Op wereldreis gaan. Op die avontuurlijke manier steunt natuurkundestudent Jan van Veldhuizen het goede doel. Vóór hij vertrekt moet hij alleen nog wel wat sponsors vinden.
In september begon Jan van Veldhuizen (23) aan een masteropleiding bij Technische Natuurwetenschappen, maar hij hield er al snel weer mee op. Van Veldhuizen heeft wel wat beters te doen. In vijftien maanden meer dan 40 duizend kilometer rijden bijvoorbeeld. Met een Volkwagenbus T3 en vriend Pieter Schouwstra (37). Met hun reis willen ze aandacht vragen en geld inzamelen voor KWF Kankerbestrijding en NOTS, een organisatie die microkredieten verstrekt.
Van Veldhuizen lag op zijn buik in een plas regen toen hij Schouwstra voor het eerst ontmoette. Fotograaf Schouwstra sprong uit zijn auto en vroeg Van Veldhuizen, die net het juiste perspectief voor een foto zocht, zijn assistent te worden. Dat was drie jaar geleden. En nu staan de twee op het punt meer dan een jaar samen in een auto door te brengen. “We houden allebei veel van reizen. Het zal onderweg heus niet altijd van een leien dakje gaan,” verwacht Van Veldhuizen, “maar daar leer je ook weer van.”
Volgende week zouden ze vertrekken. “Veel later moet het ook niet worden”, zegt Van Veldhuizen. “Anders komen we te laat aan in Soedan en is het regenseizoen daar al begonnen.” De Delftse student schat dat ze zeker binnen een maand moeten vertrekken om te erge modderwegen voor te zijn. Maar eerst moet nog een groot deel van het sponsorgeld worden binnengehaald.
Schouwstra, die tweemaal lymfeklierkanker had, wilde zijn passie voor reizen combineren met geld inzamelen voor KWF Kankerbestrijding. Daarnaast gaat twintig procent van het sponsorgeld naar een verstrekker van microkredieten. Maar de eerste 26 duizend euro is nodig om de reis van de vrienden te bekostigen. “Alles wat meer binnenkomt gaat rechtstreeks naar de goede doelen”, zegt Van Veldhuizen. Maar zo ver is het nog lang niet: tot nu haalden de reizigers zesduizend euro op.
Storten donateurs niet liever direct op de rekening van het goede doel in plaats te betalen voor een wereldreis? “Particulieren wel”, denkt Van Veldhuizen. “Maar we plakken stickers van sponsors op de auto en maken professionele foto’s. Voor bedrijven is het ook een manier van reclame maken.” Mocht het onverhoopt niet lukken voldoende sponsors te vinden, dan gaan de twee toch op reis. “Desnoods betalen we een deel zelf of verdienen we bij met onze foto’s.”
De route gaat door Europa naar Afrika en via Latijns-Amerika en de Verenigde Staten weer terug naar huis. “We zien wel wat op ons pad komt. Als we ergens iets nuttigs kunnen doen, blijven we daar een tijdje.” Op de website van de reizigers is te volgen waar ze zijn. Maar voor het busje op de wereldkaart beweegt, moet eerst de echte bus klaar zijn. Die staat nu nog op de brug in een garage in Hengelo. “Voor een foto voor de website zijn we een zandbult ingereden. Toen bleek de vierwielaandrijving niet te werken”, vertelt Van Veldhuizen. “Dat hebben we laten repareren.” Laten repareren? “Ja, maar we klussen er zelf ook veel aan”, verzekert de ingenieur, die eerder al eens een Saab uit elkaar haalde en weer in elkaar zette.
De bus is voorzien van een watertank, reservewielen en een tent op het dak. En natuurlijk gaan er laptops mee om contact te houden met familie en vrienden. “Die zal ik wel missen. Ze zijn geen reden om hier te blijven, maar wel een goede reden om terug te komen.” Het belangrijkste dat meegaat, is volgens Van Veldhuizen een goede geluidsinstallatie. “Voor de saaie stukken. Ik hoorde dat we soms dagen over een ‘wasbord’ moeten rijden, een weg vol bulten, waar je gehypnotiseerd wordt door het gestuiter.”
Of hij zijn studie nog af gaat maken, weet Van Veldhuizen niet. “Ik kan niks beloven. Het is niet iets waar ik me nu mee bezighoud. Eerst maar eens voor elkaar krijgen dat we wegkomen.”
