Opbrengst reorganisatie te rooskleurig ingeschat

Maar het heeft er alle schijn van dat de getallen zo voordelig mogelijk voorgesteld worden om in de buurt van de doelstelling (een bezuiniging van dertig miljoen) te komen.

De secretaris van de universiteit, drs. H. Bronneman, rekende vorige week in het voorlichtingsblad van de TU voor dat er op 1 mei sprake is van ‘een heldere krimp’ van twintig plaatsen op centraal niveau. Tot het jaar 2000 zouden nog eens 35 à 40 plaatsen verdwijnen. Het bureau, tegenwoordig SBS geheten, zou dan een bezuiniging van twintig procent gerealiseerd hebben.

Nogal wat van de ‘verdwenen’ plaatsen worden echter elders binnen de TU ondergebracht. Sommige stoelen bestaan officieel niet meer, maar de mensen die erop zaten, kunnen in de nasleep van de reorganisatie heel goed een nieuwe plek krijgen. Alleen bij een optimistische kijk levert de MOD zo op lange termijn de gewenste bezuiniging op.

Een conservatieve inschatting, waarbij verschuivingen binnen de TU niet meetellen, geeft echter een ander beeld. Dan blijkt uit de plannen dat op het centrale niveau ongeveer 27 plaatsen verdwijnen, ofwel 8,5 procent van het totaal. Dat is goed voor drie miljoen gulden.

Van die drie miljoen lijkt een derde op te gaan aan hogere salarissen voor de overgebleven medewerkers. Dit is een gevolg van de beslissing meer hiërarchische niveaus in het leven te roepen en daarmee extra chef-functies te creëren.

Als vastgehouden wordt aan de doelstelling dertig miljoen te bezuinigen, moeten de faculteiten en diensten nog 270 plaatsen wegsnoeien, ofwel 9,2 procent van hun totaal. In een kwart van die bezuiniging is al voorzien door de 55plus-regeling, hoewel die pas op termijn echt geld oplevert. De faculteiten en diensten hebben nog tot 1 augustus de tijd om hun plannen af te maken.

Het zal erg moeilijk worden om de MOD-reorganisatie de beoogde miljoenen te laten opleveren, blijkt uit berekeningen van Delta.
Rijk rekenen

Het gaat te ver om te zeggen dat de MOD, waarvan het centrale deel op 1 mei formeel afgerond wordt, is mislukt. Maar het heeft er alle schijn van dat de getallen zo voordelig mogelijk voorgesteld worden om in de buurt van de doelstelling (een bezuiniging van dertig miljoen) te komen.

De secretaris van de universiteit, drs. H. Bronneman, rekende vorige week in het voorlichtingsblad van de TU voor dat er op 1 mei sprake is van ‘een heldere krimp’ van twintig plaatsen op centraal niveau. Tot het jaar 2000 zouden nog eens 35 à 40 plaatsen verdwijnen. Het bureau, tegenwoordig SBS geheten, zou dan een bezuiniging van twintig procent gerealiseerd hebben.

Nogal wat van de ‘verdwenen’ plaatsen worden echter elders binnen de TU ondergebracht. Sommige stoelen bestaan officieel niet meer, maar de mensen die erop zaten, kunnen in de nasleep van de reorganisatie heel goed een nieuwe plek krijgen. Alleen bij een optimistische kijk levert de MOD zo op lange termijn de gewenste bezuiniging op.

Een conservatieve inschatting, waarbij verschuivingen binnen de TU niet meetellen, geeft echter een ander beeld. Dan blijkt uit de plannen dat op het centrale niveau ongeveer 27 plaatsen verdwijnen, ofwel 8,5 procent van het totaal. Dat is goed voor drie miljoen gulden.

Van die drie miljoen lijkt een derde op te gaan aan hogere salarissen voor de overgebleven medewerkers. Dit is een gevolg van de beslissing meer hiërarchische niveaus in het leven te roepen en daarmee extra chef-functies te creëren.

Als vastgehouden wordt aan de doelstelling dertig miljoen te bezuinigen, moeten de faculteiten en diensten nog 270 plaatsen wegsnoeien, ofwel 9,2 procent van hun totaal. In een kwart van die bezuiniging is al voorzien door de 55plus-regeling, hoewel die pas op termijn echt geld oplevert. De faculteiten en diensten hebben nog tot 1 augustus de tijd om hun plannen af te maken.