De krimp hangt boven de TU. En aan de faculteiten is de niet benijdenswaardige taak te bepalen hoe de klappen intern verdeeld moeten worden. In de aanloop naar de faculteitsraadsverkiezingen van 23 mei grijpen de kandidaten dit gegeven echter nauwelijks aan om eens een pittige campagne te voeren.
‘Partijen’ bestaan eigenlijk niet meer en de gekozen bestuurders staan zeker niet met rode koppen tegenover het dagelijks bestuur (bestaande uit de dekaan, een student, een wetenschapper en een ondersteunend personeelslid). De tegenstellingen worden gladgestreken en de rijen sluiten zich.
Naast de gebruikelijke hoogleraarsbenoemingen, de onderzoeksplannen en hier en daar een visitatie domineren drie zaken de agenda’s van de faculteitsraden: de dalende studentenaantallen, het vijfde cursusjaar en de nieuwe geldverdeling. Vooral dat eerste is natuurlijk geen prettige zaak, want minder studenten betekent een slinkende geldbuidel. Ook de nieuwe formule om het half miljard aan TU-inkomsten over de faculteiten te verdelen, zorgt voor financiële onzekerheden. Nog onduidelijk is hoeveel geld faculteiten precies zullen krijgen voor hun (service)onderwijs.
Daarnaast spelen nog twee door het college van bestuur aangejaagde punten: de eventuele aanstelling van een onderwijsdirecteur die al het onderwijs binnen de faculteit moet coördineren en sturen, en de mogelijke invoering van integraal management, waarbij de hoogste verantwoordelijkheid in handen komt van de dekaan; nu berust die gedeeltelijk bij de secretaris-beheerder.
Anders dan in de landelijke politiek, waar de standpunten in moeilijke tijden doorgaans verharden, kiezen medewerkers en studenten in de kleine facultaire gemeenschappen voor het harmoniemodel. De vraag of er op de faculteit nog zoiets gaande is als een verkiezingsstrijd, beantwoorden de ondervraagden na een korte stilte doorgaans met ‘nee, eigenlijk niet’. Op de meeste plaatsen stellen mensen zich individueel kandidaat of staan alle kandidaten op één lijst, zodat de kiezers alleen door voorkeurstemmen de afgesproken volgorde kunnen doorbreken. De vertegenwoordigers concentreren zich liever op de facultaire problemen dan op de vliegen die zij van elkaar kunnen afvangen.
Groot is de pijn bij Technische Wiskunde en Informatica , waar faculteitsbestuurders de broekriem strak moeten aanhalen. Het aantal leerstoelen (hoogleraren) en de daaraan verbonden arbeidsplaatsen wordt flink teruggeschroefd. In de afgelopen maanden kon de raad er niet uitkomen welk van de de drie leerstoelen (parallelle en gedistribueerde systemen, ontwerpvan informatiesystemen en beheer van informatiesystemen) eventueel geschrapt zou moeten worden. De raad heeft die beslissing maar even uitgesteld. Om de spanning tussen de twee betrokken informatica-vakgroepen niet te hoog te laten oplopen, is al geopperd ze maar samen te voegen (en zo de splitsing van een jaar of zeven geleden ongedaan te maken).
Bovendien is het maken van een financiële planning lastig zolang niet duidelijk is wat de gevolgen van het nieuwe allocatiemodel zijn, vinden de bestuurders bij TWI. De faculteitsraad van TWI was overigens ook de eerste die zich onlangs uitsprak over de onderwijsdirecteur. Dat vond de raad maar niks.
Werktuigbouw/Maritieme Techniek is al een indikstap verder. De reorganisatie bij WbMT, waarbij ongeveer tachtig volledige arbeidsplaatsen moeten verdwijnen, loopt al sinds oktober 1993 en inmiddels ligt er een vertrouwelijk concept-rapport van het bestuur, Visie 2000 getiteld, waar precies in staat wat er gaat gebeuren. De faculteitsraad zal zich daar binnenkort over moeten buigen.
Een ander majeur agendapunt is de verbouwing en interne verhuizing in het gebouw. Dit item is zelfs zo hot (lees: prijzig) dat de universiteitsraad zich er uitdrukkelijk tegenaan bemoeit. De faculteitsraadsleden zijn unaniem in hun oordeel dat hiermee de belangrijkste onderwerpen genoemd zijn. ,,Maar het is niet zo dat wij hierdoor verlamd raken en aan niets anders meer toekomen”, verzekert lid ir. G. Hommel, die wijst op de naderende onderwijsvisitatie.
Ook Lucht- en Ruimtevaart heeft al de nodige pijnlijke beslissingen achter de rug, maar niettemin vormt de reorganisatie naast het onderwijsprogramma nog altijd de hoofdmoot van de raadsvergaderingen. Het overleg met het bestuur, met de secretaris-beheerder en met de medezeggenschapscommissie, is nog in volle gang. Daarnaast steekt de raad de nodige tijd in het onderwijsprogramma, dat vanwege het vijfde jaar herzien moet worden.
