.chap Shorttracker wil carrière glansrijk afsluitenVoor buitenlandse shorttrackers is het onbegrijpelijk dat hun collega Anke Jannie Landman straks ontbreekt op de Olympische Spelen.
Zelf wijst de TU-promovenda de concurrentie juist op de voordelen: ,,Mijn startplaats gaat naar iemand uit Hong Kong die door iedereen een ronde wordt ingehaald.”
Een seconde duurt lang in een shorttrackcarrière. Anke Jannie Landman, lid van de Nederlandse kernploeg, zou aan één tel meer dan genoeg hebben om het gros van haar sportieve teleurstellingen uit te wissen. Deze maand miste ze tijdens de Europese Kampioenschappen de halve finale van de vijftienhonderd meter op zes duizendste van een seconde en daarmee ook de afsluitende drieduizend meter. Vorig jaar kwam de TU-promovenda op dezelfde afstand van datzelfde kampioenschap een duizendste te kort.
Het Olympisch kwalificatietoernooi in Salt Lake City, oktober 2001. Landman eindigt als dertiende op de duizend meter. Maar omdat ze geen nominatie op zak heeft voor die afstand, is die prestatie niet voldoende voor een Olympisch startbewijs. Op de vijftienhonderd meter heeft ze aan een plaats bij de eerste vijftien wel genoeg voor uitzending naar de Spelen. Voor die klassering komt ze uiteindelijk een tiende tekort.
,,Maar ik heb evengoed wel eens een duizendste overgehouden op de eindstreep”, aldus Landman. ,,Alleen is het missen van de Olympische spelen een grote tegenvaller. Al komt de echte teleurstelling waarschijnlijk pas als ik de wedstrijden straks op televisie zie.”
Tot nu toe miste Landman nog nooit een Olympisch toernooi. Naast startplaatsen in Nagano en Lillehammer, bemachtigde de oorspronkelijk uit Groningen afkomstige schaatser met haar aanvallende strijdwijze twee Nederlandse titels en in 1998 zelfs een tweede plek op het EK. Maar eenmaal naast de ijsbaan moet Landman voor haar gevoel te vaak in de verdediging. ,,Dan hoor ik commentator Ria Visser op televisie verkondigen dat de Nederlandse shorttrackers wéér teleurstellend hebben gepresteerd”, schertst ze. ,,Shorttrackers worden vergeleken met schaatsers op de lange baan, maar die vergelijking loopt mank op faciliteiten, salaris en aandacht van de media.”
Klap
Landman schept voornamelijk zelf de voorwaarden voor haar bestaan als topsporter. Ze werkt bewust slechts één dag per week op de faculteit Civiele Techniek van de TU, het karige inkomen neemt ze voor lief om maar zoveel mogelijk trainingsarbeid te kunnen verrichten. Ze reist van Korea tot Canada om zo min mogelijk wereldbekerwedstrijden te missen. Maar Nederland is en blijft een klein shorttrackland. En de klap komt soms hard aan bij Landman als ze weer eens merkt dat haar enthousiasme voor de sport niet breed wordt gedragen.
,,Toen ik tweede werd op het EK verwachtte ik toch wel wat aandacht in de pers”, zegt ze. ,,Thuis heb ik de krant uitgeplozen: ik vond één klein berichtje. En dat terwijl ik op het podium stond. Als een langebaanschaatser zoiets presteert, staan de kranten er vol mee. Verder zie ik tijdens iedere wereldbekerwedstrijd langebaanschaatsen Ab Krook, de topsportcoördinator van de Knsb, langs de kant staan. Hij heeft precies één shorttrackwedstrijd bezocht, die in Amsterdam. Soms vraag ik me af of hij wel weet dat ik dertiende ben geworden op het kwalificatietoernooi in Salt Lake City.”
Ticket
Landman slaat de shorttrackberichten in de krant nu principieel over. Ab Krook heeft ze nooit aangesproken op zijn afwezigheid bij wereldbekerwedstrijden, ze concentreert zich puur op het schaatsen. Aan stoppen denkt de schaatser nog niet, ze wil haar carrière met glans afsluiten. ,,Een goed EK of een WK”, verklaart ze. De Olympische droom probeert ze zo veel mogelijk uit haar gedachten te verbannen. Ook al is dat moeilijk, omdat haar klassering op het kwalificatietoernooi in Salt Lake City volgens de internationale richtlijnen wel voldoende was voor een ticket. ,,De buitenlandse shorttrackers reageren heel verbaasd als ik ze vertel dat het NOC mij niet wil uitzenden. ‘Hoe kan dat nou?’, vragen ze dan. Veel van hen eindigen meestal achter mij. Mijn plaats in Salt Lake City gaat nu naar iemand uit Hong Kong die door iedereen een ronde wordt ingehaald. Dat is zuur.”
Haar verontwaardiging bewaart Landman voor na haar actieve schaatsloopbaan. Ze wil actief blijven in het shorttrack, iets veranderen aan de sportcultuur waarin de discipline altijd pas na het langebaanschaatsen aan bodkomt.
,,Heel soms verlang ik zelf ook wel eens terug naar de tijd dat ik nog op de lange baan schaatste. Je hebt het ijs voor jezelf, je hebt alles zelf in de hand en kunt niet op het laatste stuk door iemand worden ingehaald. Maar wanneer je als shorttracker vlak voor de finish zelf iemand passeert, dan weet je weer wat voor een kick dat geeft. Dat gevoel is fantastisch, het geeft een extra dimensie aan de schaatssport.”
