TU-promovendus Michael Afanasyev werkte tien jaar geleden mee aan een onderzoek naar de technische aspecten van de gebeurtenissen op 9/11. Tot zijn verbazing heeft Coen Vermeeren de uitkomsten nooit gebruikt voor zijn onderzoek.
Tien jaar geleden schreef Studium Generale een zomeropdracht uit om de technische aspecten van de gebeurtenissen op 9/11 te onderzoeken. Ik was een van de studenten die in twee teams van zeven studenten aan deze zomeropdracht hebben gewerkt.
De twee teams, geheel onafhankelijk van elkaar en zonder elke vorm van bemoeienis, kwamen tot dezelfde conclusie: we vonden geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de conclusies van het officiële onderzoek. Integendeel, we vonden dat de conclusies van de Amerikaanse overheid en haar onderzoekers (o.a. het National Institute of Standards and Technology) de meest logische, sluitende verklaring voor alle gebeurtenissen van die dag zijn.
Directeur Coen Vermeeren van Studium Generale ontving van beide teams een uitgebreid rapportage, en zou de twee rapporten samenvoegen en publiceren. Ik heb nooit meer iets van hem gehoord en heb me altijd afgevraagd waarom hij onze onderzoeken niet heeft gepubliceerd. Wij waren precies de studenten die Coen Vermeeren wenst: ‘kritisch genoeg om die experts scherp te ondervragen naar het hoe en waarom’.
Helaas lijkt het nu of onze conclusies voor Vermeeren een inconvenient truth waren, die niet paste in zijn overtuiging dat er een complot moet zijn (een ander complot dan die van de kapers en hun bevelhebbers in Al Qaeda).
De diverse complottheorieën rondom 9/11 worden keer op keer met het grootste gemak lek geprikt, zoals door Popular Mechanics in een artikel uit 2005, waar een boek van geschreven is getiteld ‘Debunking 9/11 Myths’. In een artikel geschreven door Pepijn van Erp op kloptdatwel.nl krijgt het boek van Vermeeren er genadeloos van langs.
Ik sta nog steeds achter onze conclusies die het officiële verhaal steunen. En ik heb mijn eigen theorie over waarom zoveel mensen in idiote complottheorieën blijven geloven.
De verklaring is psychologisch van aard. De (post)moderne mens is zijn geloof in God kwijt, maar zijn behoefte om ergens in te geloven blijft bestaan. En hij gelooft – in de superioriteit van zijn manier van leven. Als blijkt dat er mensen bestaan die zijn geloof niet delen, of zelfs zijn manier van leven verachten, mensen die zo irrationeel kunnen zijn om duizenden in naam van geloof te vermoorden, heeft hij moeite om dat te accepteren en zoekt naar een andere verklaring, die beter verteerbaar is.
Het idee dat zijn eigen regering zo oppermachtig is om zo’n duivels complot te realiseren, stemt hem op een bizarre manier tevreden over zijn eigen superioriteit. De vraag is of complotdenkers in staat zijn tot kritische zelfreflectie, of ze kunnen en willen nadenken over waaróm ze de behoefte hebben om in een complot (of in UFO’s) te geloven, ondanks schrijnend gebrek aan betrouwbaar bewijs voor het bestaan ervan.
Michael Afanasyev is promovendus bij Civiele Techniek en Geowetenschappen.
Lees hier de recensie van Coen Vermeerens boek ‘9/11 is gewoon een complot’
Comments are closed.