Hetzelfde geldt min of meer voor Scheikunde , waar een discussiestuk over de geldkraan binnenkort de tweede ronde ingaat. De raad wil vooral gedwongen ontslagen proberen te voorkomen. Andere zaken, zoals integraal management en de onderwijsdirecteur (die beide nog geen vaste vorm hebben gekregen bij STM) staan daarbij in de schaduw.
Technische Natuurkunde ziet de bui ook al hangen. De tekorten lopen in de tonnen en de raad is alleen onder protest met de laatste begroting akkoord gegaan. Als er verder bezuinigd moetworden, bijvoorbeeld als gevolg van het allocatiemodel, gaat de faculteit kopje onder, vreest men. Er wordt naarstig gezocht naar bezuinigingsposten. Het bestuur heeft bijvoorbeeld van de raad opdracht gekregen met het cvb te gaan praten over de heffing van een miljoen die jaarlijks aan het Rekencentrum betaald moet worden.
Het probleem waarvoor het cvb onlangs de onderwijsdirecteur als remedie opperde, was bij TN al eerder onderkend. ,,Wij hebben al jaren geleden besloten een hoogleraar aan te stellen die voor vijf tiende het onderwijs gaat trekken en voor vijf tiende in zijn eigen groep werkzaam blijft”, zegt raadslid Th. Hoeksma. ,,Binnenkort staat dat te gebeuren.”
In deze bange dagen hebben de raadsleden besloten geen verkiezingsstrijd te ontketenen, want dat zou de goede verstandhouding alleen maar schaden. Wel blijven er twee partijen. Hoeksma: ,,Dat verlevendigt de discussie.” Ook is er enige zorg om de opkomst, want de vorige keer waren de obp’ers bijna een zetel kwijtgeraakt door gebrek aan kiezers.
Bij Geodesie is inkrimping nog niet aan de orde, maar medewerkers maken zich wel degelijk zorgen over de instroom. Voorlichting aan potentiële studenten staat hoog op de agenda, waarop verder het vijfjarige studieprogramma en de facultaire strategie prijken. Van een verkiezingsstrijd over deze onderwerpen is echter geen sprake. Wel proberen de partijen ditmaal hun lijsten wat evenwichtiger samen te stellen dan de vorige keer. In de afgelopen periode ontstond af en toe lichte wrijving omdat niet alle groepen binnen de faculteit zich genoeg vertegenwoordigd voelden.
De andere ‘kleine’ faculteit, Mijnbouw , kent dezelfde zorgen over instroom en voorlichting. Daarnaast spelen de aanstaande verhuizing en een eventuele naamsverandering een voorname rol in de facultaire discussies. Voor het vinden van een naam die een betere omschrijving van de faculteit geeft dan ‘Mijnbouwkunde en Petroleumwinning’ is inmiddels een prijsvraag uitgeschreven, maar die heeft nog geen uitverkoren kandidaat opgeleverd. Ieder voorstel heeft zijn voors en tegens. ,,We zullen er de komende tijd inderdaad nog wel mee bezig zijn”, verwacht raadslid ir. T.W. Zegers.
Industrieel Ontwerpen , waar de inmiddels afgeronde curriculumherziening de laatste tijd een belangrijk deel van de vergadertijd opslokte, beleeft deze verkiezingen de noviteit van een lijst bestaande uit medewerkers van de vakgroep Vormgeving. In voorgaande jaren stelden alleen individuele kandidaten zich verkiesbaar (behalve bij de studenten, waar de keuze is tussen de verschillende kandidaten op de lijst van studievereniging iD).
Omdat er maar twee losse kandidaten zijn, kan de Vormgeving-lijst bij een beetje opkomst sowieso rekenen op vier zetels en dat heeft ook initiatiefnemer C.J. Overbeeke verbaasd. ,,De bedoeling van de lijst was puur om geen stemmen verloren te laten gaan en met een groepje in de raad te komen. Pas later merkte ik dat er zo weinig andere kandidaten waren, wat eigenlijk best erg is. Ik hoor helaas steeds vaker geluiden dat vanwege de professionalisering van het bestuur de raad minder belangrijk wordt.” Overbeeke, die ook nu al in de raad zit, verzekert dat er geen sprake is van een coupe-poging door zijn vakgroep.
Ook bij WTM is sprake van één lijst en verschillende individuele kandidaten en ook hier liggen daar geen scherpe ideologische tegenstellingen aan ten grondslag. ,,Er wordt meer gestemd op personen”, zegt dr. M.G.M. Elling, raadslid en een van de zelfstandige kandidaten. Omdat Wijsbegeerte/Technische Maatschappijwetenschappen alleen service-onderwijs levert, colleges voor studenten van andere faculteiten, vormen de consequenties van het nieuwe allocatiemodel een belangrijk gespreksonderwerp tijdens de raadsvergaderingen. WTM is sterk afhankelijk van de afname van onderwijs door de andere faculteiten, en die hebben daar minder geld voor beschikbaar.
Van krimp is in dat verband nog geen sprake, maar WTM-ers denken wel na over een betere marketing van de vakken. ,,Door het vijfde jaar komt er wat lucht in de programma’s en is er wellicht meer plaats voor WTM-vakken”, hoopt Elling. ,,Anderzijds is de opbrengst daarvan weer afhankelijk van dat allocatiemodel.” Voorts staat WTM, waar secretaris-beheerder dr. H.J.L. Voets vorig jaar opstapte, nu uitdrukkelijk voor de keuze pro of contra integraal management.
