Onderwijs

Oranjebitter en ranja

Koninginnedag bij de Delftse studentenverengingen. Dat betekent weinig spektakel, maar aan oranjebitter geen gebrek. Alleen het Corps zorgde met een oude traditie nog voor het nodige schouwspel.

br />

Figuur 1 Passanten toostten met een lid van de Delftsche Studenten Bond op de koningin

De oranjebitter moet de leden van De Bolk de komende jaren bijna de neus uitkomen – zoveel heeft de barman er dit jaar van ingeslagen. Veel is er niet mee gedaan. De Bolkers willen na een nacht stappen op de Haagse Koninginnenâch slechts languit op de bank voor de Koornbeurs liggen.

Ook Virgiel heeft de nodige flessen ingeslagen. Het oranjedrankje wordt genuttigd achter gesloten sociëteitsdeuren, waar de voorzitter zich met enkele leden ’s ochtends al aan het drinken zet. Dan zijn de studenten van de Bond guller aangelegd. Zoals ieder jaar delen ze het spul voor hun sociëteit uit aan voorbijgangers. Passanten en studenten toostten samen op de koningin. Ook toeristen in de rondvaartboot kunnen kennismaken met deze traditie. De boten komen zo dicht langs, dat bestuursleden van de DSB erop kunnen springen. Zij tracteren de toeristen op het oranje vocht. Voor kinderen is er ranja.

Bij het Corps is er eveneens oranjebitter, maar die is voorbehouden aan het zangdispuut-op-toernee. In de Phoenixstraat stijgt de spanning ondertussen ten top: de dames van het Corps staan te wachten op de paardentram die volgens planning binnen enkele minuten voor de sociëteit zal stoppen. Luid kwebbelend en nippend aan hun witte wijntje turen zij over het balkon de verte in of zij al een glimp kunnen opvangen van het zangdispuut ‘de Bourdon’. Het herendispuut zingt ieder jaar op koninginnedag de vrouwelijke Corpsleden toe.

Het dispuut is al de hele ochtend op pad geweest langs twee bejaardenhuizen in Delft. Daar voeren zij hun repertoire op dat voornamelijk bestaat uit oud-Hollandse liederen zoals Piet Hein, maar zij wagen zich ook aan Franse, Engelse en Duitse liederen. Tussen de optredens en social talk met bejaarden door nemen ze af en toe een slok van hun oranjebitter. Hun borrelglaasje raken ze tijdens deze tocht niet snel kwijt, want deze is met een gouden ketting aan hun jacquet verbonden. Wanneer de heren de Phoenixstraat bereiken, zingen zij lang zo zuiver niet meer als ’s ochtends.

Als de paardentram nadert, haasten alle meisjes zich naar buiten om een goed plekje op het balkon te veroveren. De zangers lopen langzaam met hun rode rozen naar het balkon toe en vallen op hun knieën neer voor al die ‘schoone’ dames die hen staan op te wachten. Knielend, liggend en hangend op elkaar versperren zij de stoep voor enige toeristen die voorbij komen. Verbaasd blijven die staan en kijken geamuseerd naar het schouwspel. Aan het eind van alle serenades vliegen de rozen door de lucht naar de uitverkoren meisjes. Deze worden onder een luid gejuich gevangen.

(M.v.d.K. / S.H.)

Mariëlle van der Krol

Koninginnedag bij de Delftse studentenverengingen. Dat betekent weinig spektakel, maar aan oranjebitter geen gebrek. Alleen het Corps zorgde met een oude traditie nog voor het nodige schouwspel.


Figuur 1 Passanten toostten met een lid van de Delftsche Studenten Bond op de koningin

De oranjebitter moet de leden van De Bolk de komende jaren bijna de neus uitkomen – zoveel heeft de barman er dit jaar van ingeslagen. Veel is er niet mee gedaan. De Bolkers willen na een nacht stappen op de Haagse Koninginnenâch slechts languit op de bank voor de Koornbeurs liggen.

Ook Virgiel heeft de nodige flessen ingeslagen. Het oranjedrankje wordt genuttigd achter gesloten sociëteitsdeuren, waar de voorzitter zich met enkele leden ’s ochtends al aan het drinken zet. Dan zijn de studenten van de Bond guller aangelegd. Zoals ieder jaar delen ze het spul voor hun sociëteit uit aan voorbijgangers. Passanten en studenten toostten samen op de koningin. Ook toeristen in de rondvaartboot kunnen kennismaken met deze traditie. De boten komen zo dicht langs, dat bestuursleden van de DSB erop kunnen springen. Zij tracteren de toeristen op het oranje vocht. Voor kinderen is er ranja.

Bij het Corps is er eveneens oranjebitter, maar die is voorbehouden aan het zangdispuut-op-toernee. In de Phoenixstraat stijgt de spanning ondertussen ten top: de dames van het Corps staan te wachten op de paardentram die volgens planning binnen enkele minuten voor de sociëteit zal stoppen. Luid kwebbelend en nippend aan hun witte wijntje turen zij over het balkon de verte in of zij al een glimp kunnen opvangen van het zangdispuut ‘de Bourdon’. Het herendispuut zingt ieder jaar op koninginnedag de vrouwelijke Corpsleden toe.

Het dispuut is al de hele ochtend op pad geweest langs twee bejaardenhuizen in Delft. Daar voeren zij hun repertoire op dat voornamelijk bestaat uit oud-Hollandse liederen zoals Piet Hein, maar zij wagen zich ook aan Franse, Engelse en Duitse liederen. Tussen de optredens en social talk met bejaarden door nemen ze af en toe een slok van hun oranjebitter. Hun borrelglaasje raken ze tijdens deze tocht niet snel kwijt, want deze is met een gouden ketting aan hun jacquet verbonden. Wanneer de heren de Phoenixstraat bereiken, zingen zij lang zo zuiver niet meer als ’s ochtends.

Als de paardentram nadert, haasten alle meisjes zich naar buiten om een goed plekje op het balkon te veroveren. De zangers lopen langzaam met hun rode rozen naar het balkon toe en vallen op hun knieën neer voor al die ‘schoone’ dames die hen staan op te wachten. Knielend, liggend en hangend op elkaar versperren zij de stoep voor enige toeristen die voorbij komen. Verbaasd blijven die staan en kijken geamuseerd naar het schouwspel. Aan het eind van alle serenades vliegen de rozen door de lucht naar de uitverkoren meisjes. Deze worden onder een luid gejuich gevangen.

(M.v.d.K. / S.H.)

Mariëlle van der Krol

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.