De vereniging van universiteiten VSNU en minister Plasterk van Onderwijs hebben onenigheid over hoeveel geld OCW jaarlijks uittrekt per student.
Dinsdag 15 juni meldde Plasterk in de Tweede Kamer dat hij het zat was dat hij keer op keer moet aanhoren dat de overheidsuitgaven per student achteruit zijn gegaan. Volgens hem is dat niet waar en ligt de bijdrage, de inflatie meegerekend, al jaren op bijna 6000 euro per student.
Daar denkt universiteitenvereniging VSNU heel anders over. Volgens de VSNU is de bijdrage van het rijk per student gedaald van 5832 euro in 1995 naar 5372 euro in 2007. En ook die getallen zijn gecorrigeerd voor de koopkracht.
Het verschil kan liggen in definities. De laatste jaren is het aantal studenten geneeskunde gestegen en dat zijn relatief dure studenten. De overheid heeft daarvoor een apart budget voor de universiteiten, het deel voor de ‘werkplaatsfuncties’ van medische opleidingen.
Volgens de universiteiten telt OCW dat geld in haar berekeningen mee voor het gemiddelde bedrag dat per student beschikbaar is. Door het stijgen van het aantal ‘dure’ geneeskundestudenten blijft er dus voor de rest van de studenten minder over. De VSNU zet het budget voor de ‘medische werkplaatsen’ dus liever tussen haakjes en dan zie je vanaf 2003 een flinke daling van het budget.
Het ministerie van OCW ontkent dat er zo wordt gerekend. De medische werkplaatsen vallen onder het ministerie van VWS, aldus OCW, en spelen ook in de statistieken van Onderwijs geen rol. Waar het verschil van inzicht dan vandaan komt, is nog niet bekend.
Er is wellicht een oplossing over de onenigheid in zicht: Plasterk gaat met de VSNU praten.
Er komt een eenvoudiger en prettiger afbetaalsysteem voor leningen bij de Informatie Beheer Groep. Onderwijsminister Plasterk heeft zijn plannen in een brief aan de Tweede Kamer ontvouwd. Nu het collegegeld geleidelijk omhoog gaat, wordt het tijd om vaart te zetten achter een oude wens: de afbetalingsregeling van de studieschuld verbeteren. Al meer dan tien jaar geleden, in de aanloop naar de wet op de studiefinanciering van het jaar 2000, werd daar op aangedrongen. Afgestudeerden moeten ook in de nieuwe plannen binnen vijftien jaar hun lening terugbetalen, maar ze krijgen vijf ‘jokerjaren’ waarin ze het afbetalen kunnen onderbreken. Dat kan goed uitkomen, wanneer ze bijvoorbeeld een huis kopen, een kind krijgen of een eigen onderneming beginnen en tijdelijk met hogere maandlasten kampen. Wie aanvankelijk weinig inkomen heeft, krijgt straks langer respijt. Momenteel moeten alleenstaanden al gaan terugbetalen wanneer ze vijftig procent van het minimumloon verdienen. (HOP)
Comments are closed.