Met die aanpak wordt momenteel bij Elektrotechniek proef gedraaid. Onderwerp van discussie is het echter niet meer. ,,Wat er bij ons speelt? In één woord: de toekomst”, zegt raadslid J.L. Tauritz M.Sc. Er ligt een bedrijfsplan op tafel waarin onder meer sprake is van clustering van vakgroepen. Ook zijn er zorgen over het nieuwe allocatiemodel, dat in het nadeel van ET zou werken. En er is een groeiend wachtgeldprobleem, dat waarschijnlijk een weerslag zal hebben op de selectie van aio’s (die overigens als enigen met een lijst aan de verkiezingen deelnemen).
Al deze knelpunten worden in goede samenspraak aangepakt. Tauritz: ,,Er is nu sprake van een goede samenwerking tussen raad, bestuur en MC, maar als de tekorten groeien, loop je natuurlijk altijd het risico van verwijten over en weer.”
Bij Civiele Techniek constateert lijsttrekker dr.ir. H.A. Dieterman van Gezamenlijk Programma dat de tegenstellingen tussen zijn partij en Democratisch Beleid de afgelopen vijfjaar stukken minder zijn. Verschillen uiten zich vooral op het vlak van het personeelsbeleid, bijvoorbeeld tijdens discussies over een nieuwe verdeling van de middelen voor het onderzoek naar aanleiding van onder meer de afgelopen visitaties. Twee andere punten van aandacht zijn de professionalisering van het bestuur en de kwaliteitszorg van het onderwijs. Civiel kreeg onlangs van het cvb op de kop omdat het niet genoeg vaart zou maken met het opstellen van het nieuwe curriculum.
Het curriculum is ook een voortdurende bron van zorg van Bouwkunde . Studievereniging Stylos trok daarover eind maart maar weer eens aan de bel. K. Havik, dit jaar voorzitster van Stylos en volgend jaar fractievoorzitster van de Aag in de faculteitsraad: ,,De herprogrammering, gecombineerd met de nieuwe jaarindeling zijn inderdaad hèt onderwerp op het moment.” Door al die perikelen is de faculteit aan dingen als de onderwijsdirecteur en integraal management nog niet toegekomen, maar die zullen in de volgende zittingsperiode ongetwijfeld op de agenda verschijnen.
En dan ten slotte Technische Bestuurskunde . Op het eerste gezicht lijkt zo’n beetje alles wat elders speelt, hier niet te spelen, en omgekeerd. De strategienota ‘TB op weg’ hoeft niet in te spelen op krimp, integendeel. De faculteit groeit bijkans uit haar voegen en de raad volgt met grote belangstelling de pogingen van het bestuur om nieuwbouw bij het cvb en de u-raad los te peuteren. Met argusogen wordt gekeken naar het nieuwe allocatiemodel, dat niet berekend zou zijn op groeiende faculteiten. ,,En verder zijn we bezig meer empowerment in de bestuursstructuur te brengen”, zegt raadslid dr. P.W.G. Bots, daarmee onder meer doelend op het besluit om voor onderwijszaken een apart bestuurslid aan te stellen zonder dat die onderwijsdirecteur mag heten.
,,,,,,,,,,,,
De krimp hangt boven de TU. En aan de faculteiten is de niet benijdenswaardige taak te bepalen hoe de klappen intern verdeeld moeten worden. In de aanloop naar de faculteitsraadsverkiezingen van 23 mei grijpen de kandidaten dit gegeven echter nauwelijks aan om eens een pittige campagne te voeren. ‘Partijen’ bestaan eigenlijk niet meer en de gekozen bestuurders staan zeker niet met rode koppen tegenover het dagelijks bestuur (bestaande uit de dekaan, een student, een wetenschapper en een ondersteunend personeelslid). De tegenstellingen worden gladgestreken en de rijen sluiten zich.
Naast de gebruikelijke hoogleraarsbenoemingen, de onderzoeksplannen en hier en daar een visitatie domineren drie zaken de agenda’s van de faculteitsraden: de dalende studentenaantallen, het vijfde cursusjaar en de nieuwe geldverdeling. Vooral dat eerste is natuurlijk geen prettige zaak, want minder studenten betekent een slinkende geldbuidel. Ook de nieuwe formule om het half miljard aan TU-inkomsten over de faculteiten te verdelen, zorgt voor financiële onzekerheden. Nog onduidelijk is hoeveel geld faculteiten precies zullen krijgen voor hun (service)onderwijs.
Daarnaast spelen nog twee door het college van bestuur aangejaagde punten: de eventuele aanstelling van een onderwijsdirecteur die al het onderwijs binnen de faculteit moet coördineren en sturen, en de mogelijke invoering van integraal management, waarbij de hoogste verantwoordelijkheid in handen komt van de dekaan; nu berust die gedeeltelijk bij de secretaris-beheerder.
