Onderwijs

Oras onderzoekt klachten over masters

Studentenraadsfractie Oras zegt veel klachten te ontvangen over de kwaliteit van het masteronderwijs en stelt een onderzoek in.

Studenten klagen volgens studentenraadsfractie Oras over de kwaliteit van het masteronderwijs. Een aantal studenten vindt het niveau van zijn masteropleiding lager dan dat van hun bachelor. “Eén student zei het idee te hebben dat mastervakken een soort Discovery Channel kijken waren”, zegt Paul Wigt van Oras.

Colleges zouden minder interessant zijn dan sheets die studenten op Blackboard kunnen vinden. “Wij horen dat studenten twee uur bij een college zitten, maar eigenlijk net zo ver zijn als ze een kwartiertje sheets doorbladeren.”

Hoewel het zeker niet voor alle masters geldt, benadrukt Wigt, zijn studenten teleurgesteld in de academische vorming. “Iemand zei alleen maar feitjes uit zijn hoofd te leren. Dat is geen academische vorming. Anderen vinden het geen probleem dat ze gemakkelijk door hun studie fietsen.”
Collegelid Paul Rullmann zegt deze geluiden niet eerder te hebben gehoord, maar vindt het een prima plan van Oras dit te onderzoeken. Oras wil hiervoor accreditatie- en visitatierapporten en enquêtes uitpluizen en de mening van twee studenten per master horen.
Wat studenten volgens Oras ook als probleem ervaren is een niveauverschil in taal van studenten, maar ook van docenten. “Het gaat heel vaak goed, maar nog steeds is een aantal docenten het Engels niet machtig of geeft colleges met tegenzin in die taal. Daardoor voelen buitenlandse studenten zich niet welkom.”

Binnen het masteronderwijs wordt veel gewerkt met groepsopdrachten, maar volgens Wigt is het onmogelijk om met sommige studenten in het Engels te communiceren. “Dat is meer dan irritant, want door het projectonderwijs ben je wel afhankelijk van deze studenten.”
Internationale studenten leggen in het buitenland een test af voor hun Engels, maar Wigt vraagt zich af of de persoon die in Nederland aankomt wel dezelfde persoon is die de test heeft gemaakt. “Misschien zouden ze die test in Nederland moeten maken.”
Het verbaast collegelid Rullmann dat de test blijkbaar niet werkt. Voor docenten zijn er taalcursussen die de afdeling personeel en organisatie regelt. “Wij weten welke docenten daarvoor in aanmerking komen, maar dat traject is nog niet over de hele linie afgerond. We zijn er wel op gebrand dat het taalniveau goed is.”

Niet alleen niveauverschillen in taal, ook verschillende vooropleidingen leveren volgens Oras problemen op binnen het masteronderwijs. “Doordat niet iedereen dezelfde vakken heeft gehad, wordt soms bachelorstof in masters aangeboden”, zegt Wigt.
Hij geeft als voorbeeld de master offshore voor mensen van werktuigbouwkunde, civiele techniek en technische aardwetenschappen. “Vanwege die verschillende opleidingen krijgen studenten werktuigbouwkunde dan nog eens bachelorvakken werktuigbouw. Studenten vragen zich af wat ze hier doen”.

De TU zou wat dat betreft duidelijker eisen mogen stellen aan voorkennis. Rullmann wil daarover praten met Oras in de studentenraad. Hij is voor één grote database met informatie over keuzevakken, waar het volgens Oras nu aan ontbreekt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.