Onderwijs

‘Op rolschaatsen achter Sven Kramer aan’

Nederland dreigt achterop te raken bij het buitenland, waarschuwen bestuurders bij de opening van het academische jaar. Daarom willen ze meer geld en overwegen ze de instroom van studenten desnoods eigenhandig in te perken.

Volgens de wethouder kan Delft-Zuid uitgroeien tot Stedenbaanstation. “Het station ligt nu veel te verscholen. Het is geen uitnodigende en aantrekkelijke plek. En dat terwijl de mogelijkheden groot zijn. In de nabijheid van het station is ruimte voor woningen en kantoren. De fiets- en looproutes kunnen beter en het station kan een grotere rol spelen als openbaar vervoerknooppunt voor de zuidelijke wijken, de TU-wijk en Technopolis.”

Er zijn inmiddels schetsen en plannen voor het vernieuwde stationsgebied. Behalve nieuwe fietsenstalplekken wordt voorzien in de verbetering van groen en verlichting, extra en nieuw ingerichte parkeerplaatsen aan de zuidzijde en een Kiss & Ride-voorziening. Het verblijfsgebied voor fietsers en voetgangers wordt groter en de routes naar het station worden beter.

Vorige week gingen er al een paar van start, maar de meeste universiteiten openden maandag hun academisch jaar. De voorzitters en rectoren wijzen op de landen om ons heen of op het Midden-Oosten en het verre China. Daar hebben ze meer geld, selecteren ze hun studenten allang en scoren ze goed in de rankings. Daar moet Nederland zich aan meten.

Zo vergelijkt UvA-voorzitter Karel van Toorn de financiën van Amerikaanse universiteiten met die van zijn Universiteit van Amsterdam: “Alsof we op rolschaatsen achter Sven Kramer aangaan.”

Concurrentie
Universiteiten komen hoger in de ranglijsten als ze meer budget hebben, meent ook de Maastrichtse voorzitter en voormalig minister van Onderwijs Jo Ritzen. Hij voorziet daarom felle concurrentie van universiteiten in afgelegen delen van de wereld waar veel geïnvesteerd wordt. Ritzen stelt zich voor dat een goede Maastrichtse scholier in 2030 graag in Hongkong gaat studeren. Maastricht zal zich de komende jaren moeten handhaven bij de beste 100 à 150 instellingen van de wereld.

Nederlandse universiteiten – en de hele samenleving – moeten hoe dan ook de blik naar buiten blijven richten, vinden de meeste universiteitsbestuurders. “Openstaan voor diversiteit in disciplines, nationaliteiten, levensbeschouwing en maatschappelijke overtuigingen”, heet dat bij René Smit van de Vrije Universiteit.

Stagnatie
D66-voorman Alexander Pechtold, die in Wageningen de opening opluisterde, verzette zich tegen de ‘makkelijke oplossingen’ in tijden van crisis, zoals de grenzen sluiten, de Europese integratie tegenhouden en Nederlandse bedrijven beschermen. Dat levert alleen maar stagnatie op, meent hij.

Over Geert Wilders sprak bijna niemand hardop. Rector Hans van Duyn van de TU Eindhoven deed dat wel. Hij noemt het een ‘bloody shame’ dat die zoveel invloed heeft gekregen, daarmee waarschijnlijk onbedoeld een beroemde frase van Pim Fortuyn aanhalend, die op de bank bij Robert Jensen tegen zijn ‘demonisering’ ageerde en de gevestigde politiek alvast verantwoordelijk stelde voor zijn dood.

Selecteren
De universiteiten hebben veel ambities, maar intussen komen er meer en meer studenten naar de universiteiten en hogescholen. Hoe moeten ze het hoofd boven water houden, als ze zulke massale instellingen worden? Ze moeten maar eens studenten gaan selecteren, vindt voorzitter Hein van Oorschot van de Universiteit van Tilburg: “Harvard Business School heeft vijftig procent van de studenten die wij in onze business programma’s hebben en Yale Law School heeft een vijfde van de studenten van onze Law School.”

Zoiets hebben ze in Utrecht ook bedacht. Laten we samen de totale instroom aan universiteiten met tien of vijftien procent verlagen, stelt voorzitter Yvonne van Rooy voor. Het staat universiteiten immers vrij om een numerus fixus in te stellen bij grote opleidingen. Dan zouden studenten ook zorgvuldiger gaan kiezen en na aanvang minder snel afhaken. ‘Bijkomend voordeel’ zou zijn dat de instroom bij de lerarenopleidingen hierdoor zou kunnen toenemen.

Studentenaantallen hebben bovendien een onbedoelde uitwerking op het wetenschappelijk onderzoek, houdt rector Henk Schmidt van de Erasmus Universiteit zijn publiek voor. Waarom wordt er in Nederland vijf keer meer psychologisch dan sociologisch onderzoek gedaan? Niet omdat het ene onderzoek vruchtbaarder of hoogstaander is dan het andere. Er zijn gewoon veel meer studenten psychologie dan sociologie. “Het zijn dus de keuzes van Nederlandse studenten die het universitaire onderzoeksbeleid bepalen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.