Anders dan in de landelijke politiek, waar de standpunten in moeilijke tijden doorgaans verharden, kiezen medewerkers en studenten in de kleine facultaire gemeenschappen voor het harmoniemodel. De vraag of er op de faculteit nog zoiets gaande is als een verkiezingsstrijd, beantwoorden de ondervraagden na een korte stilte doorgaans met ‘nee, eigenlijk niet’. Op de meeste plaatsen stellen mensen zich individueel kandidaat of staan alle kandidaten op één lijst, zodat de kiezers alleen door voorkeurstemmen de afgesproken volgorde kunnen doorbreken. De vertegenwoordigers concentreren zich liever op de facultaire problemen dan op de vliegen die zij van elkaar kunnen afvangen.
Groot is de pijn bij Technische Wiskunde en Informatica , waar faculteitsbestuurders de broekriem strak moeten aanhalen. Het aantal leerstoelen (hoogleraren) en de daaraan verbonden arbeidsplaatsen wordt flink teruggeschroefd. In de afgelopen maanden kon de raad er niet uitkomen welk van de de drie leerstoelen (parallelle en gedistribueerde systemen, ontwerpvan informatiesystemen en beheer van informatiesystemen) eventueel geschrapt zou moeten worden. De raad heeft die beslissing maar even uitgesteld. Om de spanning tussen de twee betrokken informatica-vakgroepen niet te hoog te laten oplopen, is al geopperd ze maar samen te voegen (en zo de splitsing van een jaar of zeven geleden ongedaan te maken).
Bovendien is het maken van een financiële planning lastig zolang niet duidelijk is wat de gevolgen van het nieuwe allocatiemodel zijn, vinden de bestuurders bij TWI. De faculteitsraad van TWI was overigens ook de eerste die zich onlangs uitsprak over de onderwijsdirecteur. Dat vond de raad maar niks.
Werktuigbouw/Maritieme Techniek is al een indikstap verder. De reorganisatie bij WbMT, waarbij ongeveer tachtig volledige arbeidsplaatsen moeten verdwijnen, loopt al sinds oktober 1993 en inmiddels ligt er een vertrouwelijk concept-rapport van het bestuur, Visie 2000 getiteld, waar precies in staat wat er gaat gebeuren. De faculteitsraad zal zich daar binnenkort over moeten buigen.
Een ander majeur agendapunt is de verbouwing en interne verhuizing in het gebouw. Dit item is zelfs zo hot (lees: prijzig) dat de universiteitsraad zich er uitdrukkelijk tegenaan bemoeit. De faculteitsraadsleden zijn unaniem in hun oordeel dat hiermee de belangrijkste onderwerpen genoemd zijn. ,,Maar het is niet zo dat wij hierdoor verlamd raken en aan niets anders meer toekomen”, verzekert lid ir. G. Hommel, die wijst op de naderende onderwijsvisitatie.
Ook Lucht- en Ruimtevaart heeft al de nodige pijnlijke beslissingen achter de rug, maar niettemin vormt de reorganisatie naast het onderwijsprogramma nog altijd de hoofdmoot van de raadsvergaderingen. Het overleg met het bestuur, met de secretaris-beheerder en met de medezeggenschapscommissie, is nog in volle gang. Daarnaast steekt de raad de nodige tijd in het onderwijsprogramma, dat vanwege het vijfde jaar herzien moet worden.
Hetzelfde geldt min of meer voor Scheikunde , waar een discussiestuk over de geldkraan binnenkort de tweede ronde ingaat. De raad wil vooral gedwongen ontslagen proberen te voorkomen. Andere zaken, zoals integraal management en de onderwijsdirecteur (die beide nog geen vaste vorm hebben gekregen bij STM) staan daarbij in de schaduw.
Technische Natuurkunde ziet de bui ook al hangen. De tekorten lopen in de tonnen en de raad is alleen onder protest met de laatste begroting akkoord gegaan. Als er verder bezuinigd moetworden, bijvoorbeeld als gevolg van het allocatiemodel, gaat de faculteit kopje onder, vreest men. Er wordt naarstig gezocht naar bezuinigingsposten. Het bestuur heeft bijvoorbeeld van de raad opdracht gekregen met het cvb te gaan praten over de heffing van een miljoen die jaarlijks aan het Rekencentrum betaald moet worden.
Het probleem waarvoor het cvb onlangs de onderwijsdirecteur als remedie opperde, was bij TN al eerder onderkend. ,,Wij hebben al jaren geleden besloten een hoogleraar aan te stellen die voor vijf tiende het onderwijs gaat trekken en voor vijf tiende in zijn eigen groep werkzaam blijft”, zegt raadslid Th. Hoeksma. ,,Binnenkort staat dat te gebeuren.”
In deze bange dagen hebben de raadsleden besloten geen verkiezingsstrijd te ontketenen, want dat zou de goede verstandhouding alleen maar schaden. Wel blijven er twee partijen. Hoeksma: ,,Dat verlevendigt de discussie.” Ook is er enige zorg om de opkomst, want de vorige keer waren de obp’ers bijna een zetel kwijtgeraakt door gebrek aan kiezers.
