De opslagkelder van studentensportverenigingen, het TU-erfgoeddepot, het composietenbedrijf Advanced Lightweight Engineering; alle huurders van het oude TU-gebouw aan de Rotterdamseweg 145 moeten per 1 april weg zijn. Dat gaat niet zonder slag of stoot.
Er zijn van die onderwerpen die om de paar jaar terugkeren bij de TU. De opslag voor studentensportverenigingen in de kelder van de Rotterdamseweg 145 bijvoorbeeld. Ruim vijf jaar geleden kregen de clubs te horen dat zij hun spullen er tot eind maart 2010 mochten opslaan. Tot die tijd konden zij vanwege ‘beheer- en veiligheidsredenen’ alleen tijdens kantooruren naar hun spullen. En dan alleen als ze dat 24 uur van tevoren meldden. Na protest besloot de dienst facilitair management en vastgoed (FMVG) daar ‘pragmatisch’ mee om te gaan.
De opslag bleef en studentenraadsfractie Oras zorgde ervoor dat de sportverenigingen tot september 2013 konden blijven. Daarna zouden zij hun spullen waarschijnlijk kunnen opslaan in het verbouwde sport- en cultuurcentrum. De einddatum verschoof, maar nu april 2015 nadert, speelt het onderwerp weer op. De universiteit wil het pand slopen vanwege de verouderde staat en de hoge kosten die ze zou moeten maken om bruikbaarheid en (brand)veiligheid te vergroten.
Het pand en de grond verkopen wil de TU niet, omdat zij dit terrein tussen 3mE en EWI wil behouden als ‘parklandschap’. Voor de toekomst zijn er volgens FMVG wel ideeën voor een parkeerplaats, maar een uitgewerkt plan is er nog niet. Voorlopig komt er eerst een grasveldje.
De kelder moet dus leeg. De studentenraad vroeg onlangs tijdens een vergadering met collegelid Anka Mulder of zij het belang inziet van opslag voor onder meer de Delftse Studenten Wedstrijdzeilvereniging Broach, de Delftsche Studenten Aeroclub, surfvereniging Plankenkoorts en attributen voor de Owee. Dat zag Mulder, maar ze zei kritisch te willen kijken naar de verantwoordelijkheid van de TU. “We krijgen geld voor onderwijs, onderzoek en valorisatie. Er zijn ook dingen waar we geen geld aan moeten besteden.”
Het gebouw aan de Rotterdamseweg 145 dateert uit 1962. In de beginjaren werd het deels gebruikt als lab voor aero- en hydrodynamica. Het was een ontwerp van de vooraanstaande architecten Van den Broek en Bakema. Niet voor niets had het pand een beschermde status. Die is in 2013 opgeheven, tot vreugde van de TU. Eén van de redenen was dat het gebouw niet meer gaaf was. De gemeente schreef daarover: ‘De oorspronkelijke slanke stalen kozijnen zijn vervangen door een vrij grof aluminium profiel.’
Het gebouw stond jaren leeg. Ook toen het bedrijf Advanced Lightweight Engineering (ALE) van Jan-Jaap Koppert er in 1996 in trok. Later volgden andere huurders als incubator YesDelft. TU-alumnus Koppert heeft vorig jaar geprobeerd met een rechtszaak te voorkomen dat hij eruit gezet zou worden. Tijdens de eerste zittingsdag, op 9 juli, besloot hij echter te schikken. “Je houdt dit soort krachten toch niet tegen.”
De schikking leverde ALE extra tijd op om een nieuw onderkomen te vinden. Dat is inmiddels gelukt, buiten Delft, maar Koppert verlaat de stad boos en met spijt. Dat laatste, omdat hij veel heeft samengewerkt met studententeams als DUT Racing en Solar Boat, en nog allerlei banden heeft met onderzoekers op de universiteit.
Boos is Koppert, hij voelt zich ‘weggepest’, omdat hij volgens hem ooit met FMVG had afgesproken dat deze dienst hem bij een mogelijke verhuizing zou helpen zoeken naar een vervangende ruimte. Dat is volgens hem niet gebeurd. Ook een compensatie krijgt hij niet. ALE heeft in 1996 ‘mega’ geïnvesteerd om zijn ruimtes geschikt te maken, aldus Koppert. Bekabeling, isolatie, nieuwe vloeren, asbest verwijderen, brandveilig maken; alles moest gebeuren.
Daar komt nu bij dat de certificering van de lichtgewicht composieten drukvaten, die ALE produceert, locatiegebonden is. “Na de verhuizing moeten we alles opnieuw laten keuren. Dat zijn enorme kosten.”
De dienst FMVG bestrijdt dat ze geen moeite heeft gedaan voor ALE. “Er is gezocht naar een alternatieve locatie op de campus, maar helaas was die er niet. Daarnaast heeft FMVG de heer Koppert gewezen op enkele locaties in Delft die door makelaars waren aangeboden. Kennelijk is hij hier niet op ingegaan”, aldus een woordvoerder.
De derde bewoner van het pand, het erfgoeddepot van de universiteit, is minder rouwig om de verhuizing. Dat depot bestaat uit zesduizend objecten, waaronder hooglerarenportretten, meetinstrumenten, proefmodellen en ontwerptekeningen. Die verhuizen naar een magazijn van de TU Delft Library.
Dat is mogelijk omdat veel materiaal daar is gedigitaliseerd. “Veel naslagwerken zijn verwijderd”, zegt manager operations Han Heijmans, die het academisch erfgoed in portefeuille heeft. “Op zich is het handiger om de collectie dichterbij huis te hebben, in de Library zelf.”
En beter is het ook, aldus Heijmans. De omstandigheden waaronder de collectie aan de Rotterdamseweg werd bewaard, waren volgens hem niet optimaal, aangezien er geen toezicht was. “Eén keer per week zijn er medewerkers en vrijwilligers aan het werk. Er is geen gebouwenbeheer.” Heijmans stelt nu een plan op om de toekomst van het erfgoed en de geschiedschrijving te waarborgen. Het college van bestuur besloot daartoe in juni vorig jaar.
Comments are closed.