Onderwijs

Onderzoekschool Hydrologie nu al met opheffing bedreigd

De onderzoekschool Hydrologie die begin deze maand nog door de universiteitsraad werd goedgekeurd, staat weer op losse schroeven. Twee van de vier betrokken universiteiten trekken zich terug.

br />
Het gaat om de Landbouwuniversiteit Wageningen (LUW) en de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) die zich bedreigd voelen door de verhoogde inzet van de Universiteit Utrecht (UU). Delfts wetenschappelijk directeur prof.dr.ir. C. van den Akker, die tevens een deeltijdaanstelling heeft aan de UU, reageert verbaasd op de ontwikkelingen. ,,Waarschijnlijk hebben ze het gevoel overvleugeld te worden.”

R. Dijksma, één van de drie onderzoekcoördinatoren vanuit Wageningen, legt uit dat de LUW, net als de VU, teleurgesteld was over de manier waarop de onderzoekschool te werk zou gaan. ,,Namelijk op basis van het concurrentieprincipe.”

Dijksma vernam uit een advertentie in de krant dat Utrecht mensen wierf voor een nieuw centrum voor onderwijs en onderzoek in de hydrologie. Dijksma: ,,Als dit centrum een niche in de onderzoekswereld zou vullen was er niets aan de hand, maar het bleek om meer van hetzelfde te gaan. Het was niet mogelijk om te komen tot afstemming van het onderzoek, terwijl afstemming in onze ogen wel heel essentieel is voor een onderzoekschool.”

Voor de VU was dit reden om zich terug te trekken en aan te sluiten bij een andere onderzoekschool. Deze terugtrekking gaf weer voor de LUW de doorslag om ermee te stoppen. ,,Daarmee viel namelijk de bodem uit onder het bestaansrecht van een onderzoekschool als het Nederlandse front voor hydrologie-onderzoek.”

Van den Akker vindt het een onbegrijpelijke en onverstandige opstelling van de twee universiteiten. ,,Ik heb heel bewust alle betrokken universiteiten gestimuleerd meer hydrologisch onderzoek te doen. Aanvankelijk werd in totaal twaalf fte (full time equivalent, red.) ingezet en dat vond ik weinig. Uiteindelijk blijkt alleen Utrecht meer stimuleringsgeld beschikbaar te stellen.”

Het raakt Van den Akker dat de kritiek op zijn persoon gericht is. Komende vrijdag wordt overleg gevoerd over hoe het nu verder moet met de onderzoekschool. Volgens Van den Akker bestaat er een reëele kans dat de overgebleven instituten en universiteiten ook afhaken.
(J.O.)

Joyce Ouwerkerk

De onderzoekschool Hydrologie die begin deze maand nog door de universiteitsraad werd goedgekeurd, staat weer op losse schroeven. Twee van de vier betrokken universiteiten trekken zich terug.

Het gaat om de Landbouwuniversiteit Wageningen (LUW) en de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) die zich bedreigd voelen door de verhoogde inzet van de Universiteit Utrecht (UU). Delfts wetenschappelijk directeur prof.dr.ir. C. van den Akker, die tevens een deeltijdaanstelling heeft aan de UU, reageert verbaasd op de ontwikkelingen. ,,Waarschijnlijk hebben ze het gevoel overvleugeld te worden.”

R. Dijksma, één van de drie onderzoekcoördinatoren vanuit Wageningen, legt uit dat de LUW, net als de VU, teleurgesteld was over de manier waarop de onderzoekschool te werk zou gaan. ,,Namelijk op basis van het concurrentieprincipe.”

Dijksma vernam uit een advertentie in de krant dat Utrecht mensen wierf voor een nieuw centrum voor onderwijs en onderzoek in de hydrologie. Dijksma: ,,Als dit centrum een niche in de onderzoekswereld zou vullen was er niets aan de hand, maar het bleek om meer van hetzelfde te gaan. Het was niet mogelijk om te komen tot afstemming van het onderzoek, terwijl afstemming in onze ogen wel heel essentieel is voor een onderzoekschool.”

Voor de VU was dit reden om zich terug te trekken en aan te sluiten bij een andere onderzoekschool. Deze terugtrekking gaf weer voor de LUW de doorslag om ermee te stoppen. ,,Daarmee viel namelijk de bodem uit onder het bestaansrecht van een onderzoekschool als het Nederlandse front voor hydrologie-onderzoek.”

Van den Akker vindt het een onbegrijpelijke en onverstandige opstelling van de twee universiteiten. ,,Ik heb heel bewust alle betrokken universiteiten gestimuleerd meer hydrologisch onderzoek te doen. Aanvankelijk werd in totaal twaalf fte (full time equivalent, red.) ingezet en dat vond ik weinig. Uiteindelijk blijkt alleen Utrecht meer stimuleringsgeld beschikbaar te stellen.”

Het raakt Van den Akker dat de kritiek op zijn persoon gericht is. Komende vrijdag wordt overleg gevoerd over hoe het nu verder moet met de onderzoekschool. Volgens Van den Akker bestaat er een reëele kans dat de overgebleven instituten en universiteiten ook afhaken.
(J.O.)

Joyce Ouwerkerk

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.