Bij Geodesie is inkrimping nog niet aan de orde, maar medewerkers maken zich wel degelijk zorgen over de instroom. Voorlichting aan potentiële studenten staat hoog op de agenda, waarop verder het vijfjarige studieprogramma en de facultaire strategie prijken. Van een verkiezingsstrijd over deze onderwerpen is echter geen sprake. Wel proberen de partijen ditmaal hun lijsten wat evenwichtiger samen te stellen dan de vorige keer. In de afgelopen periode ontstond af en toe lichte wrijving omdat niet alle groepen binnen de faculteit zich genoeg vertegenwoordigd voelden.
De andere ‘kleine’ faculteit, Mijnbouw , kent dezelfde zorgen over instroom en voorlichting. Daarnaast spelen de aanstaande verhuizing en een eventuele naamsverandering een voorname rol in de facultaire discussies. Voor het vinden van een naam die een betere omschrijving van de faculteit geeft dan ‘Mijnbouwkunde en Petroleumwinning’ is inmiddels een prijsvraag uitgeschreven, maar die heeft nog geen uitverkoren kandidaat opgeleverd. Ieder voorstel heeft zijn voors en tegens. ,,We zullen er de komende tijd inderdaad nog wel mee bezig zijn”, verwacht raadslid ir. T.W. Zegers.
Industrieel Ontwerpen , waar de inmiddels afgeronde curriculumherziening de laatste tijd een belangrijk deel van de vergadertijd opslokte, beleeft deze verkiezingen de noviteit van een lijst bestaande uit medewerkers van de vakgroep Vormgeving. In voorgaande jaren stelden alleen individuele kandidaten zich verkiesbaar (behalve bij de studenten, waar de keuze is tussen de verschillende kandidaten op de lijst van studievereniging iD).
Omdat er maar twee losse kandidaten zijn, kan de Vormgeving-lijst bij een beetje opkomst sowieso rekenen op vier zetels en dat heeft ook initiatiefnemer C.J. Overbeeke verbaasd. ,,De bedoeling van de lijst was puur om geen stemmen verloren te laten gaan en met een groepje in de raad te komen. Pas later merkte ik dat er zo weinig andere kandidaten waren, wat eigenlijk best erg is. Ik hoor helaas steeds vaker geluiden dat vanwege de professionalisering van het bestuur de raad minder belangrijk wordt.” Overbeeke, die ook nu al in de raad zit, verzekert dat er geen sprake is van een coupe-poging door zijn vakgroep.
Ook bij WTM is sprake van één lijst en verschillende individuele kandidaten en ook hier liggen daar geen scherpe ideologische tegenstellingen aan ten grondslag. ,,Er wordt meer gestemd op personen”, zegt dr. M.G.M. Elling, raadslid en een van de zelfstandige kandidaten. Omdat Wijsbegeerte/Technische Maatschappijwetenschappen alleen service-onderwijs levert, colleges voor studenten van andere faculteiten, vormen de consequenties van het nieuwe allocatiemodel een belangrijk gespreksonderwerp tijdens de raadsvergaderingen. WTM is sterk afhankelijk van de afname van onderwijs door de andere faculteiten, en die hebben daar minder geld voor beschikbaar.
Van krimp is in dat verband nog geen sprake, maar WTM-ers denken wel na over een betere marketing van de vakken. ,,Door het vijfde jaar komt er wat lucht in de programma’s en is er wellicht meer plaats voor WTM-vakken”, hoopt Elling. ,,Anderzijds is de opbrengst daarvan weer afhankelijk van dat allocatiemodel.” Voorts staat WTM, waar secretaris-beheerder dr. H.J.L. Voets vorig jaar opstapte, nu uitdrukkelijk voor de keuze pro of contra integraal management.
Met die aanpak wordt momenteel bij Elektrotechniek proef gedraaid. Onderwerp van discussie is het echter niet meer. ,,Wat er bij ons speelt? In één woord: de toekomst”, zegt raadslid J.L. Tauritz M.Sc. Er ligt een bedrijfsplan op tafel waarin onder meer sprake is van clustering van vakgroepen. Ook zijn er zorgen over het nieuwe allocatiemodel, dat in het nadeel van ET zou werken. En er is een groeiend wachtgeldprobleem, dat waarschijnlijk een weerslag zal hebben op de selectie van aio’s (die overigens als enigen met een lijst aan de verkiezingen deelnemen).
Al deze knelpunten worden in goede samenspraak aangepakt. Tauritz: ,,Er is nu sprake van een goede samenwerking tussen raad, bestuur en MC, maar als de tekorten groeien, loop je natuurlijk altijd het risico van verwijten over en weer.”
Bij Civiele Techniek constateert lijsttrekker dr.ir. H.A. Dieterman van Gezamenlijk Programma dat de tegenstellingen tussen zijn partij en Democratisch Beleid de afgelopen vijfjaar stukken minder zijn. Verschillen uiten zich vooral op het vlak van het personeelsbeleid, bijvoorbeeld tijdens discussies over een nieuwe verdeling van de middelen voor het onderzoek naar aanleiding van onder meer de afgelopen visitaties. Twee andere punten van aandacht zijn de professionalisering van het bestuur en de kwaliteitszorg van het onderwijs. Civiel kreeg onlangs van het cvb op de kop omdat het niet genoeg vaart zou maken met het opstellen van het nieuwe curriculum.
