Zo gemakkelijk als André Kuiper twittert vanuit het ISS, lijkt een verblijf in de ruimte niets bijzonders. Mary Roach weet wel beter. Ze schreef een hilarisch boek over ongemakken zonder zwaartekracht.
Soms is het lastig om nog een beschikbare raket te vinden, maar geen mens maakt zich nog zorgen over leven buiten de dampkring. Dat is wel eens anders geweest. Kon een mens de gewichtloosheid wel overleven? Zou iemand er niet teveel straling oplopen? Vlak na de Tweede Wereldoorlog, in 1948 al, besloot de Amerikaanse luchtmacht dat te onderzoeken. Ze lanceerden een resusaapje met de naam Albert I (er zouden nog vijf volgen) op de neus van een op Duitsland buitgemaakte V-2 raket naar 125 kilometer hoogte. Hartslag en ademhaling van het verdoofde aapje bleven normaal. Mary Roach schrijft: ‘Het waren wel zijn laatste hartslagen en ademtochten: de neuskegel scheurde los van zijn parachute en stortte neer op de woestijnbodem.’ Het zou tot 1961 duren tot men een mens in de ruimte bracht, en behouden weer terug: op 12 april Joeri Gagarin (USSR) en ruim een maand later Alan Shepard (VS). Zij doorstonden de vreselijke g-krachten bij lancering en terugkeer, maar waren slechts kort in hun cabine.
Later begonnen de problemen pas echt. Want wat te doen als je misselijk wordt onderweg? Je weet dat een glas jus daarbuiten in een vibrerende oranje bol verandert. Wat gebeurt er dan als je in je helm kotst? Geloof het of niet: daar is onderzoek aan gedaan. Het zijn dit soort aspecten van de ruimtevaart die Roach naar boven haalt. ‘Mary, Mary, Mary’, reageren de onderzoekers dan. Nasa blijkt een systeem van luchtslangetjes in de helm te hebben aangebracht die de viezigheid naar beneden blaast. Fijn. Maar na een dag of wat in zo’n capsule moet je poepen, en wat dan? Dan neem je een plastic zak, zo leren we. Daarvoor moet je wel uit je stoel komen en je er niet aan storen dat je collega pal naast je zit. Als het gelukt is om alles in de zak op te vangen (‘in de ruimte ben je je eigen hond’) moet er nog een bacteriedodende gel door de poep gekneed worden om te voorkomen dat gasvorming de zak doet ontploffen. Sommige astronauten laten dat kneden liever aan collega’s over. ‘Oh John, ik moet daar snel even bijregelen. Pak es aan.’ Later werd een toilet ontwikkeld, maar ook dat gaf aanleiding tot veel ergernissen en vermaak.
Dit boek vertelt je alles wat je ooit wilde weten over het leven in de ruimte, maar nooit durfde te vragen. Ja, ook over seks in de ruimte. Roach gaat niets uit de weg.
Mary Roach, ‘Ik ga naar Mars en neem mee’, Maven Publishing, Amsterdam, 2011, 380 blz, 19,50 euro.
Comments are closed.