.chap Shorttracker wil carrière glansrijk afsluiten
Voor buitenlandse shorttrackers is het onbegrijpelijk dat hun collega Anke Jannie Landman straks ontbreekt op de Olympische Spelen. Zelf wijst de TU-promovenda de concurrentie juist op de voordelen: ,,Mijn startplaats gaat naar iemand uit Hong Kong die door iedereen een ronde wordt ingehaald.”
Een seconde duurt lang in een shorttrackcarrière. Anke Jannie Landman, lid van de Nederlandse kernploeg, zou aan één tel meer dan genoeg hebben om het gros van haar sportieve teleurstellingen uit te wissen. Deze maand miste ze tijdens de Europese Kampioenschappen de halve finale van de vijftienhonderd meter op zes duizendste van een seconde en daarmee ook de afsluitende drieduizend meter. Vorig jaar kwam de TU-promovenda op dezelfde afstand van datzelfde kampioenschap een duizendste te kort.
Het Olympisch kwalificatietoernooi in Salt Lake City, oktober 2001. Landman eindigt als dertiende op de duizend meter. Maar omdat ze geen nominatie op zak heeft voor die afstand, is die prestatie niet voldoende voor een Olympisch startbewijs. Op de vijftienhonderd meter heeft ze aan een plaats bij de eerste vijftien wel genoeg voor uitzending naar de Spelen. Voor die klassering komt ze uiteindelijk een tiende tekort.
,,Maar ik heb evengoed wel eens een duizendste overgehouden op de eindstreep”, aldus Landman. ,,Alleen is het missen van de Olympische spelen een grote tegenvaller. Al komt de echte teleurstelling waarschijnlijk pas als ik de wedstrijden straks op televisie zie.”
Tot nu toe miste Landman nog nooit een Olympisch toernooi. Naast startplaatsen in Nagano en Lillehammer, bemachtigde de oorspronkelijk uit Groningen afkomstige schaatser met haar aanvallende strijdwijze twee Nederlandse titels en in 1998 zelfs een tweede plek op het EK. Maar eenmaal naast de ijsbaan moet Landman voor haar gevoel te vaak in de verdediging. ,,Dan hoor ik commentator Ria Visser op televisie verkondigen dat de Nederlandse shorttrackers wéér teleurstellend hebben gepresteerd”, schertst ze. ,,Shorttrackers worden vergeleken met schaatsers op de lange baan, maar die vergelijking loopt mank op faciliteiten, salaris en aandacht van de media.”
Klap
Landman schept voornamelijk zelf de voorwaarden voor haar bestaan als topsporter. Ze werkt bewust slechts één dag per week op de faculteit Civiele Techniek van de TU, het karige inkomen neemt ze voor lief om maar zoveel mogelijk trainingsarbeid te kunnen verrichten. Ze reist van Korea tot Canada om zo min mogelijk wereldbekerwedstrijden te missen. Maar Nederland is en blijft een klein shorttrackland. En de klap komt soms hard aan bij Landman als ze weer eens merkt dat haar enthousiasme voor de sport niet breed wordt gedragen.
,,Toen ik tweede werd op het EK verwachtte ik toch wel wat aandacht in de pers”, zegt ze. ,,Thuis heb ik de krant uitgeplozen: ik vond één klein berichtje. En dat terwijl ik op het podium stond. Als een langebaanschaatser zoiets presteert, staan de kranten er vol mee. Verder zie ik tijdens iedere wereldbekerwedstrijd langebaanschaatsen Ab Krook, de topsportcoördinator van de Knsb, langs de kant staan. Hij heeft precies één shorttrackwedstrijd bezocht, die in Amsterdam. Soms vraag ik me af of hij wel weet dat ik dertiende ben geworden op het kwalificatietoernooi in Salt Lake City.”
Ticket
Landman slaat de shorttrackberichten in de krant nu principieel over. Ab Krook heeft ze nooit aangesproken op zijn afwezigheid bij wereldbekerwedstrijden, ze concentreert zich puur op het schaatsen. Aan stoppen denkt de schaatser nog niet, ze wil haar carrière met glans afsluiten. ,,Een goed EK of een WK”, verklaart ze. De Olympische droom probeert ze zo veel mogelijk uit haar gedachten te verbannen. Ook al is dat moeilijk, omdat haar klassering op het kwalificatietoernooi in Salt Lake City volgens de internationale richtlijnen wel voldoende was voor een ticket. ,,De buitenlandse shorttrackers reageren heel verbaasd als ik ze vertel dat het NOC mij niet wil uitzenden. ‘Hoe kan dat nou?’, vragen ze dan. Veel van hen eindigen meestal achter mij. Mijn plaats in Salt Lake City gaat nu naar iemand uit Hong Kong die door iedereen een ronde wordt ingehaald. Dat is zuur.”
Haar verontwaardiging bewaart Landman voor na haar actieve schaatsloopbaan. Ze wil actief blijven in het shorttrack, iets veranderen aan de sportcultuur waarin de discipline altijd pas na het langebaanschaatsen aan bodkomt.
,,Heel soms verlang ik zelf ook wel eens terug naar de tijd dat ik nog op de lange baan schaatste. Je hebt het ijs voor jezelf, je hebt alles zelf in de hand en kunt niet op het laatste stuk door iemand worden ingehaald. Maar wanneer je als shorttracker vlak voor de finish zelf iemand passeert, dan weet je weer wat voor een kick dat geeft. Dat gevoel is fantastisch, het geeft een extra dimensie aan de schaatssport.”
Comments are closed.