Vijfduizend vierkante meter onderwijsgebouw erbij in zes maanden tijd. Donderdag werd het nieuwe onderwijsgebouw The Fellowship aan de Kluyverweg geopend. Hoe bouw je dat in zes maanden tijd? Multi Media Services legde de bouw vast op video.
The Fellowship – productie MMS TU Delft, 2009
Bouwen met de natuur is een modewoord geworden. Wie tegenwoordig een krant openslaat waarin over de Hollandse kust wordt gesproken, komt de term vrijwel zeker tegen. In navolging van deze aandacht stelt de TU zelfs een hoogleraar bouwen met de natuur aan. Een groter compliment is nauwelijks denkbaar voor Ronald Waterman, die in Delft en Amerika chemische technologie, milieutechnologie en civiele techniek studeerde. In navolging van de Tsjechische godfather J.N. Svasek propagandeert Waterman al tientallen jaren bouwen met de natuur.
In zijn vuistdikke magnum opus ‘Naar een integraal kustbeleid via bouwen met de natuur’ zet Waterman zijn ideeën over dit principe uiteen. Dat is een uitstekend idee van de ingenieur, die al jaren over de wereld lezingen geeft over dit onderwerp. ‘Niet langer harde bolwerken tégen de zee, niet langer beschoeide dijken, maar in plaats daarvan duinen en stranden!’ Zo vat Waterman zijn plannen samen. Harde zeewering is hem een doorn in het oog. Liever ziet hij dat de zee in harmonie met de natuur op afstand wordt gehouden.
‘Het streven is daarbij gericht op het tot stand brengen van een flexibele, dynamische evenwichtskustlijn bestaande uit duinen en stranden, waarvoor geldt dat de aangroei en afslag – gemiddeld in de tijd genomen – leiden tot een redelijk stabiele kust, die overigens wel altijd enig onderhoud zal vergen in de vorm van een periodieke zandsuppletie’, schrijft Waterman. De kust van Maasvlakte 2, die nu wordt aangelegd, is een goed voorbeeld hiervan. Naast de harde zeewering, bestaat een groot gedeelte van de zeewering uit een dynamische zeekering met strand.
Maar de plannen van Waterman gaan verder. In zijn ideaal, dat hij uitvoerig beschrijft, wordt de historische kustlijn uit de zeventiende eeuw van Nederland hersteld. De Noord- en Zuid-Hollandse kust van toen is door een rijzende zeespiegel en bodemdaling verloren gegaan. Waterman wil de huidige zee met havens, natuurgebieden en veel aandacht voor recreatie opvullen.
Een goed voorbeeld van het ‘Plan Waterman’ is de al gerealiseerde landaanwinst van 150 hectare bij Hoek van Holland. Deze Van Dixhoorn-driehoek steekt achthonderd meter in zee. De kustverdediging bestaat uit zeewerende duinen en strand. De driehoek biedt plaats aan 650 nieuwe woningen, het natuurgebied de Kapittelduinen, een hotel en zelfs een winkelcentrum.
Elf van de 69 Delflandse hoofden, die de kust moesten beschermen, zijn daarbij onder het zand verdwenen. De hoofden, die eind achttiende eeuw werden aangelegd, zijn volgens Waterman een voorbeeld van hoe het niet moet. Ze werken weliswaar als rem op de zandtransport langs de kust, maar ze creëren ook muisstromen loodrecht op de kust, die weer zorgen voor een ‘ongunstig, aflandig zeetransport’. Door stranden en duinen aan te leggen en dit soort harde elementen te verwijderen krijgen de zee en het land meer ruimte en is er meer dynamiek. Waterman heeft grote invloed op de waterbouw van Nederland. Zo heeft Cees Veerman, voorzitter van de Deltacommissie, gezegd dat hij Watermans visie ‘een stap dichterbij’ wil brengen. Daarnaast is hij het langstzittende Statenlid. Waterman geeft les aan zeven universiteiten.
In overzichtelijke hoofdstukken zet Waterman zijn plannen uiteen. Het boek is schitterend geïllustreerd. Al gebruikt Waterman wel erg veel illustraties. Het is helaas niet altijd duidelijk waarom de kleurrijke afbeeldingen worden getoond. Neem de zogenaamde ‘pictogrammen van functies’, waarin Waterman op postzegels kort aanstipt wat belangrijk is. Op de postzegel voor natuur staat onder meer: micro-organismen, flora en fauna. Het ziet er prachtig uit, maar wat hij nu concreet met deze pictogrammen bedoelt, is onduidelijk.
Een ander punt van kritiek op dit fascinerende boek is de schrijfstijl van Waterman. Hij formuleert regelmatig omslachtig. Het boek wekt de indruk dat er geen redacteur naar heeft gekeken. Dat is jammer, want dat had het boek nog beter gemaakt. Als standaardwerk voor bouwen met de natuur is dit boek absoluut van grote waarde.
Ronald Waterman, ‘Naar een integraal kustbeleid via bouwen met de natuur’, 500 p., 127,20 euro. Er is ook een Engelstalige editie beschikbaar.

The Fellowship – productie MMS TU Delft, 2009

Comments are closed.