De boete van een frauderende student wordt bijna gehalveerd van tweeduizend naar elfhonderd euro. Dat heeft de rechter bepaald in een zaak tegen het ministerie van Onderwijs.
De student ontving een beurs voor uitwonenden, terwijl hij stiekem nog bij zijn ouders woonde: jaarlijks ruim 2.200 euro te veel. Maar controleurs betrapten hem bij een huisbezoek: hij woonde helemaal niet op het adres dat hij had opgegeven.
Bijna twee jaar had hij te veel beurs ontvangen, wat tot een boete van ruim tweeduizend euro zou leiden, bovenop de terugbetaling van de basisbeurs. Maar de rechter zet er een streep doorheen. De overheid mag slechts één jaar terugvorderen.
Waarschijnlijk woonde de student de hele tijd bij zijn ouders, maar de overheid mag nu eenmaal niet verder dan een jaar teruggaan in zulke zaken. Het valt immers moeilijk te bewijzen dat iemand ergens echt niet heeft gewoond. Om dan meer dan een jaar terug te vorderen, moet de overheid met aanvullend bewijs komen.
Dat aanvullende bewijs was er niet en dus krijgt de student een deel van zijn boete en terugvordering kwijtgescholden.
Onlangs werd het ministerie ook al teruggefloten. Het verloor achttien rechtszaken tegen frauderende studenten, omdat het controleurs had ingezet die niet bevoegd bleken.
Comments are closed.