Het curriculum is ook een voortdurende bron van zorg van Bouwkunde . Studievereniging Stylos trok daarover eind maart maar weer eens aan de bel. K. Havik, dit jaar voorzitster van Stylos en volgend jaar fractievoorzitster van de Aag in de faculteitsraad: ,,De herprogrammering, gecombineerd met de nieuwe jaarindeling zijn inderdaad hèt onderwerp op het moment.” Door al die perikelen is de faculteit aan dingen als de onderwijsdirecteur en integraal management nog niet toegekomen, maar die zullen in de volgende zittingsperiode ongetwijfeld op de agenda verschijnen.
En dan ten slotte Technische Bestuurskunde . Op het eerste gezicht lijkt zo’n beetje alles wat elders speelt, hier niet te spelen, en omgekeerd. De strategienota ‘TB op weg’ hoeft niet in te spelen op krimp, integendeel. De faculteit groeit bijkans uit haar voegen en de raad volgt met grote belangstelling de pogingen van het bestuur om nieuwbouw bij het cvb en de u-raad los te peuteren. Met argusogen wordt gekeken naar het nieuwe allocatiemodel, dat niet berekend zou zijn op groeiende faculteiten. ,,En verder zijn we bezig meer empowerment in de bestuursstructuur te brengen”, zegt raadslid dr. P.W.G. Bots, daarmee onder meer doelend op het besluit om voor onderwijszaken een apart bestuurslid aan te stellen zonder dat die onderwijsdirecteur mag heten.
De krimp hangt boven de TU. En aan de faculteiten is de niet benijdenswaardige taak te bepalen hoe de klappen intern verdeeld moeten worden. In de aanloop naar de faculteitsraadsverkiezingen van 23 mei grijpen de kandidaten dit gegeven echter nauwelijks aan om eens een pittige campagne te voeren. ‘Partijen’ bestaan eigenlijk niet meer en de gekozen bestuurders staan zeker niet met rode koppen tegenover het dagelijks bestuur (bestaande uit de dekaan, een student, een wetenschapper en een ondersteunend personeelslid). De tegenstellingen worden gladgestreken en de rijen sluiten zich.
Naast de gebruikelijke hoogleraarsbenoemingen, de onderzoeksplannen en hier en daar een visitatie domineren drie zaken de agenda’s van de faculteitsraden: de dalende studentenaantallen, het vijfde cursusjaar en de nieuwe geldverdeling. Vooral dat eerste is natuurlijk geen prettige zaak, want minder studenten betekent een slinkende geldbuidel. Ook de nieuwe formule om het half miljard aan TU-inkomsten over de faculteiten te verdelen, zorgt voor financiële onzekerheden. Nog onduidelijk is hoeveel geld faculteiten precies zullen krijgen voor hun (service)onderwijs.
Daarnaast spelen nog twee door het college van bestuur aangejaagde punten: de eventuele aanstelling van een onderwijsdirecteur die al het onderwijs binnen de faculteit moet coördineren en sturen, en de mogelijke invoering van integraal management, waarbij de hoogste verantwoordelijkheid in handen komt van de dekaan; nu berust die gedeeltelijk bij de secretaris-beheerder.
Anders dan in de landelijke politiek, waar de standpunten in moeilijke tijden doorgaans verharden, kiezen medewerkers en studenten in de kleine facultaire gemeenschappen voor het harmoniemodel. De vraag of er op de faculteit nog zoiets gaande is als een verkiezingsstrijd, beantwoorden de ondervraagden na een korte stilte doorgaans met ‘nee, eigenlijk niet’. Op de meeste plaatsen stellen mensen zich individueel kandidaat of staan alle kandidaten op één lijst, zodat de kiezers alleen door voorkeurstemmen de afgesproken volgorde kunnen doorbreken. De vertegenwoordigers concentreren zich liever op de facultaire problemen dan op de vliegen die zij van elkaar kunnen afvangen.
Groot is de pijn bij Technische Wiskunde en Informatica , waar faculteitsbestuurders de broekriem strak moeten aanhalen. Het aantal leerstoelen (hoogleraren) en de daaraan verbonden arbeidsplaatsen wordt flink teruggeschroefd. In de afgelopen maanden kon de raad er niet uitkomen welk van de de drie leerstoelen (parallelle en gedistribueerde systemen, ontwerpvan informatiesystemen en beheer van informatiesystemen) eventueel geschrapt zou moeten worden. De raad heeft die beslissing maar even uitgesteld. Om de spanning tussen de twee betrokken informatica-vakgroepen niet te hoog te laten oplopen, is al geopperd ze maar samen te voegen (en zo de splitsing van een jaar of zeven geleden ongedaan te maken).
Bovendien is het maken van een financiële planning lastig zolang niet duidelijk is wat de gevolgen van het nieuwe allocatiemodel zijn, vinden de bestuurders bij TWI. De faculteitsraad van TWI was overigens ook de eerste die zich onlangs uitsprak over de onderwijsdirecteur. Dat vond de raad maar niks.
