorig jaar op stoelen gaan staan en het podium bestormen. Ik ben dan ook erg zenuwachtig, omdat het voortbestaan van dit programmaonderdeel hier vanaf hangt. De gebouwenbeheerder zegt dat het prima ging. Wel zakt door het gestamp een jongen van Leeghwater door één van de vloerplaten van het auditorium, maar we horen dat we ons geen zorgen moeten maken en dat de plaat wordt vervangen. ’s Avonds naar de beroemde cocktailavond bij De Bolk. Het Owee-bestuur krijgt een speciale behandeling: een vissenkom met cocktails.
Dinsdag 20 augustus
Op kantoor eerst even mailen met de gemeente, omdat we voor 250 euro aan parkeerboetes hebben gekregen. We hadden aan drie voertuigen parkeerstickers gegeven, maar die bevoegdheid blijken we toch niet te hebben. Verkeerd begrepen. Daarna wat dingen regelen voor het graveren van fietsen op woensdag. De rest van de middag sta ik op het Sint Agathaplein vragen te beantwoorden bij ons mobileum. Er komen veel toeristen op me af. Leuk om zo benaderbaar te zijn. Ik krijg telkens eerstejaars aan de lijn. Om 19.30 uur even douchen en schone kleren aantrekken, voordat ik op de borrelboot bij Sint Jansbrug ga borrelen met de notabelen, de bestuurders van de hogescholen en de TU. Iedereen is hartstikke aardig. Daarna feesten we nog even door. Ik lig om 05.00 uur op bed.
Woensdag 21 augustus
Sport en cultuur. De verenigingen doen het werk, ik beantwoord hun vragen en ontvang sprekers voor het politiek debat. Ze zijn er allemaal. Heel geslaagd. De cantus gaat vervolgens als een roes voorbij. De tappers rennen met gieters bier door de menigte. Aan het eind wordt er wel op tafels gestaan, maar niet geduwd. Er zeilt een biertje door de lucht, maar dat is een uitzondering. De vraag is of de cantus blijft bestaan. Niet vanwege het college van bestuur, maar vanwege de leeftijdsgrens waarop alcohol mag worden geschonken. Die verschuift van zestien naar achttien jaar. Veel aankomende studenten zijn pas zeventien. Onderscheid maken kan haast niet. We gaan nog even langs wat verenigingen, onder andere naar mini-versies van de Kriminele van het corps en de Nachtwacht van Virgiel.
Donderdag 22 augustus
Ik mag uitslapen tot 10.00 uur. Zo lekker. Op het Owee-terrein zorg ik er voor dat de muntenkassa in orde is en loop ik wat rondjes terwijl de verenigingen hun stands opbouwen. Dit wordt voor mij een heel ontspannen, brakke dag. Er zijn veel zitzakken om een beetje in te loungen. Er treden bandjes op. Aan het eind van de middag lopen we het podium op om iedereen te bedanken. We krijgen een daverend applaus. Daarna alle standjes snel afbouwen. Van het ene op het andere moment is alles leeg. Ik ga het heel erg missen. Hoewel ik stuk ben, wil ik morgen nog helemaal niet op vakantie naar Turkije.
Comments are closed.