Campus

‘Op papier ben ik niet de beste’

Studente Marisca Kouwenhoven won afgelopen zomer met schaken een overwinningsbeker en een heuse Gazelle-fiets. De studente technische natuurkunde moest daarvoor wel eerst het Nederlands kampioenschap schaken voor dames behalen.

De jonge kampioene is hiermee – na al vier WK’s en drie EK’s voor jeugdspelers gespeeld te hebben – volgende maand verzekerd van deelname aan het wereldkampioenschap tot twintig jaar.

,,Behalve die fiets is er geen droog brood met schaken te verdienen”, betreurt Kouwenhoven. De negentienjarige studente kocht ooit nog eens speciaal voor een Europees kampioenschap een TU Delft-trui omdat de universiteit dan als sponsor de reiskosten naar Kreta vergoedde. ,,Ik word voorlopig geen profschaakster. Ik haal er sportief gezien wel uit wat er inzit maar voor professional moet je nog veel beter zijn. Bovendien krijgt schaken gewoon geen aandacht.”

Zij vervolgt: ,,Soms duurt een schaakpartij zeven uur en dat boeit niet. Laatst dacht ik dat de uitslag van mijn kampioenschap wel achteraan in Studio Sport genoemd zou worden. Dan hoor je dus wel een kwartier gelul over een trainerswissel in het voetbal aan en komt er niets over schaken. Ik stoor me er maar niet meer aan. Maar weinigen kunnen van een hobby hun werk maken.”

Na het schaken op achtjarige leeftijd van vader geleerd te hebben, groeide de hobby langzaam uit naar topsportniveau. De studente speelde al in de pauzes van de derde klas middelbare school succesvol tegen zesdeklassers. ,,Een juffrouw zei toen dat ik me bij een schaakvereniging moest aanmelden. Daarna groei je vanzelf het wereldje in. Dan los je schaakproblemen vanaf stencils op en ga je openingstheoriën bestuderen”, zegt Kouwenhoven, die vorig jaar zoveel tijd in de sport stak dat het haar studie geen goed deed.
Jiu-Jitsu

Tweemaal per week een wedstrijd, lidmaatschap van eveneens twee schaakverenigingen en oefenen vergen nu eenmaal veel uren. Ten einde minder snel vermoeid te raken, komt daar dit jaar nog een Jiu-Jitsu-cursus bij om de lichamelijke conditie op pijl te houden. En onder de boekenplanken met schaak-encyclopediën staat een computer met een database van ongeveer vijfhonderdduizend eerder gespeelde schaakpartijen. ,,Die speel ik dan na, evenals mijn eigen gespeelde partijen. Samen met mijn trainer van de Koninklijke Nederlandse Schaak Bond analyseer ik die wedstrijden. Bij belangrijke toernooien bekijk ik ’s ochtends de laatste partijen van de tegenstander van die middag.”

,,Iedereen heeft wel een eigen speelstijl of een favoriete opening”, zegt Kouwenhoven. ,,Dan kies je een stelling waarin de tegenstander zich geen raad weet. Je bent dan de hele dag bezig met de voorbereidingen en daarna vroeg naar bed. Het is niet dat je de hele tijd leuke internationale contacten legt op zo’n toernooi. Je moet er gewoonweg veel voor studeren”, zegt de schaakkampioene.

,,Dat is ook de reden dat jongens beter zijn dan de meisjes. Die werken er gewoon harder aan. In het Oostblok komen zelfs meisjes al op jonge leeftijd in een schaakinternaat terecht.Dat is wel de manier om goed te worden. Daarom zijn die vrouwelijke schaaksters uit de Oekraïne en Georgië nauwelijks te verslaan”, vertelt Kouwenhoven, die zichzelf voor het wereldkampioenschap voor dames tot en met twintig jaar in Duitsland jammer genoeg weinig kans geeft.


Figuur 1 Marisca Kouwenhoven: ,,Dan hoor je een kwartier gelul over een trainerswissel”

Ze besluit: ,,Maar op het Nederlands kamioenschap afgelopen zomer had ik ook niet gedacht te winnen. Op papier was ik echt niet de sterkste. Toch won ik opeens met overtuigende cijfers. Daarom heb ik zoiets voor het wereldkampioenschap van: ik haal eruit wat er inzit.”