Werktuigbouw/Maritieme Techniek is al een indikstap verder. De reorganisatie bij WbMT, waarbij ongeveer tachtig volledige arbeidsplaatsen moeten verdwijnen, loopt al sinds oktober 1993 en inmiddels ligt er een vertrouwelijk concept-rapport van het bestuur, Visie 2000 getiteld, waar precies in staat wat er gaat gebeuren. De faculteitsraad zal zich daar binnenkort over moeten buigen.
Een ander majeur agendapunt is de verbouwing en interne verhuizing in het gebouw. Dit item is zelfs zo hot (lees: prijzig) dat de universiteitsraad zich er uitdrukkelijk tegenaan bemoeit. De faculteitsraadsleden zijn unaniem in hun oordeel dat hiermee de belangrijkste onderwerpen genoemd zijn. ,,Maar het is niet zo dat wij hierdoor verlamd raken en aan niets anders meer toekomen”, verzekert lid ir. G. Hommel, die wijst op de naderende onderwijsvisitatie.
Ook Lucht- en Ruimtevaart heeft al de nodige pijnlijke beslissingen achter de rug, maar niettemin vormt de reorganisatie naast het onderwijsprogramma nog altijd de hoofdmoot van de raadsvergaderingen. Het overleg met het bestuur, met de secretaris-beheerder en met de medezeggenschapscommissie, is nog in volle gang. Daarnaast steekt de raad de nodige tijd in het onderwijsprogramma, dat vanwege het vijfde jaar herzien moet worden.
Hetzelfde geldt min of meer voor Scheikunde , waar een discussiestuk over de geldkraan binnenkort de tweede ronde ingaat. De raad wil vooral gedwongen ontslagen proberen te voorkomen. Andere zaken, zoals integraal management en de onderwijsdirecteur (die beide nog geen vaste vorm hebben gekregen bij STM) staan daarbij in de schaduw.
Technische Natuurkunde ziet de bui ook al hangen. De tekorten lopen in de tonnen en de raad is alleen onder protest met de laatste begroting akkoord gegaan. Als er verder bezuinigd moetworden, bijvoorbeeld als gevolg van het allocatiemodel, gaat de faculteit kopje onder, vreest men. Er wordt naarstig gezocht naar bezuinigingsposten. Het bestuur heeft bijvoorbeeld van de raad opdracht gekregen met het cvb te gaan praten over de heffing van een miljoen die jaarlijks aan het Rekencentrum betaald moet worden.
Het probleem waarvoor het cvb onlangs de onderwijsdirecteur als remedie opperde, was bij TN al eerder onderkend. ,,Wij hebben al jaren geleden besloten een hoogleraar aan te stellen die voor vijf tiende het onderwijs gaat trekken en voor vijf tiende in zijn eigen groep werkzaam blijft”, zegt raadslid Th. Hoeksma. ,,Binnenkort staat dat te gebeuren.”
In deze bange dagen hebben de raadsleden besloten geen verkiezingsstrijd te ontketenen, want dat zou de goede verstandhouding alleen maar schaden. Wel blijven er twee partijen. Hoeksma: ,,Dat verlevendigt de discussie.” Ook is er enige zorg om de opkomst, want de vorige keer waren de obp’ers bijna een zetel kwijtgeraakt door gebrek aan kiezers.
Bij Geodesie is inkrimping nog niet aan de orde, maar medewerkers maken zich wel degelijk zorgen over de instroom. Voorlichting aan potentiële studenten staat hoog op de agenda, waarop verder het vijfjarige studieprogramma en de facultaire strategie prijken. Van een verkiezingsstrijd over deze onderwerpen is echter geen sprake. Wel proberen de partijen ditmaal hun lijsten wat evenwichtiger samen te stellen dan de vorige keer. In de afgelopen periode ontstond af en toe lichte wrijving omdat niet alle groepen binnen de faculteit zich genoeg vertegenwoordigd voelden.
De andere ‘kleine’ faculteit, Mijnbouw , kent dezelfde zorgen over instroom en voorlichting. Daarnaast spelen de aanstaande verhuizing en een eventuele naamsverandering een voorname rol in de facultaire discussies. Voor het vinden van een naam die een betere omschrijving van de faculteit geeft dan ‘Mijnbouwkunde en Petroleumwinning’ is inmiddels een prijsvraag uitgeschreven, maar die heeft nog geen uitverkoren kandidaat opgeleverd. Ieder voorstel heeft zijn voors en tegens. ,,We zullen er de komende tijd inderdaad nog wel mee bezig zijn”, verwacht raadslid ir. T.W. Zegers.
Industrieel Ontwerpen , waar de inmiddels afgeronde curriculumherziening de laatste tijd een belangrijk deel van de vergadertijd opslokte, beleeft deze verkiezingen de noviteit van een lijst bestaande uit medewerkers van de vakgroep Vormgeving. In voorgaande jaren stelden alleen individuele kandidaten zich verkiesbaar (behalve bij de studenten, waar de keuze is tussen de verschillende kandidaten op de lijst van studievereniging iD).