Jan van Veldhuizen en Pieter Schouwstra willen in vijftien maanden meer dan 40 duizend kilometer rijden voor het goede doel. (Foto: Pieter Schouwstra)
In september begon Jan van Veldhuizen (23) aan een masteropleiding bij Technische Natuurwetenschappen, maar hij hield er al snel weer mee op. Van Veldhuizen heeft wel wat beters te doen. In vijftien maanden meer dan 40 duizend kilometer rijden bijvoorbeeld. Met een Volkwagenbus T3 en vriend Pieter Schouwstra (37). Met hun reis willen ze aandacht vragen en geld inzamelen voor KWF Kankerbestrijding en NOTS, een organisatie die microkredieten verstrekt.
Van Veldhuizen lag op zijn buik in een plas regen toen hij Schouwstra voor het eerst ontmoette. Fotograaf Schouwstra sprong uit zijn auto en vroeg Van Veldhuizen, die net het juiste perspectief voor een foto zocht, zijn assistent te worden. Dat was drie jaar geleden. En nu staan de twee op het punt meer dan een jaar samen in een auto door te brengen. “We houden allebei veel van reizen. Het zal onderweg heus niet altijd van een leien dakje gaan,” verwacht Van Veldhuizen, “maar daar leer je ook weer van.”
Volgende week zouden ze vertrekken. “Veel later moet het ook niet worden”, zegt Van Veldhuizen. “Anders komen we te laat aan in Soedan en is het regenseizoen daar al begonnen.” De Delftse student schat dat ze zeker binnen een maand moeten vertrekken om te erge modderwegen voor te zijn. Maar eerst moet nog een groot deel van het sponsorgeld worden binnengehaald.
Schouwstra, die tweemaal lymfeklierkanker had, wilde zijn passie voor reizen combineren met geld inzamelen voor KWF Kankerbestrijding. Daarnaast gaat twintig procent van het sponsorgeld naar een verstrekker van microkredieten. Maar de eerste 26 duizend euro is nodig om de reis van de vrienden te bekostigen. “Alles wat meer binnenkomt gaat rechtstreeks naar de goede doelen”, zegt Van Veldhuizen. Maar zo ver is het nog lang niet: tot nu haalden de reizigers zesduizend euro op.
Storten donateurs niet liever direct op de rekening van het goede doel in plaats te betalen voor een wereldreis? “Particulieren wel”, denkt Van Veldhuizen. “Maar we plakken stickers van sponsors op de auto en maken professionele foto’s. Voor bedrijven is het ook een manier van reclame maken.” Mocht het onverhoopt niet lukken voldoende sponsors te vinden, dan gaan de twee toch op reis. “Desnoods betalen we een deel zelf of verdienen we bij met onze foto’s.”
De route gaat door Europa naar Afrika en via Latijns-Amerika en de Verenigde Staten weer terug naar huis. “We zien wel wat op ons pad komt. Als we ergens iets nuttigs kunnen doen, blijven we daar een tijdje.” Op de website van de reizigers is te volgen waar ze zijn. Maar voor het busje op de wereldkaart beweegt, moet eerst de echte bus klaar zijn. Die staat nu nog op de brug in een garage in Hengelo. “Voor een foto voor de website zijn we een zandbult ingereden. Toen bleek de vierwielaandrijving niet te werken”, vertelt Van Veldhuizen. “Dat hebben we laten repareren.” Laten repareren? “Ja, maar we klussen er zelf ook veel aan”, verzekert de ingenieur, die eerder al eens een Saab uit elkaar haalde en weer in elkaar zette.
De bus is voorzien van een watertank, reservewielen en een tent op het dak. En natuurlijk gaan er laptops mee om contact te houden met familie en vrienden. “Die zal ik wel missen. Ze zijn geen reden om hier te blijven, maar wel een goede reden om terug te komen.” Het belangrijkste dat meegaat, is volgens Van Veldhuizen een goede geluidsinstallatie. “Voor de saaie stukken. Ik hoorde dat we soms dagen over een ‘wasbord’ moeten rijden, een weg vol bulten, waar je gehypnotiseerd wordt door het gestuiter.”
Of hij zijn studie nog af gaat maken, weet Van Veldhuizen niet. “Ik kan niks beloven. Het is niet iets waar ik me nu mee bezighoud. Eerst maar eens voor elkaar krijgen dat we wegkomen.”
Jan van Veldhuizen en Pieter Schouwstra willen in vijftien maanden meer dan 40 duizend kilometer rijden voor het goede doel. (Foto: Pieter Schouwstra)
Comments are closed.