Jeroen Rademaker

Studente Marisca Kouwenhoven won afgelopen zomer met schaken een overwinningsbeker en een heuse Gazelle-fiets. De studente technische natuurkunde moest daarvoor wel eerst het Nederlands kampioenschap schaken voor dames behalen. De jonge kampioene is hiermee – na al vier WK’s en drie EK’s voor jeugdspelers gespeeld te hebben – volgende maand verzekerd van deelname aan het wereldkampioenschap tot twintig jaar.

,,Behalve die fiets is er geen droog brood met schaken te verdienen”, betreurt Kouwenhoven. De negentienjarige studente kocht ooit nog eens speciaal voor een Europees kampioenschap een TU Delft-trui omdat de universiteit dan als sponsor de reiskosten naar Kreta vergoedde. ,,Ik word voorlopig geen profschaakster. Ik haal er sportief gezien wel uit wat er inzit maar voor professional moet je nog veel beter zijn. Bovendien krijgt schaken gewoon geen aandacht.”

Zij vervolgt: ,,Soms duurt een schaakpartij zeven uur en dat boeit niet. Laatst dacht ik dat de uitslag van mijn kampioenschap wel achteraan in Studio Sport genoemd zou worden. Dan hoor je dus wel een kwartier gelul over een trainerswissel in het voetbal aan en komt er niets over schaken. Ik stoor me er maar niet meer aan. Maar weinigen kunnen van een hobby hun werk maken.”

Na het schaken op achtjarige leeftijd van vader geleerd te hebben, groeide de hobby langzaam uit naar topsportniveau. De studente speelde al in de pauzes van de derde klas middelbare school succesvol tegen zesdeklassers. ,,Een juffrouw zei toen dat ik me bij een schaakvereniging moest aanmelden. Daarna groei je vanzelf het wereldje in. Dan los je schaakproblemen vanaf stencils op en ga je openingstheoriën bestuderen”, zegt Kouwenhoven, die vorig jaar zoveel tijd in de sport stak dat het haar studie geen goed deed.
Jiu-Jitsu

Tweemaal per week een wedstrijd, lidmaatschap van eveneens twee schaakverenigingen en oefenen vergen nu eenmaal veel uren. Ten einde minder snel vermoeid te raken, komt daar dit jaar nog een Jiu-Jitsu-cursus bij om de lichamelijke conditie op pijl te houden. En onder de boekenplanken met schaak-encyclopediën staat een computer met een database van ongeveer vijfhonderdduizend eerder gespeelde schaakpartijen. ,,Die speel ik dan na, evenals mijn eigen gespeelde partijen. Samen met mijn trainer van de Koninklijke Nederlandse Schaak Bond analyseer ik die wedstrijden. Bij belangrijke toernooien bekijk ik ’s ochtends de laatste partijen van de tegenstander van die middag.”

,,Iedereen heeft wel een eigen speelstijl of een favoriete opening”, zegt Kouwenhoven. ,,Dan kies je een stelling waarin de tegenstander zich geen raad weet. Je bent dan de hele dag bezig met de voorbereidingen en daarna vroeg naar bed. Het is niet dat je de hele tijd leuke internationale contacten legt op zo’n toernooi. Je moet er gewoonweg veel voor studeren”, zegt de schaakkampioene.

,,Dat is ook de reden dat jongens beter zijn dan de meisjes. Die werken er gewoon harder aan. In het Oostblok komen zelfs meisjes al op jonge leeftijd in een schaakinternaat terecht.Dat is wel de manier om goed te worden. Daarom zijn die vrouwelijke schaaksters uit de Oekraïne en Georgië nauwelijks te verslaan”, vertelt Kouwenhoven, die zichzelf voor het wereldkampioenschap voor dames tot en met twintig jaar in Duitsland jammer genoeg weinig kans geeft.


Figuur 1 Marisca Kouwenhoven: ,,Dan hoor je een kwartier gelul over een trainerswissel”

Ze besluit: ,,Maar op het Nederlands kamioenschap afgelopen zomer had ik ook niet gedacht te winnen. Op papier was ik echt niet de sterkste. Toch won ik opeens met overtuigende cijfers. Daarom heb ik zoiets voor het wereldkampioenschap van: ik haal eruit wat er inzit.”

Jeroen Rademaker

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.