Omdat er maar twee losse kandidaten zijn, kan de Vormgeving-lijst bij een beetje opkomst sowieso rekenen op vier zetels en dat heeft ook initiatiefnemer C.J. Overbeeke verbaasd. ,,De bedoeling van de lijst was puur om geen stemmen verloren te laten gaan en met een groepje in de raad te komen. Pas later merkte ik dat er zo weinig andere kandidaten waren, wat eigenlijk best erg is. Ik hoor helaas steeds vaker geluiden dat vanwege de professionalisering van het bestuur de raad minder belangrijk wordt.” Overbeeke, die ook nu al in de raad zit, verzekert dat er geen sprake is van een coupe-poging door zijn vakgroep.
Ook bij WTM is sprake van één lijst en verschillende individuele kandidaten en ook hier liggen daar geen scherpe ideologische tegenstellingen aan ten grondslag. ,,Er wordt meer gestemd op personen”, zegt dr. M.G.M. Elling, raadslid en een van de zelfstandige kandidaten. Omdat Wijsbegeerte/Technische Maatschappijwetenschappen alleen service-onderwijs levert, colleges voor studenten van andere faculteiten, vormen de consequenties van het nieuwe allocatiemodel een belangrijk gespreksonderwerp tijdens de raadsvergaderingen. WTM is sterk afhankelijk van de afname van onderwijs door de andere faculteiten, en die hebben daar minder geld voor beschikbaar.
Van krimp is in dat verband nog geen sprake, maar WTM-ers denken wel na over een betere marketing van de vakken. ,,Door het vijfde jaar komt er wat lucht in de programma’s en is er wellicht meer plaats voor WTM-vakken”, hoopt Elling. ,,Anderzijds is de opbrengst daarvan weer afhankelijk van dat allocatiemodel.” Voorts staat WTM, waar secretaris-beheerder dr. H.J.L. Voets vorig jaar opstapte, nu uitdrukkelijk voor de keuze pro of contra integraal management.
Met die aanpak wordt momenteel bij Elektrotechniek proef gedraaid. Onderwerp van discussie is het echter niet meer. ,,Wat er bij ons speelt? In één woord: de toekomst”, zegt raadslid J.L. Tauritz M.Sc. Er ligt een bedrijfsplan op tafel waarin onder meer sprake is van clustering van vakgroepen. Ook zijn er zorgen over het nieuwe allocatiemodel, dat in het nadeel van ET zou werken. En er is een groeiend wachtgeldprobleem, dat waarschijnlijk een weerslag zal hebben op de selectie van aio’s (die overigens als enigen met een lijst aan de verkiezingen deelnemen).
Al deze knelpunten worden in goede samenspraak aangepakt. Tauritz: ,,Er is nu sprake van een goede samenwerking tussen raad, bestuur en MC, maar als de tekorten groeien, loop je natuurlijk altijd het risico van verwijten over en weer.”
Bij Civiele Techniek constateert lijsttrekker dr.ir. H.A. Dieterman van Gezamenlijk Programma dat de tegenstellingen tussen zijn partij en Democratisch Beleid de afgelopen vijfjaar stukken minder zijn. Verschillen uiten zich vooral op het vlak van het personeelsbeleid, bijvoorbeeld tijdens discussies over een nieuwe verdeling van de middelen voor het onderzoek naar aanleiding van onder meer de afgelopen visitaties. Twee andere punten van aandacht zijn de professionalisering van het bestuur en de kwaliteitszorg van het onderwijs. Civiel kreeg onlangs van het cvb op de kop omdat het niet genoeg vaart zou maken met het opstellen van het nieuwe curriculum.
Het curriculum is ook een voortdurende bron van zorg van Bouwkunde . Studievereniging Stylos trok daarover eind maart maar weer eens aan de bel. K. Havik, dit jaar voorzitster van Stylos en volgend jaar fractievoorzitster van de Aag in de faculteitsraad: ,,De herprogrammering, gecombineerd met de nieuwe jaarindeling zijn inderdaad hèt onderwerp op het moment.” Door al die perikelen is de faculteit aan dingen als de onderwijsdirecteur en integraal management nog niet toegekomen, maar die zullen in de volgende zittingsperiode ongetwijfeld op de agenda verschijnen.
En dan ten slotte Technische Bestuurskunde . Op het eerste gezicht lijkt zo’n beetje alles wat elders speelt, hier niet te spelen, en omgekeerd. De strategienota ‘TB op weg’ hoeft niet in te spelen op krimp, integendeel. De faculteit groeit bijkans uit haar voegen en de raad volgt met grote belangstelling de pogingen van het bestuur om nieuwbouw bij het cvb en de u-raad los te peuteren. Met argusogen wordt gekeken naar het nieuwe allocatiemodel, dat niet berekend zou zijn op groeiende faculteiten. ,,En verder zijn we bezig meer empowerment in de bestuursstructuur te brengen”, zegt raadslid dr. P.W.G. Bots, daarmee onder meer doelend op het besluit om voor onderwijszaken een apart bestuurslid aan te stellen zonder dat die onderwijsdirecteur mag heten.
Comments are closed.